Inleiding Flashcards

1
Q

Wat is sportrecht en wat valt eronder?

A

Sportrecht behandelt juridische kwesties die verband houden met sportactiviteiten en -organisaties. Dit omvat zowel amateur- als professionele sport en omvat aspecten zoals contracten, aansprakelijkheid, dopingregels en meer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de definitie van sport volgens Van Dale?

A

Volgens Van Dale is sport een “lichamelijke bezigheid ter ontspanning of als beroep met spel- of wedstrijdelement waarbij conditie en vaardigheid vereist zijn, respectievelijk bevorderd worden en waarvoor bepaalde regels gelden.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de opvatting van Renson over sport?

A

Volgens Renson is sport “datgene waarmee mensen bezig zijn wanneer zij beweren aan sport te doen.” Dit geeft aan dat er geen eenduidige definitie van sport is en dat het een subjectief concept kan zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

: Hoe definieert de Raad van Europa sport?

A

De Raad van Europa definieert sport als “alle vormen van lichamelijke activiteit die, door toevallige of georganiseerde deelname, streven naar de uitdrukking of verbetering van de lichamelijke fitheid en het mentaal welzijn, die sociale relaties creëren of resultaten boeken op alle niveaus.”

Flashcard 4:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is er geen eenduidige definitie van sport?

A

Er is geen eenduidige definitie van sport omdat het een complex en veelzijdig concept is dat verschillende activiteiten, doelen en culturele interpretaties omvat. Lichamelijke activiteit en inspanning zijn echter gemeenschappelijke elementen in de meeste definities van sport.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is de definitie van sport belangrijk in het sportrecht?

A

De definitie van sport is belangrijk in het sportrecht omdat het bepaalt welke wetgeving en regelgeving van toepassing is op sportactiviteiten en -organisaties. Zonder een duidelijke definitie kan het leiden tot juridische geschillen en onzekerheid, zoals in het geval van dopingcontrole in het catch-gevecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kun je een voorbeeld geven van een juridisch geschil dat voortkwam uit de onduidelijke definitie van sport?

A

Ja, bijvoorbeeld in het geval van catch-gevecht, waarbij een weigering van dopingcontrole plaatsvond. De disciplinaire Commissie Medisch Verantwoorde Sportbeoefening (VG) legde een sanctie op van een verbod op deelname aan sportmanifestaties voor twee jaar. Er werd echter beroep aangetekend bij de disciplinaire Raad Medisch Verantwoord Sportbeoefening, waarin werd betoogd dat catch geen sport was en dat dopingcontrole daarom niet was toegestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

: Wat is de definitie van sportactiviteit volgens het Vlaamse decreet voor erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector?

A

Volgens het decreet is sport een “sportactiviteit individueel of in ploegverband met competitief of recreatief karakter die het sedentair gedrag tegengaan en een gezondheidsbevorderend effect hebben.” Dit begrip wordt gebruikt om sport uit te leggen en heeft betrekking op fysieke activiteiten die een gezondheidsbevorderend effect hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de sporttakkenlijst en waarom is het belangrijk in het Vlaamse sportrecht?

A

De sporttakkenlijst is een lijst van ruim 50 sporttakken die in aanmerking komen voor subsidiëring volgens het Vlaamse decreet voor erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector. Het is belangrijk omdat federaties die subsidies willen ontvangen, moeten voldoen aan de voorwaarden van het decreet, waaronder opname in de sporttakkenlijst. De Vlaamse regering beslist welke sporttakken in aanmerking komen voor subsidies, en dit kan gebaseerd zijn op criteria zoals fysieke activiteit, olympische status, of vertegenwoordiging door een internationale sportfederatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is sportrecht en waarom is er geen eenduidige definitie van sportrecht?

A

Sportrecht is een rechtsgebied dat zich bezighoudt met juridische kwesties die verband houden met sportactiviteiten en -organisaties. Er is geen eenduidige definitie van sportrecht omdat het de relatie tussen sport en recht omvat en tegelijkertijd kan worden beschouwd als een afzonderlijke juridische discipline. Voorheen werd sportrecht vaak gezien als de toepassing van gemeen recht op sport, maar het heeft zich ontwikkeld tot een complexer rechtsgebied met zijn eigen regels en normen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen “sport and the law” en “sports law”?

A

“Sport and the law” verwijst naar de toepassing van algemene rechtsregels op sport, waarbij sport wordt beschouwd als een gebied waarop het gewone recht van toepassing is. “Sports law” daarentegen is een meer gespecialiseerde discipline die specifieke juridische kwesties binnen de sport behandelt en kan normen bevatten die afwijken van het gewone recht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de betekenis van “lex sportiva,” zoals beschreven door Beloff?

A

“Lex sportiva” verwijst naar een nieuw geheel van ongeschreven transnationale normen die voortkomen uit de reglementen en praktijken van internationale sportfederaties en de rechtspraak van het internationaal sporttribunaal. Het vertegenwoordigt de specifieke normen en regels die binnen de internationale sportgemeenschap worden toegepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het onderscheid tussen “international sports law” en “global sports law,” zoals beschreven door Foster?

A

“International sports law” verwijst naar de toepassing van internationaal recht op sportkwesties, terwijl “global sports law” de claim van de sportwereld zelf vertegenwoordigt en de regels en normen omvat die door sportorganisaties zijn vastgesteld. “Lex ludica” kan worden gezien als een onderdeel van “global sports law.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen “lex sportiva” en “lex ludica,” zoals beschreven door Siekmann?

A

“Lex sportiva” verwijst naar het publieke aspect van de sportwetgeving en omvat regels en normen die van toepassing zijn op de sportwereld als geheel. “Lex ludica” verwijst naar het private aspect van de sportwetgeving en omvat regels en normen die betrekking hebben op individuele sportbeoefenaars, clubs en organisaties. Het onderscheid helpt bij het begrijpen van de verschillende lagen van sportrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt sportrecht als een afzonderlijke juridische discipline erkend en wat is de evolutie ervan?

A

Sportrecht is in wording als een afzonderlijke juridische discipline. Het proces van erkenning houdt in dat het rechtsgebied zich heeft ontwikkeld van een eenvoudige toepassing van gemeen recht op sport tot een complexer en gespecialiseerd domein met eigen regels en normen. De groeiende complexiteit van sportorganisaties en internationale evenementen heeft bijgedragen aan de erkenning van sportrecht als een zelfstandig rechtsgebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kan de verhouding tussen sport en overheid op het gebied van wetgeving worden gekarakteriseerd?

A

De verhouding tussen sport en overheid kan variëren van interventionistisch (gereglementeerd) tot niet-interventionistisch. In België bijvoorbeeld, bevindt de verhouding zich in het midden, waarbij wetgeving zoals het decreet rond erkenning en subsidiëring van sportfederaties geld koppelt aan specifieke voorwaarden. Sommige Scandinavische landen, zoals Zweden, streven naar een zo groot mogelijke autonomie en vermijden zoveel mogelijk overheidsinterventie in de sport.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de twee belangrijke concepten met betrekking tot de verhouding tussen sport en overheid?

A

De twee belangrijke concepten met betrekking tot de verhouding tussen sport en overheid zijn “autonomie” en “specificiteit.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat wordt bedoeld met de “autonomie van de sport”?

A

De autonomie van de sport verwijst naar het feit dat de sportsector, tot op zekere hoogte, haar eigen structuren en reglementen heeft. Dit betekent dat sport haar eigen organisatiestructuren heeft en daaruit voortvloeiende regels en normen kan vaststellen.

19
Q

Wat is het verschil tussen “verticale autonomie” en “horizontale autonomie” binnen de sport?

A

Verticale autonomie heeft betrekking op de verhouding tussen verenigingen op een lager niveau en verenigingen op een hoger niveau binnen dezelfde sport. Het gaat om regels en normen die worden vastgesteld door internationale sportfederaties en die moeten worden nageleefd door lagere niveaus in de sportpiramide.
Horizontale autonomie heeft betrekking op de onafhankelijkheid van sportorganisaties ten opzichte van publieke overheden. Sport kan zichzelf grotendeels organiseren, maar mag niet ingaan tegen dwingend gemeen recht. Dit heeft betrekking op de verhouding tussen de sportsector en de overheid.

20
Q

Wat wordt bedoeld met “specificiteit van de sport” en waarom is dit concept belangrijk in de sportwetgeving?

A

“Specificiteit van de sport” verwijst naar het idee dat bepaalde aspecten van sport uniek zijn en niet eenvoudigweg kunnen worden onderworpen aan algemene regels van Europees recht, met name inzake vrij verkeer. Dit concept is belangrijk omdat het de erkenning inhoudt dat sport soms speciale regels en normen nodig heeft vanwege zijn unieke kenmerken, zoals nationale teams en de competitieve aard van sport. Het helpt bij de afweging of bepaalde Europese regels wel of niet van toepassing zijn op sportactiviteiten.

21
Q

Wat zijn de belangrijkste bronnen van het sportrecht?

A

De belangrijkste bronnen van het sportrecht zijn:

Reglementen: Reglementen van sportclubs, associaties en internationale sportfederaties zijn de primaire bronnen van sportregels en normen.
Wetgeving: Sportwetten en regelgeving die door nationale en internationale overheden worden vastgesteld.
Rechtspraak: Juridische uitspraken en beslissingen die betrekking hebben op sportgerelateerde geschillen.
22
Q

Hoe wordt de verhouding tussen sportverenigingen op verschillende niveaus weerspiegeld in het Olympisch Charter?

A

Het Olympisch Charter weerspiegelt de verhouding tussen sportverenigingen op verschillende niveaus door zowel autonomie als een hiërarchische verhouding te erkennen. Het Charter stelt dat de activiteiten van de Internationale Federaties (IF’s) binnen de Olympische Beweging in overeenstemming moeten zijn met het Olympisch Charter, inclusief de aanneming en implementatie van de World Anti-Doping Code en de Olympic Movement Code on the Prevention of Manipulation of Competitions. Tegelijkertijd behouden de IF’s hun onafhankelijkheid en autonomie in de administratie van hun sport.

23
Q

Hoe wordt autonomie binnen de sport weergegeven in sportreglementen?

A

Autonomie binnen de sport wordt weerspiegeld in sportreglementen doordat verschillende sportverenigingen op alle niveaus sportreglementen kunnen aannemen. Deze reglementen worden beschouwd als bindend voor hun leden, en de sportverenigingen hebben de bevoegdheid om zelf regels en normen vast te stellen die van toepassing zijn op hun sportactiviteiten. De juridische vorm van deze verenigingen kan variëren, zoals VZW’s, NV’s of andere rechtsvormen.

24
Q

Wat wordt bedoeld met de hiërarchische verhouding binnen de sport?

A

De hiërarchische verhouding binnen de sport houdt in dat elk niveau in de sportpiramide reglementen kan aannemen, maar het hoogste niveau heeft het recht om reglementen vast te stellen die door de lagere niveaus moeten worden nageleefd. Bijvoorbeeld, internationale sportfederaties erkennen de autonomie en bevoegdheid van nationale federaties om reglementen vast te leggen, op voorwaarde dat deze regels in overeenstemming zijn met de regels die zijn vastgesteld door de internationale federaties voor de betreffende sport. Dit creëert een hiërarchische structuur in de sportregelgeving. Een vergelijkbare verhouding bestaat tussen nationale federaties en sportclubs.

25
Q

Wat zijn enkele kenmerken van het Europees sportmodel in vergelijking met het Noord-Amerikaanse sportmodel?

A

Enkele kenmerken van het Europees sportmodel zijn:

Een pyramide structuur waarin clubs zijn aangesloten bij regionale sportbonden, nationale federaties en internationale federaties.
Promotie en degradatie in competities, wat betekent dat teams vanaf het laagste niveau kunnen opklimmen tot hogere niveaus.
Een sterke vrijwilligerswerking en nadruk op grassroots-sport.
Een sterk nationaliteitsgevoel binnen de sportwereld.
Internationale competities en evenementen.
Aandacht voor het voorkomen van "negatieve uitwassen" zoals match-fixing en doping.

Enkele kenmerken van het Noord-Amerikaanse sportmodel zijn:

Een sterke scheiding tussen amateur- en professionele sport.
Een grote rol voor scholen en colleges in sportontwikkeling.
Gesloten competities waarin teams niet degraderen, maar deelname wordt bepaald door uitnodiging.
Sterke commercialisering van sport.
Gebruik van collectieve arbeidsregelingen met beperkingen ten aanzien van teams en spelers.
Collectieve onderhandelingen tussen spelers en teams.
26
Q

Wat was de zaak van de Super League bij het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ) en waarover ging de reglementering van FIFA en UEFA?

A

De zaak van de Super League bij het HvJ betrof de vraag of de reglementering van FIFA (Fédération Internationale de Football Association) en UEFA (Union of European Football Associations) tegen de oprichting van de Super League in strijd was met het mededingingsrecht. De Super League was een voorgestelde competitie van topvoetbalclubs die zich wilde afscheiden van de bestaande nationale competities en UEFA-competities. FIFA en UEFA hadden regels en normen opgesteld die dergelijke afscheiding beperkten, en deze regels werden ter discussie gesteld voor het HvJ.

27
Q

Wat is de inhoud van sportreglementen en hoe verhouden ze zich tot wetgeving en rechtspraak?

A

Sportreglementen hebben betrekking op de inhoud en een aantal rechten en plichten van sportbeoefenaars. Ze worden beschouwd als bindend voor de leden van sportverenigingen. Hoewel sportverenigingen een zekere autonomie hebben om hun eigen regels vast te stellen, moeten deze reglementen binnen de grenzen van het dwingend recht en het gemeen recht blijven. Sportreglementen vormen een belangrijke bron van sportnormen, maar ze kunnen worden aangevuld of beperkt door nationale wetgeving en rechtspraak.

28
Q

Welke wetgeving is van toepassing op sport in België en wat zijn enkele voorbeelden van relevante decreten en wetten?

A

: In België valt sport onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschappen. Enkele voorbeelden van relevante decreten en wetten met betrekking tot sport in Vlaanderen zijn:

Het decreet van 24 juli 1996 tot vaststelling van het statuut van de niet-professionele sportbeoefenaar.
Het decreet van 10 juni 2016 houdende de erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector.
Het decreet van 25 mei 2012 betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport.
Daarnaast zijn er ook federale wetten, zoals de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden en de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars, die van toepassing kunnen zijn op bepaalde aspecten van de sport.
29
Q

Welke rol speelt Europa in het vaststellen van wetgeving met betrekking tot sport, en wat zijn enkele belangrijke teksten en conventies binnen de Raad van Europa?

A

Binnen Europa speelt de Raad van Europa een belangrijke rol in het vaststellen van wetgeving met betrekking tot sport. Enkele belangrijke teksten en conventies binnen de Raad van Europa zijn:

European Convention on Spectator Violence and Misbehaviour at Sports Events and in particular at Football Matches (1985): Deze conventie ontstond als reactie op het Heizeldrama en stelde afspraken vast voor de veiligheid bij voetbalwedstrijden.
Anti-Doping Convention (1989): Een conventie gericht op het bestrijden van doping in de sport.
European Sports Charter (1992): Dit document behandelt de waarden en principes van sport in Europa.
Code of Sports Ethics (1992): Richtlijnen voor ethisch gedrag in de sport.
European Convention on the Manipulation of Sports Competitions (2014): Deze conventie verplicht lidstaten om nationale platforms op te richten voor de bestrijding van match-fixing en biedt een wettelijke basis om dit strafrechtelijk te sanctioneren. Hoewel deze conventies niet juridisch bindend zijn, hebben ze geleid tot nationale wetgeving in verschillende landen.
30
Q

Wat is het uitgangspunt van de Europese Unie (EU) met betrekking tot wetgeving rond sport, en wat is de rol van de EU in de regulering van sport?

A

Het uitgangspunt van de Europese Unie (EU) met betrekking tot wetgeving rond sport is dat er geen geharmoniseerde EU-wetgeving bestaat voor sport. De bevoegdheid voor sport ligt voornamelijk bij de lidstaten zelf, en de EU heeft geen specifieke op sport gerichte wetgeving. Echter, sinds het Verdrag van Lissabon in 2009 heeft de EU de bevoegdheid om een aanvullend ondersteunend sportbeleid te voeren. Hoewel er geen specifieke sportwetgeving is, zijn de algemene EU-regels en principes, zoals vrij verkeer, mededinging en staatssteun, van toepassing op sportactiviteiten in de lidstaten.

31
Q

Welke internationale organisaties houden zich bezig met sportgerelateerde zaken op mondiaal niveau?

A

Enkele internationale organisaties die zich bezighouden met sportgerelateerde zaken op mondiaal niveau zijn:

United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization (UNESCO): UNESCO is betrokken bij het bevorderen van de waarden van sport, inclusief educatieve en culturele aspecten.
World Anti-Doping Agency (WADA): WADA is verantwoordelijk voor het bestrijden van doping in de sport en het bevorderen van een eerlijke en schone sportomgeving wereldwijd.
32
Q

Waarom was geschillenbeslechting in de sport lange tijd het monopolie van sportfederaties, en wat veranderde deze situatie?

A

Geschillenbeslechting in de sport was lange tijd het monopolie van sportfederaties, omdat veel federaties regels hadden opgenomen in hun statuten en reglementen die sporters verboden om zich tot de gewone rechter te wenden voor geschillen binnen de sport. Deze regels waren bindend voor de leden van de federaties. Echter, deze situatie veranderde onder invloed van verschillende factoren:

Het Belgische Hof van Cassatie oordeelde op 29 september 1967 dat het recht van een persoon om zich in rechte te verdedigen de openbare orde betreft, wat betekende dat sporters niet volledig uitgesloten konden worden van de gewone rechter.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (E.H.R.M.) oordeelde op 21 februari 1976 dat elke persoon het recht heeft om zijn zaak aan een bij wet ingestelde rechtbank voor te leggen.
Artikel 13 van de Grondwet van België stelt dat niemand tegen zijn wil kan worden afgetrokken van de rechter die de wet hem toekent.
De betrokkenheid van de wetgever nam toe, waardoor de monopoliepositie van sportfederaties werd uitgedaagd.

Dit leidde tot een situatie waarin sportgeschillen zowel intern binnen federaties als voor de gewone rechter konden worden beslecht.

33
Q

Wat is het “marginaal toetsingsrecht” van de gewone rechter met betrekking tot sportgeschillen?

A

Het “marginaal toetsingsrecht” van de gewone rechter houdt in dat de gewone rechter bij geschillen binnen de sportsector de beslissingen en procedures van sportfederaties slechts beperkt kan toetsen. De gewone rechter kan niet volledig treden in de sportgerelateerde besluitvorming van federaties, maar kan wel nagaan of de procedures eerlijk zijn gevolgd en of er geen duidelijke schending is van fundamentele rechten en openbare orde. Het toetsingsrecht is dus beperkt en terughoudend.

34
Q

Welke andere manieren van geschillenbeslechting zijn er naast procedures voor de gewone rechter in sportgeschillen?

A

Naast procedures voor de gewone rechter zijn er verschillende andere manieren van geschillenbeslechting in sportgeschillen, waaronder:

Interne rechtspraak binnen sportfederaties: Sportverenigingen kunnen interne procedures binnen hun federaties gebruiken om sportgeschillen te beslechten. Deze procedures zijn gebaseerd op de reglementen en statuten van de federatie.
Disciplinaire organen: Sportfederaties hebben vaak disciplinaire organen die zich bezighouden met het behandelen van sportgerelateerde overtredingen en geschillen. Deze organen kunnen sancties opleggen aan sporters, coaches en andere betrokkenen.
Arbitrage: Arbitrage is een veelgebruikte methode voor geschillenbeslechting in de sport. Internationale sportgeschillen kunnen worden voorgelegd aan het Court of Arbitration for Sport (CAS), een onafhankelijke instantie die gespecialiseerd is in sportgeschillen. CAS-beslissingen zijn bindend en worden vaak als laatste instantie beschouwd voor sportgeschillen.
35
Q

Welke wet uit 1921 heeft betrekking op de vrijheid van vereniging en welke bepalingen zijn van belang met betrekking tot de bevoegdheid van verenigingen om reglementen op te stellen?

A

De Wet van 24 mei 1921 tot waarborg der vrijheid van vereniging heeft betrekking op de vrijheid van vereniging en is relevant met betrekking tot de bevoegdheid van verenigingen, zoals sportverenigingen, om reglementen op te stellen en af te dwingen. Belangrijke bepalingen in deze wet zijn:

Het recht van een persoon om lid te worden van een vereniging en zich daarmee te onderwerpen aan het reglement van die vereniging.
De verplichting voor leden om interne rechtsmiddelen aan te wenden voordat ze zich tot de gewone rechter kunnen wenden voor geschillen binnen de vereniging.
Er zijn echter uitzonderingen op deze verplichting, zoals het kunnen nemen van bewarende maatregelen of het kunnen wenden tot de rechter wanneer interne rechtsmiddelen geen schorsende werking hebben en de betrokkene onmiddellijk nadeel ondervindt.
36
Q

Wat is het toetsingsrecht van de gewone rechter over handelingen van privaatrechtelijke rechtspersonen, en hoe wordt dit toegepast binnen sportgeschillen?

A

Het toetsingsrecht van de gewone rechter over handelingen van privaatrechtelijke rechtspersonen, zoals sportverenigingen, is in principe beperkt tot wettigheidstoezicht, wat neerkomt op een marginale toetsing. Dit betekent dat de gewone rechter slechts beperkt kan ingrijpen in de beslissingen en procedures van de vereniging, enkel om te toetsen of deze in overeenstemming zijn met de wet en de reglementen van de vereniging. In de praktijk kan het toetsingsrecht echter verder gaan dan enkel wettigheidstoezicht, afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval.

37
Q

Is artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (E.V.R.M.) van toepassing op tuchtprocedures binnen sportorganisaties?

A

In principe is artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (E.V.R.M.), dat het recht op een eerlijk proces waarborgt, ook van toepassing op tuchtprocedures binnen sportorganisaties. Dit betekent dat sporters en andere betrokkenen recht hebben op een eerlijk proces wanneer zij voor tuchtorganen worden gebracht. Echter, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft geoordeeld dat tuchtorganen niet volledig hoeven te voldoen aan de vereisten van artikel 6 E.V.R.M., op voorwaarde dat er beroep openstaat bij een rechter die met volledige rechtsmacht over de zaak kan oordelen. Dit betekent dat de principes van artikel 6 E.V.R.M. niet altijd strikt gevolgd hoeven te worden in tuchtprocedures, zoals die in de sport, zolang er een mogelijkheid is om in beroep te gaan tegen beslissingen die in die tuchtorganen zijn genomen.

38
Q

Welke zaak met betrekking tot sportgeschillen is besproken in het E.H.R.M. arrest van 28 januari 2020 (Riza ea. t. Turkije), en wat was het oordeel van het Hof?

A

De zaak in het E.H.R.M. arrest van 28 januari 2020 betrof de zaak van Riza en andere amateurvoetballers tegen Turkije. In deze zaak werd gesteld dat de uitvoerende instantie van de Turkse voetbalfederatie, de Raad van Bestuur, die altijd grotendeels bestond uit leden of leidinggevenden van voetbalclubs, te veel invloed had op de organisatie en het functioneren van het Arbitragecomité. Bovendien bood de Turkse wet onvoldoende waarborgen om leden van het Arbitragecomité te beschermen tegen externe druk. Het Hof oordeelde dat er sprake was van schending van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (E.V.R.M.), dat het recht op een eerlijk proces waarborgt. Het Hof concludeerde dat er onvoldoende garanties waren voor onafhankelijkheid binnen het arbitrageproces.

39
Q

Welke zaak met betrekking tot sportgeschillen is besproken in het E.H.R.M. arrest van 11 juli 2023 (Semenya t. Zwitserland), en wat was het oordeel van het Hof?

A

De zaak in het E.H.R.M. arrest van 11 juli 2023 betrof de zaak van Semenya tegen Zwitserland. Het betrof een atlete met een te hoog testosterongehalte volgens de regels van de internationale atletiekfederatie. Ze mocht niet langer deelnemen aan wedstrijden tenzij ze medische behandelingen onderging. De internationale federatie had regels opgesteld per atletiekdiscipline. Het TAS/CAS had geoordeeld dat er een voordeel was, maar ook sprake was van bepaalde discriminatie, en dat het onderscheid gerechtvaardigd was om een eerlijke competitie te waarborgen. Deze uitspraak was aangevochten bij de Zwitserse federale rechter, die de uitspraak van het TAS/CAS bevestigde. Uiteindelijk ging de zaak naar het E.H.R.M. Het Hof stelde vast dat er inbreuk was gemaakt op verschillende bepalingen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (E.V.R.M.), met name artikel 14 (verbod op discriminatie) in samenhang met artikel 8 (recht op eerbiediging van privéleven), en artikel 13 (recht op een doeltreffend rechtsmiddel) in relatie tot artikel 14 in samenhang met artikel 8. Het Hof oordeelde dat Zwitserland niet voldoende had getoetst aan het E.V.R.M. met betrekking tot de regels van de internationale atletiekfederatie.

40
Q

Wat zijn enkele procedurele waarborgen die van toepassing zijn in sporttuchtprocedures?

A

Enkele procedurele waarborgen die van toepassing zijn in sporttuchtprocedures zijn:

Onpartijdig en onafhankelijk tuchtrechtcollege: Het tuchtrechtcollege moet onpartijdig en onafhankelijk zijn, en deelnemers aan het vooronderzoek of personen die al standpunten hebben ingenomen, mogen niet oordelen.
Rechten van verdediging:
    Regelmatige oproeping: De persoon die wordt opgeroepen om voor een tuchtcommissie te verschijnen, moet tijdig en persoonlijk worden geïnformeerd over de lopende procedure.
    Mogelijkheid tot inzage en kopiëren van het dossier: De betrokkene moet de kans krijgen om het dossier in te zien en er eventueel kopieën van te maken voordat hij voor de tuchtcommissie verschijnt.
    Openbaarheid van de procedure (tenzij op verzoek van de betrokkene): De behandeling van de zaak en de uitspraak moeten in een openbare terechtzitting plaatsvinden, tenzij de betrokkene uitdrukkelijk om anders vraagt.
    Recht om gehoord te worden.
    Proportionaliteit en motivering van de uitgesproken sanctie: De opgelegde sanctie moet in overeenstemming zijn met de statuten en reglementen van de federatie en evenredig zijn aan de tenlastenlegging. De beslissing moet worden gemotiveerd.
    Mogelijkheid om beroep aan te tekenen: Er moet ten minste één mogelijkheid tot beroep zijn binnen de federatie, en in afwachting van dit beroep moet de opgelegde sanctie worden opgeschort.
41
Q

Welke rechtscolleges in België kunnen betrokken zijn bij de behandeling van sportgeschillen, en welke soorten zaken behandelen ze?

A

Flashcard 40:
Vraag: Wat zijn enkele procedurele waarborgen die van toepassing zijn in sporttuchtprocedures?
Antwoord: Enkele procedurele waarborgen die van toepassing zijn in sporttuchtprocedures zijn:

Onpartijdig en onafhankelijk tuchtrechtcollege: Het tuchtrechtcollege moet onpartijdig en onafhankelijk zijn, en deelnemers aan het vooronderzoek of personen die al standpunten hebben ingenomen, mogen niet oordelen.
Rechten van verdediging:
    Regelmatige oproeping: De persoon die wordt opgeroepen om voor een tuchtcommissie te verschijnen, moet tijdig en persoonlijk worden geïnformeerd over de lopende procedure.
    Mogelijkheid tot inzage en kopiëren van het dossier: De betrokkene moet de kans krijgen om het dossier in te zien en er eventueel kopieën van te maken voordat hij voor de tuchtcommissie verschijnt.
    Openbaarheid van de procedure (tenzij op verzoek van de betrokkene): De behandeling van de zaak en de uitspraak moeten in een openbare terechtzitting plaatsvinden, tenzij de betrokkene uitdrukkelijk om anders vraagt.
    Recht om gehoord te worden.
    Proportionaliteit en motivering van de uitgesproken sanctie: De opgelegde sanctie moet in overeenstemming zijn met de statuten en reglementen van de federatie en evenredig zijn aan de tenlastenlegging. De beslissing moet worden gemotiveerd.
    Mogelijkheid om beroep aan te tekenen: Er moet ten minste één mogelijkheid tot beroep zijn binnen de federatie, en in afwachting van dit beroep moet de opgelegde sanctie worden opgeschort.

Flashcard 41:
Vraag: Welke rechtscolleges in België kunnen betrokken zijn bij de behandeling van sportgeschillen, en welke soorten zaken behandelen ze?
Antwoord: In België kunnen verschillende rechtscolleges betrokken zijn bij de behandeling van sportgeschillen, afhankelijk van het type zaak:

Voorzitter Rechtbank Eerste Aanleg zetelend in kort geding: Deze rechter is vaak de "sportrechter bij uitstek" en behandelt snel tussenkomende geschillen, neemt voorlopige maatregelen en behandelt de meeste geschillen met betrekking tot de niet-correcte toepassing van tuchtprocedures binnen sportverenigingen en uiteenlopende andere sportgerelateerde kwesties. In deze procedures wordt vaak geen uitspraak ten gronde gedaan.
Arbeidsrechtbank: De arbeidsrechtbank behandelt geschillen met betrekking tot arbeidsovereenkomsten in de sport, zoals loonbetalingen, beëindiging van arbeidscontracten, verwijzing van spelers naar de B-kern, niet-opstellen van spelers, enz.
Burgerlijke rechtbanken: Deze rechtbanken behandelen geschillen over burgerlijke rechten die betrekking hebben op sport. Afwijking van deze rechtbanken is alleen mogelijk via arbitrage. Voorbeelden van zaken die door burgerlijke rechtbanken kunnen worden behandeld, zijn geschillen over contractuele overeenkomsten en aansprakelijkheidsvorderingen.
Strafrechter: De strafrechter behandelt strafrechtelijke inbreuken in verband met sport, zoals gevallen van letselschade waarin vorderingen worden ingesteld voor opzettelijke of onopzettelijke slagen en verwondingen.
Hoogste Belgische rechtscolleges: De hoogste Belgische rechtscolleges, zoals het Hof van Cassatie, behandelen cassatieberoepen, beroepen tot nietigverklaring en vorderingen tot schorsing bij de Raad van State en het Grondwettelijk Hof.
Europese rechters / Zwitserse federale rechter: In gevallen waarin de Europese rechtsregels op sport van toepassing zijn, kunnen sportgeschillen worden voorgelegd aan Europese rechters, bijvoorbeeld via prejudiciële vragen of rechtstreekse procedures.

ChatGPT can make mistakes. Consider checking important information.

42
Q

Welke disciplinaire instanties zijn betrokken bij de behandeling van sportzaken in de Vlaamse Gemeenschap, met name op het gebied van doping?

A

In de Vlaamse Gemeenschap zijn er disciplinaire instanties die zich bezighouden met sportzaken, met name op het gebied van doping, zoals geregeld in het Decreet Medisch Verantwoorde Sportbeoefening. Deze instanties omvatten:

Disciplinaire commissie: Deze commissie is bevoegd om disciplinaire maatregelen te nemen tegen sportbeoefenaars.
Disciplinaire raad antidoping: De disciplinaire raad antidoping behandelt hoger beroepen tegen beslissingen van de disciplinaire commissie met betrekking tot dopingzaken.
De bevoegdheid van deze instanties is beperkt tot niet-elite sporters en breedtesporters die niet onder de disciplinaire bevoegdheid vallen van een aangesloten federatie.
43
Q

: Wat is het Vlaams Sporttribunaal en wat zijn de kamers ervan?

A

Het Vlaams Sporttribunaal is een organisatie of vereniging zonder winstoogmerk (VZW) die is opgericht door verschillende Vlaamse sportfederaties. Het tribunaal behandelt sportgeschillen, met name op het gebied van doping en grensoverschrijdend gedrag in de sport. Het tribunaal werd oorspronkelijk opgericht als het Vlaams Dopingtribunaal voor elitesporters, maar werd in 2020 omgevormd tot het Vlaams Sporttribunaal. Het tribunaal heeft twee kamers:

Kamer doping: Deze kamer behandelt zaken met betrekking tot doping en disciplinaire maatregelen tegen sportbeoefenaars die dopingregels hebben overtreden.
Kamer grensoverschrijdend gedrag: Deze kamer behandelt zaken met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag in de sport, zoals klachten over ongewenst gedrag, misbruik, intimidatie, enzovoort.