Trede 7 - Woordjes Flashcards
(82 cards)
1
Q
Mijn
A
Mein
2
Q
Jouw
A
Dein
3
Q
Zijn
A
Sein
4
Q
Haar
A
Ihr
5
Q
Ons / Onze
A
Unser
6
Q
Jullie
A
Euer
7
Q
Hun
A
Ihr
8
Q
Uw
A
Ihr
9
Q
Moeten
A
Söllen
10
Q
Mogen
A
Dürfen
11
Q
Tellen
A
Zählen
12
Q
Aanbevelen
A
Empfhelen
13
Q
Geschikt zijn
A
Sich eignen
14
Q
Duiken
A
Tauchen
15
Q
Ontdekken
A
Entdecken
16
Q
Voldoende zijn
A
Genug sein
17
Q
Erop letten
A
Beachten
18
Q
Onderscheiden
A
Unterscheiden
19
Q
Praten
A
Reden
20
Q
Nodig hebben
A
Brauchen
21
Q
Gebeuren
A
Passieren
22
Q
Ademen
A
Atmen
23
Q
Luisteren / Horen
A
Hören
24
Q
Gaan zitten
A
Sich setzen
25
Proberen
Versuchen
26
Redden
Retten
27
Heel mooi (droomachtig)
Traumhaft
28
Terwijl
Während
29
De vakantie
Die Urlaub/Ferien
30
Want
Denn
31
De reclame
Die Werbung
32
Sommige
Einige
33
Evenals
Sowie
34
Behalve
Außer
35
Bijna
Fast
36
Minstens
Mindestens
37
Het retour ticket (vlucht)
Das Rückflugticket
38
De id-kaart
Der Personalausweis
39
Daarom, dus
Somit
40
Echter
Allerdings
41
Er is / zijn
Es gibt
42
Daarom
Daher
43
Weinig
Wenig
44
De brug
Die Brücke
45
Vandaan
Entfernt
46
Het doel
Das Ziel
47
De kant / pagina
Die Seite
48
De wereld
Die Welt
49
Voetballen
Fußball spielen
50
Later
Später
51
Serieus
Ernst
52
Een of andere manier
Irgendwie
53
Anders
Sonst
54
De bezienswaardigheid
Die Sehenswürdigkeit
55
De lift
Der Aufzug
56
De tentoonstelling
Die Ausstellung
57
Het dagelijkse leven
Der Alltag
58
Beroemd
Berühmt
59
De fiets
Das Rad / Fahrrad
60
De golf
Die Welle
61
De manier
Die Weise
62
De schaduw
Der Schatten
63
De groep
Die Gruppe
64
De rust
Die Ruhe
65
Gratis
Kostenlos
66
De vrije tijd
Die Freizeit
67
De plaats
Der Ort
68
Het avontuur
Das Abenteuer
69
Reusachtig
Riesig
70
Bovendien
Zudem
71
Om het even / het maakt niet uit
Egal
72
Dood
Tot
73
Alleen maar
Nur
74
Nooit
Nie
75
Weliswaar
Zwar
76
De droom
Der Traum
77
Het beroep
Der Beruf
78
De leraar
Der Lehrer
79
De lerares
Die Lehrerin
80
De arts
Der Arzt / die Ärztin
81
De agent
Der Polizist
82
De brandweer
Die Feuerwehr
