integratie Flashcards

(92 cards)

1
Q

wat kan uit chrotnische reflux oesofagitis ontstaan?

A

Barret metaplasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn symptomen van GER?

A
  • retrostanale pijn bij maaltijd of bij liggen
  • verergering van de pijn bij consumeren van vet of pittig voedsel, alcohol, cafeine of grote maaltijd
  • terugstromen slijm en voedsel
  • misselijk
  • hoesten
  • zuurbranden
    –> bloedbraken of malena is ernstig
  • gevoelige epigastro
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn risicofactoren van GER?

A
  • hoge leeftijd
  • kinderen onder 1
  • postitieve familie anamnese
  • obesitas
  • alcohol
  • roken
  • zwanger
  • hernia diafragmatica
  • NSAID para sympaticolytica en calciumantagonisten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt GER behandeld?

A
  • leefstijl verandering
  • ppi, anticidum of H2 receptor antagonist
  • fundoplicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de meest voorkomende hartritme stoornis?

A

atriumfibrileren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn risicofactoren van hartritme stoornissen?

A
  • vrouw
  • positieve familie anamnese
  • medicatie/ drugs
  • diabetes
  • cafeine gebruik
  • slaap apneu
  • eerder hartaandoeningen
  • hypertensie
  • hyperthyreoidie
  • obesitas
  • oud
  • bloedarmoede
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn symptomen van acute hepatitis?

A
  • algehele malaise
  • braken
  • diaree
  • koorts
  • spierpijn
  • minder eetlust-
  • hepatosplenomegalei
  • icterus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn symptomen van chronische hepatitis?

A
  • algehele malaise
  • vermoeid
  • icterus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn risicofactoren van welke soort hepatitis?

A

a: kinderleeftijd
b en c: intraveneus drugs, sexueel contact
d: infectie hepatitis b
auto - immuun: vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt hypertensie behandeld?

A

onder 50 = ACE remmer
50-70 = thiazide ddiureticum/ calciiumantagonis
ouder 70 = diureticum
diabetes = thiazide diureticum
chronische nierschade = ACE remmer
afrikaans = calcium antagonsit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn symptomen van CU?

A
  • zeurende buikpijn
  • loze aandrang
  • darmkrampen
  • bloed of slijm , opgezette buik en koorts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de symptomen van CROhn?

A
  • obstipatie
  • loze aandrang
  • buikpijn
  • darmkrampen
  • anale kalchten
  • maolabsorptie
    stress kan voor opvlamming zorgen
  • ## gootsteen geruis afwezigheid peristaltiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn symptomen van een longembolie?

A
  • plotselinge dyspneu
  • pob aan ademhaling’- hemoptoe
  • pleura wrijven
  • hypotensie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn risicofactoren voor een longembolie>

A
  • veneuze tromo-emoblie in vg
  • oestrogeen gebruik (pil0
  • maligniteiten
  • lange vlucht
  • recente operatie
  • trombofili/ stollingsproblemen in de familie
  • pleurawrijven
  • hypotensie en verlaagde saturatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn risicofactoren van obstipatie?

A
  • onderliggende somatische oorzaak
  • zwangerschap
  • weinig drinken
  • weinig bewegen
  • weinig vezelinname
  • niet toegeven aan deficatie drang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe defineren we orthostatische hypertensie?

A

daling 20 systolisch en 10 diastolisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn risicofactoren van orthostatische hypertensie?

A
  • oud’
  • laag BMi
  • bedrust
  • hypertensie
  • medicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is er naast ontsteking ook aanwezig bij chronische pancreatitis?

A

fibrotisering, ook komt het vaker voor en is het dodelijker dan acute pancreatitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn oorzaken van acute pancreatitis?

A
  • autodigestie –> infectie, bloeding shock
  • galstenen
  • toxinen
  • drugs
  • trauma, door ERCP
  • metabole abnormaliteiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn oorzaken van chronische pancreatitis?

A
  • cyctic fybrosis
  • hemochromatoze
  • autoimmun
  • maligniteti
  • genetisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn symptomen van acute pancreatitis?

A
  • pijn uitstralen naar rug
  • pijn na eten
  • voorover gebogen
  • pijn bij bewegen
  • misselijk en braken
  • drukpijn in buik
  • koort
  • icterus
  • teken van cullen en grey turner
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn symptomen van chronische pancreatitis?

A
  • buikpijn
  • gewichtsverlies
  • steatorroe
  • malabsorptie
  • diabetes
  • icterus
  • ascites
  • pseudocystesvorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat meten voor ACUTE pancreatitis?

A

lipase/ amylase maar lipase is specifieker –> 3x bovenste limiet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe wordt de diagnose bij chronische pancreatitis gesteld?

A

calcificaties bij echo en ontlasting analyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Waar ontstaan een pericarditis altijd secundair aan?
BWI
26
Wat zijn symptomen van een pericarditis?
- scherpe pob uitstralend naar linkerouder of arm - pijn vermindert door vooroverbuigen en vergert bij liggen - angstig gevoel - koorts - kortademig of benauwd - een chronische pericarditis is vaak niet pijnlijk - vochophoping buik en benen --> oedeem - koorts - snelle pols - pericard wrijven en multinodulair struma - gegeneraliseerde ST- depressies - pericard effusie zichtbaar op echo0
27
Wat zijn risicofactoren voor een pericarditis?
- kunstklep - congenitale afwijkingen - virale infectie - systemische ziekten - trauma aan borst slokdarm of hart
28
Wat zijn symptomen van PAV/
- pijn - ulceraties - gangreen - verkleuring huid - minder pulsaties - bleker en kouder been - souffle over a. femoralis Enkel- arm < 0,9
29
Wat zijn risicofactoren van PAV?
- roken - hypertensie - hoge leeftijd - man dyslipidemie - obesitas - familie - DM - betablokkers of ergotamine
30
Wat is er bij een pneumonie aan de hand?
shunt --> hypoxemie
31
Wat zijn symptomen van een pneumonie?
- kan heel aspecifiek zijn vooral bij ouderen - acute dyspnoe - koorts - koude rillingen - sputum productie - pijnlijke ademhaling - creptitaties - pleura wrijven - 1 zijdig dempen - verhoogde CRP, BSE en leukocyten
32
Wat zijn risico factoren van een pneumonie?
- man'- jonger dan 1 of ouder dan 75 - roken/ astma / copd - dm - hart en vaaktieken - HIV - aspriatie -
33
Wat zijn risico factoren van een pneumonie?
- man'- jonger dan 1 of ouder dan 75 - roken/ astma / copd - dm - hart en vaaktieken - HIV - aspriatie -
34
Wat zijn symptomen van penumothorax?
- acuut ontstane dyspneu - scherpe thoracale pijn - hypoxie - hypertympanie percussie - tachycardie - spannings pneumothorax heeft ook hypotensie
35
stel iemand ouder dan 45 heeft PBS klachten, wat moet dan eerst worden uitgesloten?
- organische aandoening: cooncarcinoom
36
Wat houden de Rome 3 criterea voor PBS in?
- minimaal 3 maanden 3 dagen last - langer dan 6 maanden bezig - verminderde kalchten na deficatie - klachten kangen samen met deficatie frequentie en ontlastig=ng deficientie
37
Hoe kan een HP aangetoont worden bij een ulcus pepticum?
C13 ureum test of gastroduodenoscopie
38
Wanneer kan je een inspiratoire stridor hebben?
Obstructieve symtomen
39
Wat zijn symptomen van een acuute corpus alienum?
- plots heftig hoesten - cyanose - stridor - benauwd - braken
40
Wat kan je horen bij een pneumonie?
eenzijdige crepitaties en matte percussie
41
Wat kan je bij een pneumonie zien op een x- thorax?
consolidatie door ontsteking en silhoutee sign pneumonie is vaak bacterieel dus behandeling met antibiotica als dit zo is.
42
Hoe is de TLC bij COPD?
normaal of verhoogd
43
Hoe is de FEV1/FVC bij copd ( wat meot het zijn)
< 70% en < -1,64 sd
44
Welke medicatie kan je bij COPD geven?
bronchodilatoren: langwerkende B2- agonisten, m- antagonisten ( SAMA en LAMA zoals ipratroprium)
45
Welke medicatie kan je bij COPD geven?
bronchodilatoren: langwerkende B2- agonisten, m- antagonisten ( SAMA en LAMA zoals ipratroprium)
46
Wat kan je bij longfibrose op de x- thorax zien?
kerley lijnen: dunne/ dikke witte lijnen in longweefsel door hoge hydrostatische druk
47
Wat zijn dymptomen van IPF?
crepitaties en clubbibng
48
Wat zijn symptomen van acute bronchitis?
- rhonchi of crepitaties - benauwd met piepende ademhaling - thoracale pijn
49
Hoe klinkt een pneumothorax?
minder ademexcursies, minder ademgeruis, hypersonore percussie emfyseem of bullae is risicofactor voor pneumothorax
50
Wat zijn GER risicofactoren?
hiatus hernia, overgewicht en roken
51
Wat zegt een positieve DAT bij anemie?
auto-immuun hemolytische anemie
52
Wat is de oorzaak van microcytaire anemie??
ijzergebrek of chronische ziektes --> lage retis en menstruatie
53
Wanneer spreken we van een hemolytische anemie?
verhoogd LDH en bilirubine en laag haptoglobuline
54
Hoe wordt stabiele AP behandeld?
eerst leefstijl adviezen, dan medicatie: - symtomen verlichten: beta blokkers, calcium antagonisten, trombocyten aggregratie remmers en nitraten - preventie: ACe remmers en statines
55
Met welke 5 geneesmiddelen wordt behandeld na een hart infarct?
statine, p2y12- remmer, ace remmer, beta blokker en asprine
56
Wat zijn de risicofactoren van DVT ( trias van virchow)
- vaatwandbesfchadiging - stase in bloedstroom door immobilitiet - veranderde bloedsamenstelling
57
Hoe kan je de diagnose DVT stellen?
klinische schatting, CUS en D- dimeer klinisch 2 = CUS en en < 2 = d- dimeer . o,5 = cus maar kan door zwanger of malignitiet ook verhoogd zijn.
58
Hoe wordt DVT behandeld?
LMWH 5 dagen en dan dabigatran/ edoxaban
59
Wat geef je niet bij een malignitiet?
vit k antagonist.
60
Wat zijn symptomen van CVI?
pitting oedeem eczeem erytheem varices pigmentatie ulcus
61
hoe diagnostiseer je CVI?
echodoppler, flebografisch onderzoek
62
Wat zijn symptomen van hypothyreoidie?
- koud- intolerantie - bradycardie - obstipatie - beperkte inspanning - vermoeid - hees - spierpijn - koude droge huid - gewichtstoename - cognitief achteruit - oedeem - trage spraak
63
Hoe stel je feochromocytoom diagnose?
adrenaline, noradrenaline, ct en mri en I 123 alfa blokkers en calciumantagonisten geven
64
Wat zegt een normaal ecg en normale troponines?
instabiele AP --> behandelen met isosorbidedinitraat Zijn de cardia enzymen wel verhoogd --> nstemi en stemi
65
Hoe diagnostiseer je een longembolie?
eerst Wells- yeats en dan d- dimeer en CT scans
66
Welke labwaarden heb je bij langaanhoudende cholelithiasis?
- verhoogd AF - verhoogd Gamma GT en verhoogd bilirubine en ALAt en ASAT
67
Hoe behandel je ulcera?
- zuurremmers: histamine blokkers en PPI - anti h- pylori therapie bij aanwezigheid H. pylorie - staken NSAID's pf vervanging door COX-2 selectief NSAID
68
Wat zegt bilirubine?
maat b=voor lever methabolisme
69
Wat zeggen ALAT en ASAT?
maat voor leverschade
70
Wat zeggen AF en gamma GT?
galstuweing
71
Wat zegt Protrombine tijd?
stolling synthese
72
wat zegt albumne
synthese
73
wat zegt ammonium
proteolyse en ureumsynthese
74
Wat zijn symptomen van een enkelverstuiking?
- pijn - zwelling - rood/ blauw - warmte - niet gebruiken - instabiel gewricht
75
Hoe behandel je een verstuikte enkel?
Protect, Rest, ICe, Compress, elevate --> acuut of thuis er kan als het ernstig is rustgips aangebracht worden, later loopgips of een brace
76
Wat zijn de Ottawa Ankle Rules?
- drukpijn dorsale zijde laterale malleolus en mediale malleolus - drukpijn op basis van de 5re metatarsale - drukpijn op os naviculare
77
Wat is een avalsie fractuur?
stukje bot breekt af samen met het lichament
78
Hoe worden kneuzingen behandeld?
Ook met PRICE en met aanvulling van pijnstilling als paracetemol en NSAID
79
Wat is er aan de hand bij een diabetische ketoacidose?
hyperglycemie, ketonemie en metabole acidose Ze kunnen zijn ontstaan door insuline tekort of myocardinfarct, wanger of infectie
80
Wat zijn symptomen van een diabetische ketoacidose?
- braken - dorst - polyurie - gewichtsverlies - abdominale pijn - zwak - cloptage - tachykardie - hypotensie en hypotherie - dehydratie - droge huid - hyperventilatie - minder bewustzijn
81
Hoe wordt een diabetische ketoacidose behandeld?
induline 4 per uur en 0,7 NACL en 20 mmol KCl per kolf 500 cc
82
wat is acute tubulaire necrose?
Door pre- renale factoren is ischemie ontstaan, mogelijk door hypotnesie en door bd verhoging kan het dan ook opgelost worden.
83
Wat is acute tubulo interstitiele nefritis?
bij allerchische reactie en dan heb je vlekken op de huid met veel eosifine granulocyten
84
wanneer is obesitas therapie succesvol?
- verdere gewichtstoename wordt voorkomen - lichaamsgewicht verminderd met 5-10% - gewichtsverlies wordt in stand gehoouden
85
Welke familiare kenmerken heb je bij FH?
- xanthoom - xanthelasmata - arcus lipoides
86
Wat is niet schaden?
Met JOUW handelingen niet opzettelijk kwaad doen
87
wat is proportionaliteit?
De voordelen moeten opwegen tegen de nadelen
88
Wat is sibsidariteit?
Er moet voor de minst schadelijke optie gekozen worden
89
Wat is paternalisme en welke soorten zijn er?
voorbij gaan aan iemand wil in het belang van die persoon, je hebt zwak en sterk, zwak = zonder het te weten en sterk = moedwillig
90
utilisme
grootste groep gaat er het meest op vooruit
91
egalitarisme
gelijkheid moet in het voordeel van de minste werken zodat iedereen gelijk wordt --> de sterkste schouders dragen de meeste lasten --> meer gezondheidwist aangeboden aan de mensen in de hoogste nood
92
Wat zijn de doelen van de geneeskunde?
- preventie van ziekte en letsel en bevordering en behoud van gezondhied - verlichting pijn en lijden veroorzaaktd door aandoeningen - verzorging en genezing van zieken en zorg voor die die niet genezen kunnen worden - vermijden van vroegtijdige dood en nastreven van een vreedzame dood