Inleiding Flashcards

(7 cards)

1
Q

Wat zijn regenten?

A

Regenten hebben in een republiek de grootste macht (rijke burgers).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de belangen van regenten?

A

Regenten willen meer geld, door middel van handel en dus willen ze vrede.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de belangen van de stadhouder?

A

Hij wilt oorlog voeren, voor zijn status/positie, want hij wordt dan belangrijk gezien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn staatsburgers?

A

Staatsburgers voeren handel en ambacht uit en hebben ook veel macht, dus staan niet ver van de adel vandaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een burgerlijk land?

A

Een land geregeerd door burgers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een republiek?

A

Een land zonder koning en waarin het belang van iedereen wordt meegewogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn stadsburgers?

A

Mensen die leven van handel en ambacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly