KNP Neuropsychologisch onderzoek Flashcards
(383 cards)
fundamentele onderzoek
gericht op een beter begrip van onderliggende cognitieve stoornissen en daaraan gerelateerde hersenstructuren
fundamentele vraagstellingen
vragen naar de precieze aard van een stoornis en daarmee naar de onderliggende cognitieve processen
subtractie
de procedure om de score behaald op een simpelere conditie af te trekken van een complexere conditie
intra-individueel onderzoek
specifieke taken aan een patient aan te bieden en condities met elkaar te vergelijken
longitudinaal onderzoek
patient of groep wordt voor langere tijd gevolgd
crossectionele design
binnen een populatie met een ziektebeeld metingen verricht bij verschillende patiënten op verschillende momenten in het ziekteproces
Hawthorne effect
Het Hawthorne-effect is het effect van een interventie op een onderzocht persoon dat uitsluitend te wijten is aan het feit dat deze aan een onderzoek meedoet.
pneumo-encefalografie
invasieve techniek waarbij hersenvocht wordt verwijderd en vervangen door lach in th vventrikelruimentes van de hersenen
echo-encefalografie
geluidsgolven door de schedel gezonden en de echo’s daarvan werden opgevangen
spect en pet
radioactieve deeltjes kunnen ingebouwd worden in molecurlen die na toediening bij een patient aan heel specifieke neuronen blijven hangen (receptoren)
meg
gebruik maken van magnetische velden die worden geproduceerd tijdens neurale activiteiten
eros
wordt gebruik gemaakt van infrarood licht aan de hand vn optische fibers om hersenactiviteit te meten
ct scan
hersenweefsel niet invasie en hoogresoluut (1 mm) zichtbaar te maken
mrs
magnetische resonantiespectroscopie, geeft op een niet invasieve manier info over concentraties van bepaalde moleculen in de hersenen
spatie resolutie
scherpte van het beeld
temporele resolutie
snelheid van de opnames
elektromagnetische inductie
een elektrisch veld wekt tegelijk een magnetisch veld op.
hemodynamische respons
reactie van bloedvaten op een toename van neurale activiteit
resting state method
zoekt naar correlaties tussen (signalen van) gebieden, en levert een beeld op van functionele netwerken
p ganglion cellen
kleine receptief veld (hoge spatie resolutie) geven vooral info over kleur
m ganglion cellen
groot receptief veld en geven vooral informatie door met betrekking tot beweging
NGL vd thalamus
info uit de magnocellulaire en parvocellulaire systeem in verschillende lagen wordt verwerkt §
v3
perceptie van vorm
v4
kleurperceptie