Paragraaf 4: De Nederlandse Opstand Flashcards

(11 cards)

1
Q

De Nederlandse opstand begint in 1568 tot 1648, dit kwam door:

A

1566 -> beeldenstorm: bij het protestantisme worden er geen heiligen vereerd (geen schilderijen/beelden etc), want teveel afleiding alleen bijbel is voldoende.

Filips is streng katholiek, alle protestanten werden vervolgd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat waren hagenpreken?

A

Protestanten mogen hier bij elkaar komen en preken houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Filips II wilde dat er bloedplakkaten werden uitgevoerd, maar de mensen die het moesten uitvoeren deden dat niet, wat was het gevolg hiervan?

A

Er kwamen opstandigen steden (leider was Willem van oranje) en er kwamen burgeroorlogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Filips II was boos en stuurde Margaretha weg (nadat ze zei dat de bloedplakkaten moesten stoppen) wat deed hij nog meer?

A

Hij stuurde Alva (hertog) met als opdracht om alle beeldenstormers in Nederland op te pakken. Hij liet iedereen bekennen door martelingen (ook misschien mensen die het niet echt hadden gedaan).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Er begint een soort familie traditie, wat houdt dit in? En wie deed dit en waarom? Welke slag vond er plaats?

A

Zodra er een buitenlandse invasie komt vluchten ze weg.

Willem van Oranje vluchtte naar Duitsland om een leger te verzamelen, want daarmee wilde hij Alva gaan bestrijden.

1568 -> eerste Nederlandse opstand: via Groningen vind de eerste slag plaats, eerste en laatste succes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Na de eerste slag liep het vast, totdat:

A

De watergeuzen (protestanten die land ontvluchten zij door op het water te leven), bij den Briel aankwamen en katholieken gingen vermoorden.
-> Hierdoor kwam de opstand steeds meer op.

Er waren veel katholieken in Amsterdam (team Filips) en daarom deed Amsterdam ook niet gelijk mee, dus ook een soort burgeroorlog.

Steden komen in opstand (bijv Leids ontzet).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Is het zuiden vooral team Filips of niet?

A

Ja, het zuiden is vooral katholiek en dus team Filips.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat vond plaats in 1585?

A

De val van Antwerpen -> Antwerpen werd ingenomen door Spanje en gaan vluchten naar het noorden. Ze namen al hun kennis over de handel mee, ook hun kapitaal en hun contacten. Zo wordt Amsterdam de nieuwe handelsplek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zagen de burgers zichzelf na de val van Antwerpen?

A

Noord: Er heerste een burgerlijke cultuur: mensen zagen zichzelf net zo belangrijk als de koning/adel.

Zuid: nog steeds respect voor de koning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was het gevolg van de Nederlandse opstand?

A

Het land werd in tweeën gesplitst, het Noorden kon zich ontwikkelen (en werd een basis gelegd voor het tegenwoordige Nederland) en doordat de koning werd afgezet kregen de burgers vrij spel om een republiek te bouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat was de globale tijdlijn?

A

Noordelijke Nederlanden werkten samen tegen Alva en Filips.

1584: Willem van Oranje werd vermoord en kon dus geen koning meer worden.

1588: ze konden geen kandidaat voor de koning vinden, dus werd het een republiek opgericht onder Johan van Oldenbarnevelt.

1681: plakkaat van verlating -> ze zeggen tegen Filips dat hij niet meer hun koning is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly