Paragraaf 5: De Nederlandse Republiek Flashcards

(15 cards)

1
Q

Hoe was de republiek opgebouwd?

A

De republiek bestaat uit 7 gewesten die onafhankelijk zijn en er is geen centraal gezag. De gewesten hebben wel een stadhouder (plaatsvervanger voor de koning, een soort koning in een gewest).

Groningen en Friesland kiezen elke keer een nakomeling van Willem van Oranje als stadhouder. Alleen de lijn stopt nadat er geen kinderen meer kwamen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat was de voornaamste taak van een stadhouder?

A

Het leger aan voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar streefden stadhouders meer naar, maar werd tegengehouden?

A

Ze streefden naar meer eenheid, maar het stedelijk particularisme heeft overwonnen (geen stedelijk gezag), bestuurders kunnen het beleid maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn regenten?

A

Stadsbestuurders die voort kwamen uit aanzienlijke burgers families.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In 1588 was er nog steeds oorlog doordat de opstand nog bezig was. Hoe werd dit opgelost?

A

Johan van Oldenbarnevelt loste de chaos op. Hij slaagde erin om het hele bestuur op 1 lijn te krijgen. Hij werd een soort politieke leider.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurde er in 1595?

A

Oldenbarnevelt was bezig met de VOC -> handel in oost (Azië).
Handelskapitalisme: economisch systeem waarin de handel de belangrijkste vorm van winst is.

Alleen VOC handelden in Azië dus weinig concurrentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat werd er in Amerika opgericht en waar waren ze vooral mee bezig?

A

WIC -> bezig met slavenhandel. Strijd tegen Spanje.

Plan gemaakt (groot desseyn) hoe ze Spanje konden verdrijven.

Piet Heijn veroverde de zilvervloot waardoor de WIC ineens veel geld had.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kon zo’n klein land stand houden?

A

-> Alle andere landen waren druk met zichzelf.
- Duitsland (dertigjarige oorlog): een godsdienstoorlog tussen protestante en katholieke Duitse vorsten.
- Frankrijk: religieuze onrust (protestanten vs katholieken), maar ook mensen van adel die de macht van de koning willen afpakken.
- Engeland: mensen van adel wilde de koning inperken, want ze waren bang voor een absolute heerser. Dit leidde tot burgeroorlogen en onthoofding van de koning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Doordat de andere landen druk waren met zichzelf had Nederland ruimte om…

A

Oorlog te voeren tegen Spanje.

1648: de oorlog werd beeindigd door de Vrede van Munster.

Ook scheiding tussen Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden werd definitief gemaakt.

Ook einde gemaakt aan de dertig jarige oorlog, want ‘de vrede van Munster’ was een onderdeel van het algemeen Europees vredesverdrag (de Westfaalse vrede).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurde er in 1672?

A

(Rampjaar) De republiek werd aangevallen door Frankrijk, Engeland, Duitsland, Munster en Keulen, bijna einde aan republiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom zou Frankrijk aanvallen?

A

Lodewijk we 14e was aan de macht en was gericht op het groot maken van Frankrijk. Hij was bang voor de Nederlandse republiek, want die zou slechte ideeën kunnen overbrengen naar het Franse volk: het idee dat er geen koning nodig was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom zou Engeland aanvallen?

A

Nederland was een concurrent op zee en de Engelse koning had geld nodig. Michiel de Ruyter hield de Engelse op zee tegen en het binnenland werd verdedigd door een waterlinie (doorsteken van dijken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er door dit rampjaar?

A

De Gouden Eeuw stop, want economisch is het wel gedaan. De regentenfamilies houden steeds meer macht bij zichzelf en houden minder rekening met de republiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de moedernegotie en wie helpt dit en waarom?

A

Moedernegotie: internationale handel tusesn Hollandse kooplieden en landen uit het Oostzeegebied.

Dankzij moedernegotie kunnen landbouwers veel verdienen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie voerden een mercantilistische politiek uit en wat voor invloed had dit op Nederland?

A

Frankrijk en Engeland voerde een mercantilistische politiek (met wettelijke maatregelen en in- en uitvoertarieven werd de eigen handel beschermd) uit nadat ze waren gestabiliseerd.

Voor Nederlandse was er door steeds minder plaats als vrachtvaarders (schepen of vervoerders die vracht transporteren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly