Immanuel Kant Flashcards

1
Q

Vertel kort iets over Kant.

A
  • Duitse verlichtingsdenker (1724-1804)
  • Geboren in Köningsbergen (Pruisen), tegenwoordig -Kaliningrad (Rusland).
  • Op 16e studeren aan universiteit.
  • Werkte daarna lange tijd als Privatdozent.
  • Nauwgezet schema en gedragingen.
  • Twee fasen in zijn denken: voorkritisch en kritisch.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Klein uitstapje naar dualisme. Vertel iets over het dualisme van Plato.

A

Dualisme speelt een grote rol binnen de filosofie.
Plato maakt als eerste filosoof onderscheid tussen:
-lichaam: de zintuiglijke, materiële wereld.
-ziel: de Ideeënwereld.

Hierbij denkt Plato niet na over wat dit onderscheid betekent voor de mens, maar voor de wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Klein uitstapje naar dualisme. Vertel iets over het dualisme van Descartes.

A

Het dualisme ligt ten grondslag van Descartes’ formulering van het modern subject. Het gaat hierbij om wat het dualisme voor betekent voor de mens. Descartes is op zoek naar fundamentele zekerheid. Daarnaast vraagt hij zich af wat hij is: niet zijn lichaam, want daar kun je aan twijfelen. Je bent een denkend ding: je ziel.

“ego cogito” als het fundament voor het bouwwerk van kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Klein uitstapje naar het dualisme. Wat is res cogitans en res extensa?

A

Res cogitans: denkende substantie, subject, bewustzijn. Kortom de ziel.

Res extensa: uitgebreide substantie, object, materie: het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vertel iets over het Kantiaans dualisme.

A

Kant verdiept Descartes’ ontologisch dualisme met een epistemologisch dualisme.

Ontologisch: wat is er?
Epistemologisch: wat kunnen we kennen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg het verschil tussen de noumenale en de fenomenale wereld uit. (Kantiaans dualisme)

A

Noumenale wereld: domein van de vrijheid, toegankelijk voor het Vernunft (de rede).

Fenomenale wereld: gestuurd door natuurnoodzakelijkheid, zintuiglijk waarneembaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg het verschil tussen de mens als Vernunftpersoon en als natuurwezen uit. (Kantiaans dualisme).

A

Vernunftpersoon: de mens als redelijk wezen. In staat tot redelijkheid, vrijheid (verhouden tot de wereld en de natuurwetten) en moraliteit. Je gaat naar je colleges. Je hebt dan wel een kater, maar je kunt er iets van leren.

Natuurwezen: onderhevig aan lusten, emoties en natuurwetten. Een soort speelbal van de natuurwetten; ik ga niet naar de colleges, want ik heb een kater.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leg uit waarom het Vernunftpersoon autonoom is in epistemologisch en moreel opzicht.

A

Autonoom in epistemologisch opzicht: Copernicaanse wending en de mens is zelf de bron van kennis.

Autonoom in moreel opzicht: de mens handelt volgens hemzelf opgelegde wet en handelt zo dat de maxime van je eigen handelen tot algemene wet verheven kan worden (categorische imperatief).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is de mens als Vernunftpersoon autonoom? (voornamelijk ten opzichte van God).

A

De mens als Vernunftpersoon is autonoom t.o.v. God. Ons Vernunft onderscheid ons van het wezenlijke dier. Dieren hebben geen reden, dus zijn een speelbal van de natuur.

De mens legt zijn eigen denken op aan de wereld om ons heen. We zijn zelf de bron van kennis, hiervoor hebben we god niet nodig. God hoeft ons dus ook niet te vertellen wat goed en wat slecht is. In mijzelf heb ik een plicht, dus ik kan handelen naar de door mij opgelegde wet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is de mens niet altijd redelijk?

A

we zijn half natuur- half Vernunftwezen. We kunnen moreel handelen en we kunnen autonoom handelen, maar dit doen we dus niet altijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is pragmatische antropologie?

A

De ervaringskennis over de handelende mens en zijn daden. Als Vernunftpersoon hebben we morele aanleg, maar we doen niet automatisch het goede.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het doel van pragmatische antropologie?

A

Redelijkheid en moraliteit.
Het overdragen van kennis, ervaring en wijsheid over menselijke gedragingen hoort hierbij.

Problematisch, het leven van de mens is te kort om dit te kunnen bereiken. Daarom vestigt Kant zijn hoop op de mens als soort; de geschiedenis is een proces van vooruitgang (optimistische houding ten opzichte van de mens).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de drie essentiële eigenschappen van het Kantiaans subject? Leg deze uit.

A
  1. Hiërarchisch dualisme: mens versus dier, bewustzijn versus instinct, rede versus zintuiglijkheid, Vernunftpersoon versus empirisch subject. (het is hiërarchisch, want we achten het een altijd hoger dan het ander).
  2. De mens wordt geïdentificeerd met een zijde van het dualisme: de essentie van het subject is de geest en niet het lichaam of een combinatie van beiden.
  3. Als Vernunftpersoon zijn we allemaal gelijk. Verschillen tussen mensen zijn er slechts op empirisch niveau. Als redelijke wezens zijn we allen gelijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly