Inleiding Filosofische antropologie Flashcards

1
Q

Wat is de hoofdvraag van de wijsgerige antropologie?

A

Wat is de mens?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt wijsgerige antropologie in?

A

FA geeft filosofische reflecties over de mens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de vier soorten zelfinterpretaties?

A
  1. Filosofisch: stellen vragen over de dingen om ons heen, maar wie stelt die vragen? Socrates: ken uzelf.
  2. Religieus: de mens zag zichzelf als een tussenwezen tussen God en zichzelf. (was erg belangrijk in de oudheid en in de middeleeuwen).
  3. Historisch: de mens probeert zichzelf te begrijpen vanuit historisch perspectief/evolutionair inzicht.
  4. Wetenschappelijk: wat is de mens? De mens is een computer.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vertel kort iets over FA

A
  • Vanaf de 20e eeuw wordt FA een zelfstandige discipline.
  • Grondleggers: Scheler, Plessner en Gehlen.
  • Eerst een Duits zwaartepunt: Heidegger en Karl Jaspers.
  • Daarna Frans zwaartepunt: Sartre, Simone de Beauvoir, Merleau-Ponty, Paul Ricoeur en Jacques Lacan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen FA en cognitiefilosofie?

A

Cognitiefilosofie bestudeert enkel de ‘mind’, FA houdt zich bezig met de mens als geheel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem drie redenen voor de verzelfstandiging van FA

A
  1. Het heersend mensbeeld rondom de 20e eeuw zorgt voor een hoop kritiek: het moderne subject.
  2. Externe redenen:
    - Secularisatie: dood van God.
    - De verwetenschappelijking van het mensbeeld.
  3. De drie grote krenkingen:
  4. Copernicus: de aarde is niet het middelpunt van het heelal.
  5. Darwin: de mens is niet goddelijk, maar een geëvolutioneerd dier.
  6. Freud: de mens wordt niet gedreven door bewustzijn, maar door onbewuste instincten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem de vier moeilijkheden van FA

A
  1. De mens is veelzijdig, welk kenmerk onderscheid ons?
  2. We zitten onszelf te dicht op de huid. Doordat we onszelf niet kunnen zien van een afstand, hanteren we de betekenis van de mens aan zaken die we in de buitenwereld kunnen waarnemen.
  3. De mens is constant in verandering.
  4. De overmaat aan empirische data: wat heb je dan als filosoof nog toe te voegen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem de reactie op een van de vier moeilijkheden FA.

A

wat is dan nog de rol van filosofie in het algemeen en wijsgerige antropologie in het bijzonder? Zijn we een dienstmaagd van de wetenschappen?

Probleem naturalistische/sciëntistische filosofie: reductionisme.
De mens is: zijn brein, een veredelde aap, een veredelde computer.

Wijsgerige antropologie: niet-reductionistische opvatting van zowel de wijsbegeerte als de mens. De mens niet reduceren tot iets anders.
Pogingen om de mens in al haar eigenheid en complexiteit te denken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de vier taken van FA?

A
  1. Onderscheidende taak: wat betekent het om mens te zijn?
  2. Kritische taak: kritiek uiten op wetenschappelijke mensbeelden. Doordat wij mensen zijn, weten wij wat het is om mens te zijn en kunnen we ons verhouden tot wetenschappen die geen recht doen aan mens zijn.
  3. Speculatieve taak: gegrond speculeren over de toekomst van mens. Kijken naar de wetenschappelijke ontwikkelingen die nu gaande zijn en wat deze voor ons betekenen in de toekomst.
  4. Integrerende taak: het systematiseren van inzichten uit de wetenschappen tot een coherent mensbeeld.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

FA geeft kritiek op het modern subject. Wat is het modern subject?

A
  • Specifieke beantwoording van de vraag naar de eigenheid van de mens. (Mens is bewustzijn)
  • Negatief referentiepunt filosofische antropologie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly