Kapitel 1 Flashcards
(105 cards)
1
Q
Sich anstrengen
A
Zich inspannen
2
Q
Daheim
A
Thuis
3
Q
Durchschnittlich
A
Gemiddeld
4
Q
Eng
A
Nauw
5
Q
Der Erfolg
A
Het succes
6
Q
Die Erziehung
A
De opvoeding
7
Q
Der Grund
A
De reden
8
Q
Die Leidenschaft
A
De passie
9
Q
Locker
A
Relaxed
10
Q
Der Schauspieler
A
De acteur
11
Q
Tatsächlich
A
Inderdaad
12
Q
Die Umfrage
A
De enquête
13
Q
Die Umwelt
A
Het milieu
14
Q
Der Vertreter
A
De vertegenwoordiger
15
Q
Wählen
A
Kiezen
16
Q
Bescheid wissen
A
Op de hoogte zijn
17
Q
Das Bild
A
De afbeelding
18
Q
Bügeln
A
Strijken
19
Q
Der Duft
A
De geur
20
Q
Erhalten
A
Krijgen
21
Q
Erringen
A
Behalen
22
Q
Der Forscher
A
De onderzoeker
23
Q
Der Kreis
A
De kring
24
Q
Reichen
A
Voldoende zijn
25
Scheitern
Mislukken
26
Sicher
Veilig
27
Der Stau
De file
28
Stur
Koppig
29
Der Tratsch
Het geroddel
30
Verrückt
Gek
31
Het karakter
Der Charakter
32
Betrouwbaar
Zuverlässig
33
Ijverig
Fleißig
34
Inlevend
Einfühlsam
35
Degelijk
Gründlich
36
Verbaasd
Erstaunt
37
Verdrietig
Traurig
38
Knap
Hübsch
39
Lelijk
Hässlich
40
De baard
Der Bart
41
Gespierd
Muskulös
42
Het kapsel
Die Frisur
43
De krul
Die Locke
44
De snor
Der Schnurrbart
45
De sproeten
Die Sommersprossen
46
Allmählich
Langzamerhand
47
Der Alltag
Het dagelijks leven
48
Das Alter
De leeftijd
49
Die Begeisterung
Het enthousiasme
50
Die Beziehung
De relatie
51
Ersetzen
Vervangen
52
Das Gehalt
Het salaris
53
Die Leistung
De prestatie
54
Der Nachbar
De buurman
55
Nutzen
Gebruiken
56
Der Schritt
De stap
57
Die Trennung
De scheiding
58
Unterschiedlich
Verschillen
59
Verbringen
Doorbrengen
60
Das Ziel
Het doel
61
Die Art
Het soort
62
Die Auseinandersetzung
Het conflict
63
Bestimmt
Zeker
64
Bilden
Vormen
65
Blöd
Dom
66
Brauchen
Nodig hebben
67
Faul
Lui
68
Pflegen
Verzorgen
69
Schützen
Beschermen
70
Ständig
Voortdurend
71
Üben
Oefenen
72
Veröffentlichen
Publiceren
73
Versuchen
Proberen
74
Verzeihen
Vergeven
75
Der Vorschlag
Het voorstel
76
De ex
Der/Die Ex
77
Het gevoel
Das Gefühl
78
Het humeur
Die Laune
79
De kerel
Der Typ
80
Het liefje
Der Schwarm
81
Ongehuwd
Ledig
82
Opscheppen
Angeben
83
De passie
Die Leidenschaft
84
De relatie
Die Beziehung
85
Scheiden
Trennen
86
De single
Der Single
87
Het stelletje
Das Prächen
88
Trouwen
Heiraten
89
Het uiterlijk
Das Aussehen
90
De vriendenclub
Die Clique
91
Der Absatz
De alinea
92
Also
Dus
93
Damit
Zodat
94
Deshalb
Daarom
95
Doch
Echter
96
Fast
Bijna
97
Gerade
Juist
98
Manchmal
Soms
99
Der Satz
De zin
100
Schwer
Moeilijk
101
Sofort
Direct
102
Sonst
Anders
103
Statt
In plaats van
104
Weil
Omdat
105
Zeigen
Laten zien
