juridisch-politie jargon Flashcards

(84 cards)

1
Q

le rapport écrit

A

het schriftelijke verslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

l’abus de droit

A

het rechtsmisbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

être admissible

A

toelaatbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

l’amende

A

de geldboete

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

l’application immédiate

A

de onmiddelliijk toepassing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

l’approbation

A

de goedkeuring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

l’arrestation

A

de arrestatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

arrêter

A

aanhouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

l’audition

A

het verhoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

l’aveu

A

de bekentenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de bonne moeurs

A

de goede zeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

l’ayant-droit

A

de rechthebbende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

la cause

A

de oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

être en cause

A

in het geding zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

à charge de

A

ten laste van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

les circonstances atténuantes

A

de verzachtende omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

classer sans suite

A

seponeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

civil

A

burgerlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

commettre un crime

A

een misdaad pleggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

comparaître devant le tribunal

A

voor de rechtbank verschijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

la condamnation

A

de veroordeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

condamner

A

veroordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

conformément à

A

overeenkomstig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

la condition

A

de voorwaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
le consentement
de toestemming
26
la Constitution
de Grondwet
27
la contrepartie
de tegenprestatie
28
le contribuable
de belastingplichtige
29
la convocation
de oproeping
30
la copie
de afschrift
31
le créancier
de schuldeiser
32
le crime
de misdaad
33
le délit de fuite
de vluchtmisdrijf
34
déni de justice
de rechtsweigering
35
la détention
de hechtenis
36
détention préventive
de voorlopige hechtenis
37
le domicile
de woonplaats
38
l'échéance
de vervaldag
39
l'enquête
het onderzoek
40
en flagrant délit
op heterdaad
41
le fonctinnaire
de ambtenaar
42
la force majeure
de overmacht
43
l'huissier de justice
de gerechtsdeurwaarder
44
l'impôt
de belasting
45
l'incapacité
de onbekwaamheid
46
l'infraction
het misdrijf
47
le juge de paix
de vrederechter
48
le jugement
het vonnis
49
la jurisprudence
de rechtspraak
50
légal
wettelijk
51
la majorité
de meerderheid
52
le mandat d'arrêt
het bevel tot aanhouding
53
le médiateur
de bemiddelaar
54
la mise en demeure
de ingebrekstelling
55
Le Moniteur Belge
de Belgische Staatblad
56
la pièce à convitction
het bewijsstuk
57
sanctionner
bestraffen
58
être responsable
aansprakelijk zijn
59
la responsabilité civile
de burgelijke aansprakelijkheid
60
tentative de
poging tot
61
le gouvernement
de regering
62
vérification des antécédents
antecedentenonderzoek
63
incapacité de travail
arbeidsongeschikt
64
entrave à la décision
beslisbelemmering
65
composition familiale
gezinssamenstelling
66
casier judiciaire
composition familiale
67
accusation
beschuldiging
68
peine de mort
doodstraf
69
vol à main armée
gewapende overval
70
rançon
losgeld
71
meurtrier
moordenaar
72
s'évader
ontsnappen
73
suspect
verdachte
74
en liberté conditionnelle
voorwaardelijke in vrijheidsstelling
75
les détectives
de speurders
76
être derrière les barreaux
achter de tralies zitten
77
trouver la mort, décédé dans une attaque
omgekomen bij een aanslag
78
procéder à une perquisition du domicile
een huiszoeking uitvoeren
79
Droit Commercial
Handelsrecht
80
Equilibre offre et la demande
Evenwicht tussen vraag en aanbod
81
exportations et importations
Uitvoer en Invoer
82
l'injonction d'éloignement
de omgangsverbod
83
la chasse à l'homme
de klopjacht
84
revenir à la raison
voor rede vatbaar zijn