Kredieten Flashcards
(101 cards)
Wat is credere?
Credere betekent geloven in of vertrouwen hebben in. Het verwijst naar de bereidheid om krediet te verstrekken aan een persoon waarin men voldoende vertrouwen heeft dat deze persoon het krediet zal terugbetalen.
Wat zijn de huidige vormen van kredietverlening?
De huidige vormen van kredietverlening kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën: (1) het ter beschikking stellen van een geldbedrag aan de kredietnemer, zoals bij klassieke geldleningen en kredietopeningen, en (2) het ter beschikking stellen van kredietwaardigheid, zoals bij documentair krediet en bankgaranties.
Wat is een kredietopening?
Een kredietopening is een vorm van kredietverlening waarbij de kredietnemer het recht heeft om geldbedragen op te nemen tot een vooraf bepaald plafond. De kredietnemer betaalt alleen rente over de bedragen die daadwerkelijk worden opgenomen.
Wat zijn documentair krediet en bankgaranties?
Documentair krediet en bankgaranties zijn vormen van kredietverlening waarbij de bank zich persoonlijk verbindt om een geldsom te verstrekken aan de begunstigde onder bepaalde voorwaarden. Bij documentair krediet wordt dit gedaan in het kader van een internationale handelstransactie, terwijl bij bankgaranties de bank garant staat voor de nakoming van een verplichting van de kredietnemer.
Wat betekent “intuïtu personae” bij kredietovereenkomsten?
“Intuïtu personae” verwijst naar het feit dat kredietovereenkomsten persoonlijk zijn en niet kunnen worden overgedragen. De rechten en plichten uit de kredietovereenkomst kunnen niet worden overgedragen aan derden, en derden kunnen geen beslag leggen op deze rechten. In de praktijk worden kredietovereenkomsten vaak gecombineerd met het verstrekken van zekerheden.
Is krediet altijd gratis?
Nee, krediet is zelden gratis. Kredietgevers rekenen meestal een vergoeding, bestaande uit interesten en kosten, voor het verstrekken van krediet. Interesten zijn een vergoeding voor het ontvangen geld en worden alleen betaald over de bedragen die daadwerkelijk zijn opgenomen. Bij kredietopeningen kan er ook een commissie verschuldigd zijn, zelfs als er geen gebruik wordt gemaakt van het krediet.
Wat is het algemene uitgangspunt bij kredieten?
Het algemene uitgangspunt is dat kredieten intuïtu personae overeenkomsten zijn, wat betekent dat de kredietgever vrij is om al dan niet krediet te verstrekken. Er bestaat geen basisrecht op krediet. De kredietgever moet een positieve kredietbeslissing nemen voordat krediet wordt verstrekt.
Wat is een kaskrediet en wanneer kan een onderneming hier gebruik van maken?
Een kaskrediet is een vorm van kredietverlening waarbij een onderneming de mogelijkheid heeft om tijdelijk onder nul te gaan op haar rekening, wanneer zij niet over voldoende liquiditeiten beschikt om haar leveranciers te betalen. Een kaskrediet kan dienen als een buffer om tijdelijke liquiditeitsproblemen op te vangen.
Bankgarantie: in welke hypothese is persoon A interesten verschuldigd aan de bank?
Stel 27/02: als vandaag garantie wordt uitbetaald en het duurt tot 31/03 vooraleer A de bankgarantie gaat uitbetalen, dan zal er rente verschuldigd zijn voor termijn van 1 maand. Maar als er op de rekening van A voldoende geld staat om bankgarantie onmiddellijk terug te betalen, dan is er geen rente verschuldigd. Bank gaat niet gratis bankgarantie afleveren dus altijd commissie verschuldigd!
Wat is het verschil tussen een lening op interest en een kredietopening?
Een lening op interest is een vorm van kredietverlening waarbij een vast bedrag aan de kredietnemer wordt verstrekt. Een kredietopening daarentegen is een overeenkomst waarbij de kredietnemer de mogelijkheid heeft om geldbedragen op te nemen binnen een vooraf bepaald plafond.
Hoe komt een lening op interest juridisch tot stand en wat zijn de specifieke bepalingen die van toepassing zijn?
Een lening op interest is een zakelijk contract dat tot stand komt op het moment dat het geldbedrag aan de kredietnemer wordt overgemaakt. Specifieke bepalingen zoals het verbod van woeker (artikel 1907ter oud BW) en de beperking van de wederbeleggingsvergoeding (artikel 1907bis oud BW) zijn enkel van toepassing op leningen en niet op kredietopeningen. Voorbeeld bij deze flashcards: Een voorbeeld van een lening op interest is wanneer een bank een vast bedrag van 25.000 euro uitleent aan een individu voor een periode van 5 jaar, met een rente van 5% per jaar. Bij een kredietopening kan een onderneming bijvoorbeeld een kredietlimiet van 10.000 euro hebben, waarbij zij geldbedragen kan opnemen wanneer dat nodig is, met rente alleen op de opgenomen bedragen.
Wat is een kredietopening en wat gebeurt er bij een overschrijding van de kredietlimiet?
Een kredietopening is een consensuele overeenkomst waarbij de kredietnemer binnen een vastgesteld plafond geldbedragen kan opnemen. Bij een overschrijding van de kredietlimiet moet worden bekeken of de bank de transactie al dan niet zal uitvoeren. Hoewel banken soms overschrijdingen van de kredietlimiet toestaan, creëren deze overschrijdingen geen recht voor de kredietnemer naar de toekomst toe, tenzij er sprake is van een omstandig stilzwijgen van de bank.
Voorbeeld bij deze flashcard: Een voorbeeld is wanneer een onderneming een kredietlimiet van 10.000 euro heeft, maar een betalingstransactie initieert waarbij het debetsaldo 10.005 euro zou bedragen. De bank kan ervoor kiezen om deze transactie al dan niet uit te voeren, en een dergelijke overschrijding creëert geen automatisch recht voor de onderneming om in de toekomst tot 12.500 euro in het rood te gaan.
Kan een kredietnemer de bank aansprakelijk stellen voor het toestaan van een overschrijding van de kredietlimiet?
Nee, de kredietnemer kan de bank niet aansprakelijk stellen voor het toestaan van een overschrijding, omdat de kredietnemer verantwoordelijk is voor de transacties die tot die overschrijding hebben geleid. De bank moet echter wel opletten voor mogelijke aansprakelijkheid jegens derden, met name voor het creëren van een schijn van solvabiliteit bij de kredietnemer.
Voorbeeld bij deze flashcard: Een voorbeeld is wanneer een kredietnemer, ondanks een bestaande kredietlimiet van 10.000 euro, een transactie initieert die het debetsaldo tot 12.000 euro doet stijgen. Hoewel de bank de transactie kan uitvoeren, kan de kredietnemer de bank niet aansprakelijk stellen voor de overschrijding van de kredietlimiet.
Wat zijn de gevolgen van ontbinding en opzegging van een kredietovereenkomst?
Ontbinding van een kredietovereenkomst vindt plaats in geval van wanprestatie door de kredietnemer, waarbij de kredietnemer het volledige bedrag in één keer moet terugbetalen. Opzegging van een kredietovereenkomst, die meestal wordt bepaald door een redelijke opzegtermijn, heeft tot gevolg dat de kredietnemer op zoek moet gaan naar een nieuwe kredietverstrekker. Voorbeeld bij deze flashcard: Een voorbeeld is wanneer een kredietovereenkomst van onbepaalde duur wordt opgezegd door de kredietgever. In zo’n geval moet de kredietnemer de kredietovereenkomst beëindigen en binnen een bepaalde termijn een nieuwe kredietverstrekker vinden.
Welke informatie- en adviesverplichtingen gelden er bij het sluiten van een kredietovereenkomst?
Voor kredieten met consumenten zijn de precontractuele informatieverplichtingen gedetailleerd geregeld in Boek VII WER. Voor kredieten met KMO’s geldt de KMO Financieringswet, die in 2017 is gewijzigd. Bij kredietovereenkomsten met meerdere kredietnemers kan geen enkele kredietnemer aanspraak maken op de bescherming van de wet als een van de kredietnemers geen KMO is.
Wie moet informatie verstrekken en wie moet informatie vragen bij het sluiten van een kredietovereenkomst?
Bij kredieten aan consumenten moet de kredietgever spontaan informatie verstrekken aan de consument. Bij commerciële kredieten gold voorheen het gemeen recht waarbij de kredietnemer zelf om informatie moest vragen. Met de KMO Financieringswet is er een aantal bijzondere regels ingevoerd ter bescherming van kleine en middelgrote ondernemingen, waarbij de kredietgever of kredietbemiddelaar informatie moet opvragen bij de kredietnemer en de verstrekker van persoonlijke zekerheid.
Wat houdt de informatie-inwinningsplicht art 5 in bij het sluiten van een kredietovereenkomst?
De kredietgever of kredietbemiddelaar moet bij de onderneming die om een kredietovereenkomst verzoekt of de persoon die een persoonlijke zekerheid stelt, de relevante informatie opvragen die nodig is om de haalbaarheid van het project, de financiële toestand, de terugbetalingsmogelijkheden en de lopende financiële verbintenissen te beoordelen. De kredietnemer is verplicht om juist en volledig te antwoorden. Er is echter geen specifieke civielrechtelijke sanctie voor het niet naleven van deze verplichting. -
Hier in KMO: geen onthoudingsverplichting en geen sanctie indien kredietwaardigheidsverplichting niet nagekomen. Dit betekent niet dat er geen sanctie mogelijk is. er kan een precontractuele fout zijn waarbij u aansprakelijk bent voor de fout die u veroorzaakt.
Boek VII: onthoudingsverplichting bij negatieve kredietwaardigheidsbeoordeling = wanneer men te maken heeft met consumentenkrediet/hypothecair krediet, mag kredietgever maar verstrekken indien hij er redelijkerwijze van kan uitgaan dat kredietnemer kan terugbetalen. Anders, privaatrechtelijke aansprakelijkheid verbonden.
Een voorbeeld is wanneer een kleine onderneming een kredietovereenkomst wil sluiten met een kredietgever. De kredietgever moet dan relevante informatie opvragen bij de onderneming om de haalbaarheid van het project en de terugbetalingscapaciteit te beoordelen. De onderneming is verplicht om juist en volledig te antwoorden. Er is echter geen specifieke civielrechtelijke sanctie als de onderneming deze verplichting niet naleeft.
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen het KMO-regime en het regime van Boek VII met betrekking tot informatie- en inwinningsverplichtingen?
Beide regimes veronderstellen kredietwaardigheid van de kredietnemer. Het regime van Boek VII (consumenten- en hypothecair krediet) omvat een onthoudingsverplichting voor de kredietgever bij een negatieve kredietwaardigheidsbeoordeling, en er is een privaatrechtelijke sanctie voor het niet naleven van deze verplichting. In het KMO-regime bestaat er geen onthoudingsverplichting en is er geen specifieke privaatrechtelijke sanctie voor het niet naleven van de kredietwaardigheidsverplichting.
Een voorbeeld is wanneer een kredietgever informatie inwint bij een kleine onderneming voorafgaand aan het sluiten van een kredietovereenkomst. De kredietgever moet beoordelen of het project haalbaar is en of de onderneming in staat is tot terugbetaling. Als de kredietgever ervan overtuigd is dat er voldoende zakelijke zekerheden zijn, kan hij toch krediet verstrekken, zelfs als hij twijfelt of de onderneming kan terugbetalen. Hierbij moet de kredietgever echter opletten voor mogelijke aansprakelijkheid jegens derden door een schijn van solvabiliteit te creëren.
Examenvraag: wat zijn belangrijkste verschillen tussen KMO-regime en regime van boek VII
- Beide veronderstellen kredietwaardigheid
- Bij boek VII (consumenten): onthoudingsverplichting + privaatrechtelijke sanctie
- Bij KMO: geen onthoudingsverplichting + geen privaatrechtelijke sanctie
Wat houdt de informatieplicht in bij het sluiten van een kredietovereenkomst? (art 7)
De kredietgever of kredietbemiddelaar moet een passende schriftelijke toelichting verstrekken aan de onderneming die het krediet aanvraagt. Deze toelichting heeft tot doel de onderneming in staat te stellen een algemeen beeld te vormen van de relevante kredietvormen en de specifieke gevolgen ervan voor de onderneming. Daarnaast moet er een exemplaar van het ontwerp van de kredietovereenkomst worden verstrekt, samen met een summier informatiedocument. Deze verplichting is niet van toepassing op kredieten onder de 25.000 euro waarvoor geen wederbeleggingsvergoeding en geen zekerheden worden gevraagd. Er is geen specifieke civielrechtelijke sanctie voor het niet naleven van deze verplichting.
Wat is de bijzondere informatieverplichting met betrekking tot de gevraagde zekerheden?
Volgens artikel 8/1 van de KMO Financieringswet bestaat er een bijzondere informatieverplichting met betrekking tot de gevraagde zekerheden. De kredietgever of kredietbemiddelaar moet hierover aanvullende informatie verstrekken aan de kredietnemer. Het is echter niet vereist dat wanneer zekerheden worden verstrekt door een derde, deze derde specifieke informatie ontvangt. Hoewel het nuttig kan zijn dat de derde die persoonlijke of zakelijke zekerheid verstrekt ook informatie ontvangt, is dit niet vereist op basis van de KMO Financieringswet.
Een voorbeeld is wanneer een kredietgever een passende schriftelijke toelichting verstrekt aan een onderneming die een krediet aanvraagt. De toelichting bevat de belangrijkste kenmerken van de relevante kredietvormen en de specifieke gevolgen ervan voor de onderneming. Daarnaast wordt een exemplaar van het ontwerp van de kredietovereenkomst verstrekt, samen met een summier informatiedocument. Deze verplichting geldt niet voor kredieten onder de 25.000 euro zonder wederbeleggingsvergoeding en zekerheden.
Wat houdt de adviesverplichting in de KMO-Financieringswet in?
Volgens artikel 6 van de KMO-Financieringswet is er een adviesverplichting voor de kredietgever of kredietbemiddelaar. Zij moeten op zoek gaan naar het meest of best aangepaste krediet binnen de kredieten die zij gewoonlijk aanbieden en bemiddelen. Hierbij moet rekening worden gehouden met het doel van het krediet en de financiële situatie van de kredietnemer. Als deze verplichting niet wordt nageleefd, geldt er een sanctie volgens artikel 11 van de wet. Deze sanctie houdt in dat het krediet kosteloos kan worden omgezet naar een beter aangepaste kredietvorm, maar er is geen sprake van schuldvernieuwing. Deze bepaling treedt in werking vanaf de beslissing van de rechter.
: Waarom is er geen schuldvernieuwing bij een kosteloze omzetting naar een beter aangepaste kredietvorm?
Artikel 11 van de KMO-Financieringswet bepaalt uitdrukkelijk dat een kosteloze omzetting naar een beter aangepaste kredietvorm niet leidt tot schuldvernieuwing. Dit is omdat schuldvernieuwing problematisch zou zijn met betrekking tot de zekerheden die aan de oorspronkelijke kredietovereenkomst zijn verbonden. Als er schuldvernieuwing zou zijn bij de omzetting, zouden de zekerheden die aan de oorspronkelijke kredietovereenkomst waren verbonden, komen te vervallen.
een voorbeeld is wanneer een kredietgever advies moet geven aan een KMO die extra liquiditeit nodig heeft voor onverwachte uitgaven. In dit geval kan de kredietgever adviseren om een kredietopening te gebruiken in plaats van een lening op interest. Bij een kredietopening betaalt de kredietnemer alleen interest op het opgenomen bedrag, terwijl bij een lening op interest interest wordt betaald op het volledige bedrag. Als de kredietgever een verkeerd kredietadvies geeft, kan de kredietnemer naar de rechter stappen en vragen om het afgesloten krediet kosteloos om te zetten naar een meer geschikte kredietvorm. Dit zou echter niet leiden tot schuldvernieuwing, om problemen met de zekerheden verbonden aan de oorspronkelijke kredietovereenkomst te voorkomen.
Wat is de maximale wederbeleggingsvergoeding voor vervroegde terugbetaling van een lening op interest onder het gemeenrecht?
De maximale wederbeleggingsvergoeding is 6 maanden rente. (Artikel 1907bis oud Burgerlijk Wetboek)