Trede 8 - Woordjes Flashcards
(128 cards)
1
Q
Schrijven
A
Schreiben
2
Q
Begrijpen
A
Verstehen
3
Q
Duren
A
Dauern
4
Q
Drummen
A
Schlagzeug spielen
5
Q
Vernielen
A
Zerstören
6
Q
Openen
A
Öffnen
7
Q
Ontmoeten
A
Treffen
8
Q
Schoonmaken
A
Sauber machen
9
Q
Verklaren / uitleggen
A
Erklären
10
Q
Zich inspannen
A
Sich bemühen
11
Q
Aanhouden / arresteren
A
Verhaften
12
Q
Opgroeien
A
Aufwachen
13
Q
Meedelen
A
Verkünden
14
Q
Uitschelden / beledigen
A
Beschimpfen
15
Q
Halen / redden
A
Schaffen
16
Q
Laten zien
A
Zeigen
17
Q
Omschrijven
A
Bezeichnen
18
Q
Bewonderen
A
Bestaunen
19
Q
Vechten
A
Kämpfen
20
Q
Vaardig
A
Fähig
21
Q
Straks
A
Bald
22
Q
De repetitie
A
De Probe
23
Q
Zo nodig
A
Zur Not
24
Q
Gekneusd
A
Verstaucht
25
De pijn
Der Schmerz / die Schmelzer
26
Gelukkig
Zum Glück / glücklicherweise
27
Ik ben gelukkig
Ich bin glücklich
28
Zaterdag
Samstag
29
De drums
Das Schlagzeuger
30
De drummer
Der Schlagzeug
31
Graag gedaan
Gern geschehen / Keine Urshache
32
Verschillend
Unterschiedlich
33
De tent
Das Zelt
34
Het podium
Die Bühne
35
Pas
Erts
36
Het terrein
Der Platz
37
Erg duur
Sehr teuer
38
Even
Mal
39
De camping
Der Campingplatz
40
Ik verheug me
Ich freue mich
41
Inderdaad
In der Tat!
42
Later
Später
43
Informeren
Bescheid geben
44
Het optreden
Der Auftritt
45
Het lukt
Es gelingt
46
Serieus
Ernsthaft
47
Samen
Zusammen
48
Tamelijk
Ziemlich
49
Vier keer
Vier mal
50
De achtergrond
Der Hintergrund
51
Het verhaal
Die Geschichte
52
De dromen
Die Träume
53
De bezienswaardigheden
Die Sehenswürdigkeit
54
De lift
Der Aufzug
55
De tentoonstelling
Die Ausstellung
56
Het dagelijks leven
Der Alltag
57
Beroemd
Berühmt
58
De fiets
Das Rad/Fahrrad
59
Het resultaat
Das Ergebnis
60
Dooorgestuurd
Weitergeleitet
61
Zonder problemen
Ohne Probleme
62
De plankenkoorts
Das Lampenfieber
63
De muziek
Die Musik
64
De vuilnis
Der Müll
65
Het afval
Der Abfall
66
De instrumenten
Die Instrumente
67
De cello (de cello’s)
Das Cello (die Celli)
68
De drums
Das Schlagzeug
69
De saxofoon
Das Saxophon
70
De gitaar
Die Gitarre
71
De viool
Die Geige (Violine)
72
De snaren
Die Saiten
73
De muziekschool
Die Musikschule
74
Het orkest
Das Orchester
75
Het geluid
Das Geräusch
76
Ooit/op het een of andere moment
Irgendwann
77
De laarzen
Die Stiefel
78
Uit je hoofd
Auswendig
79
De presentatie
Die Leistung
80
Sommige
Manche
81
Terug
Zurück
82
Terwijl
Während
83
Tussentijds
Zwischendurch
84
De koelkast
Der Kühlschrank
85
Het uit elkaar / gaan de scheiding
Die Trennung
86
De herfst
Der Herbst
87
Ontstaan
Sich ergeben
88
Betekenen
Bedeuten
89
Succesvol
Erfolgreich
90
De schermen
Die Kulissen
91
De techniek
Die Technik
92
De voorbereiding
Die Vorbereitung
93
De stem
Die Stimme
94
De zender
Der Sender
95
Bijvorbeeld
Zum Beispiel
96
De presentator
Der Moderator
97
Een uitzending presenteren
Eine Sendung moderieren
98
Indrukwekkend
Beeindruckend
99
Ik heb er veel zin in
Ich habe viel Lust dazu
100
Ik begrijp het
Ich verstehe das
101
Laat me even denken
Las mich mal nachdenken
102
Ik zal het aan hem vragen
Ich werde es ihn fragen
103
Ik weet nog iemand die kan meespelen
Ich weiß noch jemanden, der mitspielen kann
104
Ik ga ... bekijken
Ich werde mir ... ansehen
105
Hoe gaan we erheen
Wie fahren wir dahin
106
We gaan dit inplannen
Wir planten das ein
107
De regionale wedstrijd
Der Regionalwettbewerb
108
De landelijke wedstrijd
Der Landeswettbewerb
109
Het erevan afbrengen
Abschneiden
110
De opname
Die Aufzeichnung
111
Vielen
Versteigern
112
Bewonderen
Schwärmen
113
Zo te zeggen
Sozusagen
114
Hij ontmoet hem
Er trifft ihn
115
Meer nabijheid
Mehr Nähe
116
De gevangenisstraf
Die Gefängnsstrafe
117
De muziekbusiness
Das Musikgeschäft
118
De vechtpartij
Die Schlägerei
119
Het symbool
Das Markenzeichnen
120
Heftig / aanstootgevend
Krass
121
Binnen enkele minuten
In wenigen Minuten
122
De video - opnamen
Der Videodreh
123
De inspanning
Der Aufwand
124
De opnamelocatie
Das Set / Der Drehort
125
Heel dichtbij
Hautnah
126
De naoorlogse periode
Die Nachkriegszeit
127
Zijn grootste wens is...
Er wünscht sich nichts sehnlicher als...
128
Thuiskomen
Heimkehren
