Kapitel 1 - Woorden Flashcards
1
Q
langfristig
A
op de lange duur
2
Q
die Magersucht
A
anorexia nervosa
3
Q
die Umwelt
A
milieu, omgeving
4
Q
unbequem
A
ongemakkelijk
5
Q
abdrücken
A
de trekker overhalen
6
Q
anstehen
A
op het programma staan
7
Q
belegt
A
aangetoond
8
Q
der Dreck
A
vuil
9
Q
massiv
A
zwaar
10
Q
stoppen
A
de tijd opnemen
11
Q
die Verhaltenstherapie
A
gedragstherapie
12
Q
verschenken
A
verspelen
13
Q
verstehbar
A
te begrijpen
14
Q
die Zwangsstörung
A
neurose
15
Q
beliebig
A
willekeurig
16
Q
die Beratung
A
advies
17
Q
die Binsenwahrheit
A
waarheid als een koe
18
Q
der Bittsteller
A
bedelaar
19
Q
eklatant
A
opvallend
20
Q
die Erklärung
A
verklaring
21
Q
erziehen
A
opvoeden
22
Q
fad
A
vervelend
23
Q
klar
A
duidelijk
24
Q
straucheln
A
struikelen
25
Q
verhätschelt
A
verwend
26
Q
verschämt
A
beschaamd
27
Q
die Scheibe
A
raampje
28
Q
unheimlich
A
eng, griezelig
29
Q
zertrümmern
A
vernielen
30
Q
die Zuwanderung
A
immigratie
