Rekeningen en betalingen Flashcards

(175 cards)

1
Q

Wat is het verschil tussen een zicht- of betaalrekening en een spaarrekening?

A

Een zicht- of betaalrekening wordt gebruikt voor betalingstransacties en het betalen van facturen. Een spaarrekening daarentegen is bedoeld om geld op een veilige manier te bewaren en een bepaald rendement te verkrijgen, zonder risico’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het nettorendement van een gereglementeerde spaarrekening?

A

Het nettorendement van een gereglementeerde spaarrekening bestaat uit een basisrente van 1% en een getrouwheidspremie van 0,7%. Het totale nettorendement is dus 1,7%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe worden de interesten op een niet-gereglementeerde spaarrekening belast?

A

Interesten op een niet-gereglementeerde spaarrekening worden belast met een roerende voorheffing van 30% die wordt ingehouden door de bank.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functie van een termijnrekening en hoe verschilt deze van een spaarrekening?

A

Een termijnrekening wordt gebruikt om gelden voor een bepaalde duur vast te zetten tegen een vooraf bepaalde rentevoet. Het doel is om een hoger rendement te verkrijgen dan bij een spaarrekening. In ruil daarvoor kan het geld niet tussentijds worden opgevraagd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke depositobescherming is van toepassing bij Belgische en Europese kredietinstellingen?

A

Bij Belgische en Europese kredietinstellingen is er een depositogarantiesysteem dat gelden beschermt tegen faillissement, zolang het systeem de risico’s kan dragen. Het is belangrijk om altijd te controleren welke depositobescherming van toepassing is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het fiscale verschil tussen een termijnrekening en een spaarrekening?

A

Een termijnrekening is onderworpen aan een roerende voorheffing van 30% op de brutorendementen. Een gereglementeerde spaarrekening geniet van een gunstregime waarbij de eerste 980 euro aan interesten per persoon vrijgesteld zijn van roerende voorheffing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het belangrijkste juridische verschil tussen geldrekeningen en effectenrekeningen?

A

Het belangrijkste juridische verschil is dat bij effectenrekeningen de rekeninghouder mede-eigenaar is van de effecten die op zijn rekening staan geboekt. Bij geldrekeningen is dit niet het geval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie is mede-eigenaar van de effecten die op een effectenrekening staan geboekt?

A

De rekeninghouder is mede-eigenaar van de effecten die op zijn effectenrekening staan geboekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke regels uit het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing op de rekeningovereenkomst tussen een kredietinstelling en een cliënt?

A

De regels uit Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, die betrekking hebben op de klassieke regels van het verbintenissenrecht, zijn altijd van toepassing op de rekeningovereenkomst tussen een kredietinstelling en een cliënt. Deze regels vormen de basis van de contractuele relatie, tenzij er specifieke bepalingen zijn in de financieelrechtelijke wetgeving die hiervan afwijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurt er bij transacties tussen een kredietinstelling en een cliënt binnen de rekeningverhouding?

A

Alle transacties tussen een kredietinstelling en een cliënt moeten plaatsvinden binnen de rekeningverhouding. Dit betekent dat elke transactie een spoor zal achterlaten op de rekening. Vroeger waren er meer mogelijkheden voor transacties zonder rekeningverhouding, maar tegenwoordig is het openen van een rekening vereist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom kunnen transacties zoals kasbonnen aan toonders vandaag de dag niet meer plaatsvinden zonder het openen van een rekening?

A

Transacties zoals kasbonnen aan toonders kunnen vandaag de dag niet meer plaatsvinden zonder het openen van een rekening omdat dergelijke transacties geen spoor achterlaten. Omwille van regelgeving en controle op financiële transacties is het openen van een rekening vereist om transparantie en traceerbaarheid te waarborgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef een voorbeeld van een uitzondering waarbij een transactie kan plaatsvinden zonder het openen van een rekening.

A

Een uitzondering waarbij een transactie kan plaatsvinden zonder het openen van een rekening is wanneer een Amerikaanse toerist naar Gent komt en binnenstapt bij een bank om dollars om te wisselen naar euro’s. Deze wisseltransactie kan nog steeds plaatsvinden zonder dat er eerst een rekening wordt geopend voor de toerist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen een gereglementeerde spaarrekening en een niet-gereglementeerde spaarrekening met betrekking tot fiscale behandeling en rendement?

A

Een gereglementeerde spaarrekening geniet van een gunstregime waarbij de eerste 980 euro aan interesten per persoon vrijgesteld zijn van roerende voorheffing. Het nettorendement op een gereglementeerde spaarrekening bestaat uit een basisrente van 1% en een getrouwheidspremie van 0,7%.
Een niet-gereglementeerde spaarrekening daarentegen heeft geen vrijstelling van roerende voorheffing op de interesten. Alle interesten worden belast met een roerende voorheffing van 30% die wordt ingehouden door de bank.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een zicht- of betaalrekening?

A

Een zicht- of betaalrekening is een contract van onbepaalde duur.
Tegoeden op de rekening zijn opvraagbaar op zicht.
Het biedt de mogelijkheid om betalingstransacties uit te voeren, wat onder de regels van boek VII van het Wetboek van Economisch Recht (WER) valt.
Informatiedocumenten betreffende de vergoedingen kunnen van toepassing zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de duur van het contract voor een zicht- of betaalrekening?

A

Het contract voor een zicht- of betaalrekening is van onbepaalde duur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent het dat tegoeden op een zicht- of betaalrekening opvraagbaar zijn op zicht?

A

Dit betekent dat de rekeninghouder op elk moment over het geld op de rekening kan beschikken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de relevantie van boek VII WER (art. VII.4 ev WER) voor zicht- of betaalrekeningen?

A

Boek VII WER (art. VII.4 ev WER) reguleert betalingsdiensten en is dus van toepassing op zicht- of betaalrekeningen, die worden gebruikt voor het verrichten van betalingstransacties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

: Wat is het “Informatiedocument betreffende de vergoedingen (art. VII.4/1 WER)”?

A

Het “Informatiedocument betreffende de vergoedingen” is een document dat wordt geregeld door artikel VII.4/1 van het Wetboek van Economisch Recht (WER). Het biedt informatie over de kosten die zijn verbonden aan een zicht- of betaalrekening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Is het mogelijk om krediet op te nemen op een zicht- of betaalrekening?

A

Ja, het is mogelijk dat een zicht- of betaalrekening de mogelijkheid biedt om krediet op te nemen. In dat geval kunnen andere bepalingen van boek VII WER inzake consumentenkrediet van toepassing worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de gevolgen als een betaalrekening de mogelijkheid biedt om krediet op te nemen?

A

ls een betaalrekening de mogelijkheid biedt om krediet op te nemen, zoals bij een geoorloofde debetstand, leidt dit tot de toepassing van bepaalde regels van boek VII WER inzake consumentenkrediet. Deze regels zijn cumulatief met de regels inzake betalingsdiensten. Omvat niet enkel regels mbt betalingdiensten, maar ook mbt consumentenkrediet: wanneer consument rekeninghouder is en krediet verkrijgt door middel van geoorloofde debetstand, leidt dit tot toepassing van bepaalde regels boek VII WER = laag rechtsregels erbovenop die cumulatief met regels inzake betalingsdiensten van toepassing zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat betekent het dat een betaalrekening een contract van onbepaalde duur is?

A

Dit betekent dat er geen specifieke einddatum is vastgelegd voor het contract. Het blijft van kracht totdat een van de partijen het beëindigt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat betekent het dat tegoeden op een betaalrekening altijd opvraagbaar zijn op zicht?

A

Dit betekent dat de rekeninghouder op elk moment over het geld op de rekening kan beschikken. Dit betekent echter niet dat de rekeninghouder het geld op elk moment contant kan afhalen, aangezien er beperkingen kunnen zijn, zoals het vooraf in kennis stellen van de bank bij grote bedragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Kan een rekeninghouder geld van een zicht- of betaalrekening direct overmaken naar een andere bankrekening?

A

Ja, een rekeninghouder kan geld van een zicht- of betaalrekening direct overmaken naar een andere bankrekening, zoals van KBC naar ING.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Spaarrekening en gereglementeerde spaarrekening kenmerken

A
  • Contract van onbepaalde duur
  • Tegoeden opvraagbaar op zicht (desgevallend contractueel gemodaliseerd)
  • Nooit debetpositie / kredietverlening (en dus ook geen toepassing van regelen consumentenkrediet)
  • Geen toepassing regelen inzake betalingsdiensten uit Boek VII WER (uitz. kosteloze beëindiging voor gereglementeerde spaarrekening)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Waarom zijn spaarrekeningen niet bedoeld om betalingstransacties mee uit te voeren?
Spaarrekeningen zijn ontworpen voor het opbouwen van spaargeld, niet voor het uitvoeren van reguliere betalingstransacties. Hoewel je geld kunt overmaken van een spaarrekening naar een zichtrekening, is dit niet bedoeld om derden te betalen.
26
Kun je onder nul gaan op een spaarrekening?
Nee, je kunt nooit onder nul gaan op een spaarrekening. Dit betekent dat de regels voor consumentenkrediet nooit van toepassing zijn op spaarrekeningen.
27
Wat is de uitzondering op het principe dat de regels uit Boek VII WER niet van toepassing zijn op spaarrekeningen?
De uitzondering is dat de regel voor kosteloze beëindiging van toepassing is op gereglementeerde spaarrekeningen. Dit betekent dat banken geen vergoeding mogen rekenen wanneer een klant een spaarrekening wil afsluiten.(art. 25
28
Wat zijn de doelstellingen van de wetgever bij het invoeren van de regel voor kosteloze beëindiging van gereglementeerde spaarrekeningen?
De doelstellingen zijn het stimuleren van concurrentie tussen banken en het beschermen van de cliënt. Door het eenvoudiger te maken om rekeningen te beëindigen, kunnen klanten gemakkelijker overstappen van de ene naar de andere bank. Dit stimuleert concurrentie
29
: Wat zijn de verplichtingen betreffende de rente op gereglementeerde spaarrekeningen volgens het KB/WIB?
Volgens het KB/WIB moet een gereglementeerde spaarrekening verplicht een basisrente en een getrouwheidspremie bieden. Er zijn maxima en minima vastgesteld voor deze rentepercentages
30
Wat is de getrouwheidspremie en hoe vaak wordt deze uitbetaald?
De getrouwheidspremie is een bonus die wordt gegeven voor bedragen die 12 maanden onafgebroken op de rekening staan. Deze premie wordt vier keer per jaar uitbetaald.
31
Wat is het document met essentiële spaardersinformatie en wanneer is dit vereist?
Het document met essentiële spaardersinformatie is vereist bij de commercialisering van een gereglementeerde spaarrekening. Dit document moet voorafgaandelijk door de FSMA goedgekeurd worden. (K.B. 18 juni 2013)
32
Wat is de link tussen het KB WIB en de fiscale vrijstelling met betrekking tot de roerende voorheffing?
Het KB WIB is specifiek gekoppeld aan de fiscale vrijstelling met betrekking tot de roerende voorheffing. Dit betekent dat er een fiscaal voordeel verbonden is aan de rekening, op voorwaarde dat de aanbieder bepaalde voorwaarden respecteert.
33
Wat is de maximale basisrentevoet voor een gereglementeerde spaarrekening?
De basisrentevoet voor een gereglementeerde spaarrekening mag niet hoger zijn dan 3% of de eventueel hogere ECB-rente. Vb. Mag je vandaag als bank een spaarrekening op markt brengen met hogere basisrentevoet? Commercieel gezien onmogelijk. Antwoord is ja, via niet gereglementeerde spaarrekening want beperking geldt enkel voor gereglementeerde spaarrekening. Op interesten gegenereerd is dan wel roerende voorheffing verschuldigd.
34
Wat zijn enkele beperkingen op de voorwaarden om een hoger rendement te verkrijgen op een gereglementeerde spaarrekening?
Het is niet toegestaan om een hoger rendement toe te kennen aan nieuwe klanten voor gereglementeerde spaarrekeningen. Trouwe klanten mogen niet minder rendement krijgen dan nieuwe klanten. - Bepaalde voorwaarden die je aan hoger rendement mag verbinden: spaarrekeningen aanbieden – hoger rendement aan -25 jarigen of vanaf bepaalde bedragen
35
Wie zijn de twee grote toezichthouders in het financiële landschap in België?
De twee grote toezichthouders in het financiële landschap in België zijn de FSMA, die zich richt op de bescherming van beleggers, kredietnemers en spaarders, en de Nationale Bank van België, die zich richt op het nagaan van de solvabiliteit of financiële gezondheid van financiële instellingen.
36
Wie is een niet-professionele cliënt volgens de regels van het financieel recht?
Een niet-professionele cliënt in de context van financieel recht is elke cliënt die niet professioneel is, waaronder grote ondernemingen, de doorsnee KMO en ook zelfstandigen
37
Wat is een termijnrekening en wat zijn de kenmerken ervan?
Een termijnrekening is een type bankrekening die voor een bepaalde duur wordt aangegaan. De tegoeden op een termijnrekening zijn niet onmiddellijk opvraagbaar. Er is geen krediet of toepassing van regels inzake betalingsdiensten gekoppeld aan termijnrekeningen. In plaats daarvan vallen ze onder de klassieke civielrechtelijke regels. Een voorbeeld van het gebruik van een termijnrekening is wanneer je €5.000 wilt sparen en kiest voor een termijnrekening als één van de opties naast een gereglementeerde spaarrekening en een niet-gereglementeerde spaarrekening. In alle gevallen houdt u een schuldvordering ten opzichte van de kredietinstelling bij een creditsaldo.
38
Wat zijn enkele andere typen rekeningen en hoe verschillen ze?
Andere typen rekeningen zijn onder meer rekeningen met elektronisch geld en rekeningen met cryptomunten. Rekeningen met elektronisch geld, zoals PayPal, hebben specifieke regels en verschillen met giraal geld. Ze bevatten tegoeden op de rekening, die een schuldvordering vormen ten opzichte van de emittent van het elektronisch geld, maar de regels variëren (inclusief boek VII betalingsdiensten en andere regels). Aan de andere kant, rekeningen met cryptomunten zoals Bitcoin, worden als virtuele munten beschouwd. Hun status als geld is debat, en ze hebben te maken met volatiliteit. Regels uit boek VII zijn niet van toepassing op cryptomunten, en ze worden niet beschouwd als betaalmiddel in de zin van boek VII.
39
Wat is het recht op een rekening en welke uitzonderingen bestaan er op het principe van contractvrijheid?
Het recht op een rekening verwijst naar de mogelijkheid om een bankrekening te openen. In het klassieke burgerlijk recht is er contractvrijheid, wat betekent dat banken niet verplicht zijn om een rekening te openen. Er zijn echter twee uitzonderingen: de basis-bankdienst voor consumenten en de basis-bankdienst voor ondernemingen. Volgens artikel 218 van het oud Burgerlijk Wetboek kan elke echtgenoot zonder toestemming van de andere een rekening openen. Echter, de bank moet de andere echtgenoot informeren wanneer een rekening wordt geopend, hoewel er geen sancties zijn als dit niet gebeurt.
40
Wat zijn de uitzonderingen op het principe van contractvrijheid in het financieel recht, met name in relatie tot het recht om een rekening te openen?
Hoewel het algemene principe in het verbintenissenrecht contractvrijheid is, zijn er in het financieel recht uitzonderingen. Er zijn situaties waarin een kredietinstelling verplicht is om te contracteren. Dit geldt voor de basis-bankdienst, waarbij kredietinstellingen de mogelijkheid moeten bieden aan personen om een rekeningovereenkomst te openen.
41
Wat houdt de basis-bankdienst voor consumenten en ondernemingen in?
De basis-bankdienst voor consumenten houdt in dat consumenten recht hebben op ten minste één betaalrekening. Dit is bedoeld om te voorkomen dat mensen die geen betaalrekening hebben, niet kunnen deelnemen aan het betaal- en economisch verkeer. De basis-bankdienst voor ondernemingen, die recentelijk is toegevoegd aan boek VII, houdt in dat ondernemingen het recht hebben om een betaalrekening te openen. Dit is noodzakelijk omdat elke onderneming zich moet inschrijven in het KBO en om een inschrijving te kunnen krijgen, moet een onderneming over een rekeningnummer beschikken
42
Waarom zijn sommige ondernemingen geconfronteerd met de opzegging van de rekeningovereenkomst?
Sommige ondernemingen worden geconfronteerd met de opzegging van de rekeningovereenkomst vanwege anti-witwasproblematiek. De verplichtingen die aan banken worden opgelegd om verdachte transacties op te sporen, zijn toegenomen. Banken vrezen dat zij het risico lopen bepaalde verplichtingen niet meer te respecteren. De eenvoudigste manier voor banken om hun verplichtingen te beheersen, is door de rekeningovereenkomst te beëindigen met cliënten die risico's creëren, zoals bedrijven in de gokwereld, prostitutie, voetbal, en diamantairs.
43
Wat is de basis-bankdienst voor consumenten volgens artikel VII.57 WER?
Volgens artikel VII.57 WER heeft een consument, die legaal in een lidstaat verblijft, recht op een basis-bankdienst. Dit omvat een zichtrekening (betaalrekening) en bepaalde verrichtingen, inclusief een betaalkaart. Het recht op krediet is echter uitgesloten en de uitvoering van transacties mag niet tot een debetstand leiden. De maximale kosten bedragen 12 euro (geïndexeerd => 19,10 euro in 2023). Er zijn beperkte omstandigheden waarin de basis-bankdienst kan worden geweigerd.
44
Welke omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de basis-bankdienst kan worden geweigerd?
De basis-bankdienst kan worden geweigerd als er sprake is van een schending van de witwaswetgeving of een veroordeling voor bepaalde misdrijven, of als de consument al een rekening heeft met een gemiddeld gecumuleerd creditsaldo op jaarbasis van 6.000 euro. Echter, de aanwezigheid van een collectieve schuldenregeling of een kredietovereenkomst is geen reden om een basis-bankdienst te weigeren.
45
Wat is het verschil tussen een klassieke kredietkaart en een prepaid kaart in de context van de basis-bankdienst?
In het kader van de basis-bankdienst is het gebruik van klassieke kredietkaarten verboden omdat deze kunnen leiden tot een debetpositie aan het einde van de maand. Een prepaid kaart is echter toegestaan. Hier moet eerst een bedrag op de kaart worden geplaatst en alleen dat bedrag kan worden gebruikt om aankopen te doen. Hierdoor wordt voorkomen dat de rekening onder nul gaat.
46
Heeft een Oekraïense vluchteling recht op een basisbankdienst in België?
Ja, een Oekraïense vluchteling die legaal in België verblijft, heeft recht op een basisbankdienst. Ze kunnen bij een Belgische financiële instelling een rekening openen en indien deze geweigerd wordt, kunnen ze dit recht opeisen.
47
Wat is de bijzondere regeling voor een basis-bankdienst voor ondernemingen in België?
ndernemingen in België hebben recht op een basis-bankdienst als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen. Ze moeten gevestigd zijn in België, ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO), en een weigering hebben ontvangen van drie verschillende kredietinstellingen om een rekening te openen. De onderneming kan vervolgens een aanvraag indienen bij de basisbankdienstkamer, die advies inwint bij de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) om het risico op witwassen te beoordelen. Na een positief advies wijst de basisbankdienstkamer een kredietinstelling toe die de basisbankdienst aan de onderneming moet aanbieden.
48
Wat is de juridische kwalificatie van een rekeningovereenkomst?
Een rekeningovereenkomst, zoals een zichtrekening, wordt vaak beschouwd als een 'contract sui generis'. Dit betekent dat het elementen bevat van verschillende soorten contracten, zoals bewaargeving, verbruiklening en dienstverlening, maar niet volledig kan worden gereduceerd tot een van deze klassieke figuren. De rechten en verplichtingen van de partijen worden in de praktijk meestal vastgelegd in het algemeen reglement der verrichtingen, of de algemene en bijzondere bankvoorwaarden.
49
Wanneer zijn de contractuele voorwaarden van een bankreglement bindend en tegenwerpbaar?
De contractuele voorwaarden van een bankreglement worden bindend en tegenwerpbaar als de klant een redelijke mogelijkheid tot kennisname heeft gehad voorafgaand aan het sluiten van het contract, en als de klant de voorwaarden uitdrukkelijk of impliciet heeft aanvaard. In de praktijk maken banken vaak gebruik van stijlclausules, waarin de klant verklaart dat hij of zij kennis heeft genomen van de algemene voorwaarden en deze uitdrukkelijk aanvaardt. Deze stijlclausules worden zowel in de relatie met professionele klanten als consumenten als geldig erkend.
50
Wat zijn de mogelijke juridische kwalificaties van een zichtrekening in een rekeningovereenkomst?
De juridische kwalificatie van een zichtrekening in een rekeningovereenkomst is een onderwerp van discussie. Het Hof van Cassatie heeft geoordeeld dat een zichtrekening geen bewaargevingsovereenkomst is. Hoewel het enige elementen van bewaargeving kan bevatten, zoals het bewaren van gelden, wordt het meestal beschouwd als een contract sui generis, dat uniek is en niet volledig kan worden geclassificeerd als bewaargeving of een andere klassieke figuur.
51
Wat is de rol en het belang van het algemeen reglement der verrichtingen in een rekeningovereenkomst?
Het algemeen reglement der verrichtingen, of de algemene en bijzondere bankvoorwaarden, is van groot belang in een rekeningovereenkomst. Het bevat een reeks contractuele clausules die door de kredietinstelling eenzijdig worden opgesteld en de contractuele verhouding tussen de kredietinstelling en de klant normeren. In geschillen of procedures verwijst men vaak naar specifieke clausules in het reglement der verrichtingen. Het reglement kan deel uitmaken van het contract wanneer de klant een redelijke mogelijkheid tot kennisname heeft gehad en de voorwaarden uitdrukkel
52
Welke regeling is van toepassing op onrechtmatige bedingen in contracten met professionele cliënten?
De regeling inzake onrechtmatige bedingen uit de B2B-wet (artikel VI.91/1 WER) is niet van toepassing op overeenkomsten met professionele cliënten in de financiële sector. Echter, vanaf 1 januari 2023 is er een nieuwe algemene toetsingsnorm van kracht op basis van artikel 5.52 van het Burgerlijk Wetboek. Let op, sommige regels met betrekking tot betalingsdiensten uit Boek VII WER zijn ook dwingend ten aanzien van professionele betalingsdienstgebruikers.
53
Geldt de nieuwe algemene toetsingsnorm ook voor contracten die zijn uitgesloten van de B2B-regeling inzake onrechtmatige bedingen?
De nieuwe algemene toetsingsnorm uit artikel 5.52 BW is van kracht voor contracten die vanaf 1 januari 2023 zijn gesloten. Er zijn stemmen die beweren dat deze toetsingsnorm niet van toepassing is op contracten die zijn uitgesloten van de B2B-regeling inzake onrechtmatige bedingen. Echter, er zijn weinig argumenten die deze uitsluiting kunnen rechtvaardigen vanuit het gelijkheidsbeginsel. Het toepassen van de algemene toetsingsnorm kan echter leiden tot rechtsonzekerheid vanwege de ruime beoordelingsruimte van de rechter.
54
Welke regels met betrekking tot onrechtmatige bedingen zijn van toepassing op consumenten in de financiële sector?
Voor consumenten gelden zowel de algemene regels als de bijzondere regels met betrekking tot onrechtmatige bedingen. De algemene regels omvatten de zwarte lijst en de algemene toetsingsnorm uit Boek VI WER. Daarnaast zijn er bijzondere regels met betrekking tot betalingsdiensten (betaalrekeningen) en consumentenkrediet (indien van toepassing) die zijn opgenomen in Boek VII WER. In het bijzonder is er een algemeen verbod op bedingen die de rechten van consumenten beperken of hun verplichtingen verzwaren (artikel VII.2 §4 WER).
55
Wat houdt de zwarte lijst in met betrekking tot onrechtmatige bedingen?
De zwarte lijst, zoals opgenomen in artikel 82 en volgende van Boek VI WER, bevat specifieke bedingen die als onrechtmatig worden beschouwd. Deze bedingen omvatten onder andere het uitsluiten van aansprakelijkheid van de bank, het exonereren voor zware fouten en bedingen die leiden tot een kennelijk onevenwicht tussen de partijen.
56
Moeten bedingen in algemene voorwaarden rekening houden met de algemene toetsingsnor
Ja, bedingen in algemene voorwaarden moeten rekening houden met de algemene toetsingsnorm, zowel in de verhouding tot professionele cliënten als consumenten, om ervoor te zorgen dat ze niet als onrechtmatig worden beschouwd.
57
Wat is het principe met betrekking tot creditrente en debetrente?
Creditrente, de rente die de bank betaalt aan de klant voor een positief saldo op de rekening, is in principe vrij vast te stellen. Aan de andere kant is debetrente, de rente die de klant betaalt aan de bank voor een negatief saldo op de rekening, ook in principe vrij vast te stellen. Echter, bij consumentenkredieten is er een begrenzing door het maximaal jaarlijks kostenpercentage (JKP).
58
Wat is de basis voor de berekening van rente en waarom wordt er vaak gebruikgemaakt van 360 dagen per jaar?
De berekening van rente is gebaseerd op het jaar van 360 dagen, tenzij anders bepaald door bijzondere wetgeving zoals consumentenkrediet. Het gebruik van 360 dagen komt vaak voor in de banksector omwille van praktische redenen en vergemakkelijking van de berekeningen.
59
Wat is het verschil tussen een creditpositie en een debetpositie op een rekening en wat zijn de gevolgen bij faillissement?
Een creditpositie op een rekening betekent dat de klant een schuldvordering heeft op de bank, terwijl een debetpositie betekent dat de bank een schuldvordering heeft op de klant. In geval van faillissement van de bank kan de klant niet zijn vordering opeisen, maar is hij beschermd via depositogarantie.
60
Geldt het verbod op kapitalisatie van interest (anatocisme) voor zichtrekeningen?
Het verbod op anatocisme, zoals bepaald in artikel 1154 van het oud Burgerlijk Wetboek, geldt niet voor zichtrekeningen. Het is echter belangrijk op te merken dat de rechtspraak van het Hof van Cassatie specifiek verwijst naar het gebruik van rekening-courant, en het is niet duidelijk of dit ook van toepassing is op zichtrekeningen.
61
Is een bank in staat om unilateraal de rentevoet te wijzigen?
Er is geen algemene regel met betrekking tot de mogelijkheid van een bank om unilateraal de rentevoet te wijzigen. Er zijn verschillende regimes van toepassing, waaronder de theorie van partijbeslissing, waarbij contractspartijen het recht hebben om eenzijdig wijzigingen aan te brengen. Echter, in het kader van de algemene toetsingsnorm en onrechtmatige bedingen moet worden gekeken naar de specifieke regels voor consumenten, betalingsdiensten en consumentenkrediet om mogelijke kennelijk onevenwichtige situaties te beoordelen.
62
Welke regels zijn van toepassing op de wijziging van de rentevoet voor consumenten?
Voor consumenten kunnen verschillende regels van toepassing zijn, afhankelijk van het type rekening. Voor spaarrekeningen kunnen de regels met betrekking tot onrechtmatige bedingen de mogelijkheid bieden om de rentevoet onder bepaalde voorwaarden aan te passen. Voor betalingsdiensten, met name zichtrekeningen zonder faciliteit om onder nul te gaan, en consumentenkrediet, met name zichtrekeningen met geoorloofde debetstand, zijn specifieke regels van toepassing.
63
Wat is de valutadatum en waar wordt deze voor gebruikt?
De valutadatum is de datum waarop een bepaald bedrag begint of eindigt rente op te leveren. Het wordt gebruikt in combinatie met interesten om de start- of einddatum van de renteberekening aan te geven.
64
: Wat was het vroegere systeem van valutadatum (D+x / D-x systeem)?
Het vroegere systeem van valutadatum werd aangeduid met D+x (bij debitering) en D-x (bij creditering), waarbij x het aantal werkdagen aangaf dat moest worden opgeteld of afgetrokken van de datum van de transactie.
65
Welke regels gelden er met betrekking tot valutadatum voor betaalrekeningen volgens artikel VII.55 en VII.55/1 WER?
Voor betaalrekeningen geldt dat de valutadatum bij debitering de dag van debitering is, en bij creditering de werkdag waarop de creditering plaatsvindt. Voor stortingen van gelden gelden specifieke regels voor consumenten en niet-consumenten.
66
Wat is de valutadatum voor gereglementeerde spaarrekeningen volgens het KB/WIB?
Voor gereglementeerde spaarrekeningen is de valutadatum voor creditering uiterlijk de kalenderdag volgend op de storting, en voor debitering geldt de datum van opvraging.
67
Wat is het verband tussen valutadatum en interesten?
Valutadatum speelt een rol bij het bepalen van de start- of einddatum waarop een bepaald bedrag rente begint of eindigt op te leveren.
68
Wat is de wettelijke regeling met betrekking tot valutadatum van bankverrichtingen volgens artikel 55 en 55/1 van boek VII WER?
Volgens de wettelijke regeling geldt de dag van debitering als valutadatum voor debitering. Bij creditering geldt de werkdag van creditering als valutadatum, zelfs als dit op een niet-werkdag plaatsvindt.
69
Welke bijzondere regelingen gelden er voor de valutadatum van stortingen van gelden?
Voor consumenten geldt de dag van storting als valutadatum. Voor professionele klanten kan contractueel worden bepaald dat de valutadatum de dag na de storting is, ongeacht of de storting aan het loket of via een automatisch loket plaatsvindt.
70
Geldt de regeling met betrekking tot valutadatum voor alle bankverrichtingen?
Nee, de regeling met betrekking tot valutadatum geldt enkel voor verrichtingen die onder boek VII van het Wetboek van Economisch Recht vallen. Het is niet van toepassing op verrichtingen met cheques.
71
Wat zijn meervoudige en gezamenlijke rekeningen en welke implicaties hebben ze?
Meervoudige en gezamenlijke rekeningen zijn rekeningen die op naam van verschillende personen (titularissen) worden geopend, bijvoorbeeld een rekening die je samen met je partner opent. Op dergelijke rekeningen hebben beide rekeninghouders de mogelijkheid om individueel transacties uit te voeren zonder toestemming van de andere rekeninghouder. Er is sprake van actieve hoofdelijkheid. Echter, in geval van schulden kan elke rekeninghouder volledig aansprakelijk worden gesteld (passieve hoofdelijkheid).
72
at is een kwaliteitsrekening en waarom is het belangrijk
Een kwaliteitsrekening is een rekening die wordt gehouden in een bijzondere kwaliteit, wat betekent dat het geld op de rekening wordt afgescheiden van het persoonlijke vermogen van de rekeninghouder. Het is belangrijk omdat in geval van beslaglegging door persoonlijke schuldeisers van de rekeninghouder, de "economische eigenaar" van het geld op de rekening het recht heeft om de gelden te revindiceren (terug te vorderen).
73
Welke wettelijke regeling is van toepassing op kwaliteitsrekeningen en waar is deze opgenomen?
De wettelijke regeling voor kwaliteitsrekeningen is opgenomen in Boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek (3.37 BW).
74
Wat zijn voorbeelden van kwaliteitsrekeningen?
Voorbeelden van kwaliteitsrekeningen zijn onder andere de derdenrekening van een advocaat, die wordt gebruikt voor gelden die niet bestemd zijn voor het privévermogen van de advocaat, en de rubriekrekening van een notaris.
75
Wat is een derdenrekening advocaat en waarvoor wordt deze gebruikt?
een derdenrekening advocaat is een rekening die een advocaat opent bij een kredietinstelling en waarop gelden worden gestort die niet bestemd zijn voor het privévermogen van de advocaat. Het wordt gebruikt voor bijvoorbeeld gelden die een cliënt van de advocaat moet overmaken aan een tegenpartij.
76
Welke bescherming biedt een kwaliteitsrekening aan de gelden die erop staan?
De gelden op een kwaliteitsrekening zijn niet vatbaar voor beslag door privéschuldeisers van de rekeninghouder. Personen voor wie de gelden zijn bestemd, zoals de cliënt van een advocaat, hebben het recht om de gelden te revindiceren en ze te onttrekken aan beslag, omdat zij de economische eigenaar van de betrokken bedragen zijn.
77
Is het mogelijk dat privéschuldeisers beslag leggen op gelden die op een kwaliteitsrekening staan?
Nee, privéschuldeisers kunnen geen beslag leggen op gelden die op een kwaliteitsrekening staan. De wetgever heeft specifieke kwaliteitsrekeningen, zoals de derdenrekening van een advocaat en de rubriekrekening van een notaris, wettelijk erkend als rekeningen waarop geen beslag kan worden gelegd door privéschuldeisers van de rekeninghouder.
78
Wat is een clausule van uniciteit van rekening of eenheid van rekening?
Een clausule van uniciteit van rekening of eenheid van rekening houdt in dat alle rekeningen die een cliënt bij dezelfde bank heeft, worden beschouwd als een boekhoudkundig deel van één enkele rekeningovereenkomst. Het betekent dat verschillende rekeningen van een persoon bij dezelfde financiële instelling als één geheel worden behandeld.
79
Waarom worden compensatiebedingen toegevoegd aan clausules van uniciteit van rekening?
Clausules van uniciteit van rekening alleen bieden onvoldoende waarborgen voor de bank. Daarom worden compensatiebedingen toegevoegd, zodat de bank de mogelijkheid heeft om een creditsaldo van de ene rekening te gebruiken om een debetsaldo op een andere rekening aan te zuiveren.
80
Wat is een compensatiebeding en hoe werkt het bij insolventie?
Een compensatiebeding stelt de bank in staat om een debetsaldo op de ene rekening te compenseren met een creditsaldo op een andere rekening bij dezelfde bank. Bij insolventie, zoals het faillissement van een onderneming, kan het compensatiebeding worden gebruikt om eventuele debetsaldi te compenseren met creditsaldi op andere rekeningen, waardoor de totale vordering van de bank op de gefailleerde onderneming wordt bepaald.
81
Zijn compensatiebedingen geldig ten aanzien van consumenten?
De geldigheid van compensatiebedingen ten aanzien van consumenten is afhankelijk van de specifieke situatie. Het arrest van het Hof van Beroep van Luik heeft geoordeeld dat bepaalde compensatiebedingen in algemene voorwaarden van een bank jegens consument-rekeninghouders onrechtmatig en nietig zijn. Dit betekent dat het compensatiebeding in die specifieke zaak als ongeldig werd beschouwd.
82
Wat was het argument dat het compensatiebeding in de zaak van het Hof van Beroep van Luik onrechtmatig maakte?
Het argument was dat het compensatiebeding in de algemene voorwaarden van de bank tot een te groot onevenwicht leidde ten nadele van de consument-rekeninghouder. De bank had volledige beoordelingsvrijheid en discretie om te beslissen of al dan niet tot compensatie zou worden overgegaan, terwijl de consument-rekeninghouder geen inspraak had in dit besluit. Dit onevenwicht werd gesanctioneerd door het Hof van Beroep van Luik.
83
Kunnen compensatiebedingen van toepassing zijn op kwaliteitsrekeningen?
: Compensatiebedingen kunnen niet van toepassing zijn op kwaliteitsrekeningen, zoals de derdenrekening van een advocaat. De gelden op kwaliteitsrekeningen worden beschouwd als toebehorend aan de cliënten en kunnen niet betrokken worden bij schuldvergelijking via een compensatiebeding, omdat de cliënten worden beschouwd als economische eigenaren van die gelden
84
Wat is de opzegtermijn bij een rekeningovereenkomst van bepaalde duur?
Bij een rekeningovereenkomst van bepaalde duur, zoals een termijnrekening, is er geen mogelijkheid tot opzegging. De overeenkomst eindigt automatisch op de afgesproken einddatum.
85
Wat is de opzegtermijn bij een rekeningovereenkomst van onbepaalde duur?
Bij een rekeningovereenkomst van onbepaalde duur, zoals een spaarrekening of betaalrekening, kunnen zowel de rekeninghouder als de bank de overeenkomst opzeggen. Er moet een redelijke opzegtermijn worden gerespecteerd, die in de meeste gevallen minimaal 2 maanden bedraagt.
86
Geldt de opzegtermijn van 2 maanden dwingend voor alle betalingsdienstgebruikers?
De opzegtermijn van 2 maanden geldt voor alle betalingsdienstgebruikers, maar is alleen dwingend ten aanzien van consumenten. Voor rekeninghouders met professionele doeleinden kan de opzegtermijn contractueel worden aangepast.
87
Kan een financiële instelling de rekeningovereenkomst zomaar opzeggen?
Ja, een financiële instelling kan de rekeningovereenkomst opzeggen, maar moet altijd een redelijke opzegtermijn in acht nemen van minstens 2 maanden. Dit stelt de rekeninghouder in staat om een nieuwe financiële instelling te zoeken waar ze een nieuwe rekening kunnen openen.
88
Wat kan er gebeuren als een financiële instelling misbruik maakt van haar opzegrecht?
Als een financiële instelling misbruik maakt van haar opzegrecht, bijvoorbeeld door een onredelijk korte opzegtermijn te hanteren, kan dit worden beschouwd als rechtsmisbruik. In dergelijke gevallen kan de instelling worden verweten dat ze haar rechten op een kennelijk onredelijke wijze uitoefent.
89
Kan een rekeninghouder ook de overeenkomst beëindigen en zo ja, welke rekeningen kunnen worden opgezegd?
Ja, een rekeninghouder kan ook de overeenkomst beëindigen. Dit geldt met name voor spaarrekeningen en betaalrekeningen. Het is echter niet mogelijk om termijnrekeningen op te zeggen, omdat dit overeenkomsten van bepaalde duur zijn.
90
Wat is de regeling met betrekking tot de beëindiging van betaalrekeningen en gereglementeerde spaarrekeningen?
Volgens artikel VII.25 van het Wetboek van Economisch Recht (WER) kan de beëindiging van betaalrekeningen en gereglementeerde spaarrekeningen kosteloos geschieden. Er mogen geen administratieve vergoedingen of kosten worden aangerekend voor het afsluiten van dergelijke rekeningovereenkomsten.
91
Wat is de overstapdienst voor betaalrekeningen en wat is het doel ervan?
De overstapdienst voor betaalrekeningen, geregeld in artikel VII.62/1 van het WER, is een mechanisme dat ervoor zorgt dat het overstappen naar een nieuwe betaalrekening zonder veel formaliteiten en kosteloos kan gebeuren. Het doel is om concurrentie tussen financiële instellingen te bevorderen en rekeninghouders in staat te stellen gemakkelijk van bank te veranderen.
92
Is nummerportabiliteit nodig als er een overstapdienst voor betaalrekeningen bestaat?
Nee, nummerportabiliteit is niet nodig als er een goed functionerende overstapdienst voor betaalrekeningen bestaat. Met de overstapdienst kan op eenvoudige wijze vergelijkbare resultaten worden bereikt als bij nummerportabiliteit, waarbij de administratieve rompslomp beperkt blijft. Het belangrijkste probleem ligt in het bekendmaken van de overstapdienst aan het publiek.
93
Wat is een overschrijving volgens artikel I.9, 31° van het Wetboek van Economisch Recht (WER)?
Een overschrijving is een betalingstransactie waarbij de rekeninghouder aan de betalingsdienstaanbieder de opdracht geeft om een bepaald bedrag van zijn rekening te debiteren en dit bedrag te crediteren naar de rekening van de begunstigde. Het is een vormvrije opdracht die kan worden gegeven via verschillende kanalen, zoals papier, self-banking, e-banking of m-banking.
94
Wat is het verschil tussen een doorlopende opdracht en een domiciliëring?
Een doorlopende opdracht is een opdracht die de rekeninghouder aan de betalingsdienstaanbieder geeft om op regelmatige basis dezelfde transactie uit te voeren, bijvoorbeeld het maandelijks overmaken van een vast bedrag voor huur. Een domiciliëring daarentegen is een door de begunstigde geïnitieerde betalingstransactie waarbij de rekeninghouder een mandaat verleent aan de financiële instelling om facturen te betalen die door de begunstigde worden aangeboden. Een domiciliëring kan zowel voor vaste als variabele bedragen worden gebruikt, terwijl doorlopende opdrachten meestal voor vaste bedragen worden gebruikt.
95
Wat zijn kaartbetalingen en hoe verschillen ze van klassieke overschrijvingen?
Kaartbetalingen zijn betalingstransacties die worden geïnitieerd via een kaartterminal bij de begunstigde of via de website van de begunstigde. Ze worden ook wel begunstigde-geïnitieerde betalingstransacties genoemd. In tegenstelling tot klassieke overschrijvingen, waarbij de betalingstransactie wordt geïnitieerd door de betaler, bieden kaartbetalingen een snelle en geauthenticeerde betalingsmethode. Een belangrijk verschil is dat bij kaartbetalingen de begunstigde vanaf het moment van autorisatie zeker is dat het bedrag op zijn rekening zal komen en niet meer kan worden gedebiteerd.
96
Wat is het verschil tussen betalingen met bancontact en betalingen met een kredietkaart?
Bij betalingen met bancontact worden de transacties rechtstreeks van de rekening van de rekeninghouder afgeschreven, terwijl bij betalingen met een kredietkaart de uitgaven worden verzameld door de kaartmaatschappij over een bepaalde periode (meestal een maand). De kaartmaatschappij biedt vervolgens de factuur aan bij de financiële instelling, waarbij een domiciliëring plaatsvindt om het bedrag te debiteren. Een belangrijk verschil is dat bij betalingen met een kredietkaart de rekeninghouder een debetsaldo kan hebben als de factuur van de kaartmaatschappij wordt betaald, zelfs als er op dat moment onvoldoende geld op de rekening staat. Bij betalingen met bancontact zal een transactie worden geweigerd als er onvoldoende saldo op de rekening staat.
97
Welke betalingstransacties vallen onder het toepassingsgebied van boek VII van het Wetboek van Economisch Recht (WER)?
Betalingstransacties zoals overschrijvingen, domiciliëringen en kaartbetalingen vallen onder het toepassingsgebied van boek VII van het WER, dat regels bevat met betrekking tot betalingen. Andere vormen van elektronisch geld, zoals PayPal, vallen ook onder dit toepassingsgebied. Cryptomunten, zoals Bitcoin, vallen echter niet onder de regels van boek VII van het WER.
98
Wat zijn betalingsinitiatiediensten?
Betalingsinitiatiediensten zijn diensten die de mogelijkheid bieden om betalingsopdrachten te initiëren met betrekking tot een betaalrekening die bij een andere financiële instelling wordt gehouden. Ze worden gebruikt wanneer een gebruiker een betalingstransactie wil uitvoeren op een rekening die ze bij een andere financiële instelling aanhouden.
99
Wat is een voorbeeld van een betalingsinitiatiedienst?
Payconiq, een app waarmee gebruikers betalingstransacties kunnen initiëren voor rekeningen bij andere banken.
100
Wat zijn rekeninginformatiediensten?
Diensten die geconsolideerde informatie verstrekken over betaalrekeningen die bij andere betalingsdienstaanbieders of meerdere betalingsdienstaanbieders worden aangehouden. Het doel van deze diensten is om gebruikers via één applicatie een overzicht te geven van hun verschillende betaalrekeningen bij verschillende aanbieders.
101
Geef een voorbeeld van een rekeninginformatiedienst.
Cake, een applicatie waarmee gebruikers het saldo van verschillende bankrekeningen kunnen raadplegen die ze bij verschillende aanbieders aanhouden.
102
: Wat is de verplichting van betalingsdienstaanbieders met betrekking tot online toegang tot rekeningen?
Betalingsdienstaanbieders moeten de informatie van rekeningen die online toegankelijk zijn delen met betalingsinitiatie- en rekeninginformatiedienstaanbieders om diensten aan te bieden.
103
Heb ik als betaler het recht om giraal of elektronisch te betalen? Kan ik mijn schuldeiser dwingen om een girale of elektronische betaling te ontvangen?
in België is chartaal geld het wettige betaalmiddel, en in principe kan een betaler alleen aandringen op contante betaling. Het is echter mogelijk om andere afspraken te maken, waarbij betalingen langs elektronische weg worden geaccepteerd. Dit kan expliciet of impliciet worden overeengekomen. Een voorbeeld is wanneer een winkelier het Bancontact-logo op de etalage plakt en daarmee impliceert dat betalingen met Bancontact worden geaccepteerd
104
Zijn er situaties waarin ik verplicht ben om giraal of elektronisch te betalen?
Ja, er zijn uitzonderingen op het principe van contante betaling. Volgens KB nr. 56 hebben ondernemingen het recht om een giraal betalingssysteem te eisen wanneer het transactiebedrag 10.000 BEF (250 euro) of meer bedraagt. Daarnaast vereist de witwaswetgeving dat bepaalde transacties, zoals vastgoedaankopen, volledig via overschrijving worden betaald. Verder verplicht artikel VI.7 van het WER ondernemingen om consumenten een elektronisch betalingsmiddel aan te bieden, zoals Bancontact.
105
Wat is het bevrijdende moment van betaling in de relatie tussen schuldenaar en schuldeiser?
Het moment van bevrijdende betaling is een onderwerp van discussie geweest. Het Hof van Cassatie heeft echter bepaald dat de betaling plaatsvindt op het moment van creditering van de rekening van de begunstigde. Het geven van een betalingsopdracht en het debiteren van de rekening van de opdrachtgever zijn niet voldoende. Betaling vindt pas plaats wanneer de rekening van de begunstigde wordt gecrediteerd en zij daadwerkelijk over het geld kan beschikken.
106
Kun je een voorbeeld geven van het bevrijdende moment van betaling volgens het arrest van het Hof van Cassatie
In een specifiek geval kreeg iemand een voorstel tot minnelijke schikking voor een verkeersovertreding, waarbij de strafvervolging zou vervallen als er tijdig werd betaald. Hoewel de betalingsopdracht op 22 december werd gegeven en de rekening van de opdrachtgever op 23 december werd gedebiteerd, werd de rekening van de begunstigde pas op 26 december gecrediteerd. Het Hof van Cassatie oordeelde dat de betaling pas als bevrijdend werd beschouwd op het moment van creditering van de rekening van de begunstigde, waardoor de persoon strafrechtelijk kon worden vervolgd.
107
Wat is de uitvoeringstermijn voor betalingstransacties volgens Boek VII?
Volgens Boek VII moet een betalingstransactie uitgevoerd worden uiterlijk aan het einde van de werkdag die volgt op de ontvangst van de opdracht. Dit betekent dat het één werkdag duurt om een betalingstransactie uit te voeren. Met de voortdurende technologische ontwikkelingen kunnen betalingsopdrachten steeds sneller worden uitgevoerd.
108
Wat is het toepassingsgebied van de regels betreffende betalingsdiensten?
Het toepassingsgebied van de regels betreffende betalingsdiensten is zeer ruim. Telkens wanneer er de mogelijkheid is om girale tegoeden over te maken, moet dit worden beschouwd als een betalingsdienst. Transacties met virtuele munten vallen echter niet onder het concept van geldmiddelen en worden niet beschouwd als betalingstransacties.
109
: Welke transacties worden uitgesloten van het toepassingsgebied van betalingsdiensten?
Er zijn verschillende uitsluitingen van het toepassingsgebied van betalingsdiensten. Dit omvat transacties waarbij contant wordt betaald, transacties binnen beperkte netwerken, betaalinstrumenten die alleen kunnen worden gebruikt voor een beperkt gamma goederen en diensten, en transacties waarbij betaalmiddelen worden aangeboden door aanbieders van elektronische communicatiemiddelen en de betaling verloopt via een door de aanbieder verstrekte rekening.
110
Wie zijn de betalingsdienstaanbieders en betalingsdienstgebruikers volgens het WER?
Betalingsdienstaanbieders zijn degenen die betalingsdiensten verstrekken in het kader van hun beroepsactiviteit, zoals banken en PayPal. Betalingsdienstgebruikers omvatten zowel de betaler als de begunstigde in een betalingstransactie. Het begrip "consument" is ook belangrijk en verwijst naar personen die betalingsdiensten gebruiken voor zowel privé- als professionele doeleinden.
111
Welke bescherming geldt er voor betalingsdienstgebruikers?
De regels in Boek VII van het WER bieden in principe bescherming aan betalingsdienstgebruikers, ongeacht of ze handelen voor privé- of professionele doeleinden. Er zijn echter bepalingen in Boek VII die de mogelijkheid bieden om af te wijken van de beschermingsregels ten aanzien van professionele betalingsdienstgebruikers. De beschermingsregels zijn dwingend ten opzichte van consumenten, die altijd kunnen rekenen op de regels uit Boek VII.
112
Kunnen aansprakelijkheidsregimes worden wegbedongen in relatie tot professionele betalingsdienstgebruikers?
Ja, in de relatie met professionele betalingsdienstgebruikers is het mogelijk om af te wijken van aansprakelijkheidsregimes en de beschermingsregels niet toe te passen. Dit geeft professionele betalingsdienstgebruikers de mogelijkheid om contractueel andere afspraken te maken met betrekking tot aansprakelijkheid.
113
Wat is het toepassingsgebied van de regels betreffende betalingsdiensten met betrekking tot de locatie?
Het principe van "one leg" is van toepassing, wat betekent dat de betalingsdienstaanbieder of de begunstigde gevestigd moet zijn in de Europese Economische Ruimte (EER). Alleen het deel van de transactie dat zich binnen de EER bevindt, valt onder het toepassingsgebied van de regeling inzake betalingsdiensten.
114
Wat zijn de uitzonderingen op het principe van "one leg" met betrekking tot de locatie?
Voor bepaalde situaties, zoals aansprakelijkheid voor foutieve uitvoering, geldt het principe van "two leg". Dit betekent dat zowel de betalingsdienstaanbieder van de betaler als de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde gevestigd moeten zijn in de EER. De betrokken regel is alleen van toepassing wanneer beide betalingsdienstaanbieders in de EER gevestigd zijn.
115
Hoe beïnvloedt het toepassingsgebied ratione loci de aansprakelijkheid bij foutieve uitvoering?
In het geval van aansprakelijkheid bij foutieve uitvoering, valt de transactie niet onder het toepassingsgebied van Boek VII als de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde zich niet binnen de EER bevindt. Het "two leg" principe is van toepassing en vereist dat zowel de betalingsdienstaanbieder van de betaler als de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde zich binnen de EER bevinden. Als dit niet het geval is, is de regeling inzake betalingsdiensten niet van toepassing.
116
Wat is de basisregel voor de uitvoeringstermijn van betalingstransacties?
De basisregel is dat de rekening van de begunstigde uiterlijk aan het einde van de werkdag die volgt op het tijdstip van ontvangst van de betalingstransactie gecrediteerd moet worden. Dit geldt zowel voor de bank van de betaler als voor de bank van de begunstigde. Als de betalingsdienstaanbieder en de begunstigde dezelfde bank hebben, moet de creditering van de rekening van de begunstigde onmiddellijk op dezelfde werkdag plaatsvinden.
117
Zijn er bijzondere regels met betrekking tot de uitvoeringstermijn van betalingstransacties?
Ja, er zijn enkele bijzonderheden. In het geval van binnenlandse elektronische transacties waarbij de betaler en de begunstigde dezelfde betalingsdienstaanbieder hebben, geldt een kortere uitvoeringstermijn. De creditering van de rekening van de begunstigde moet op dezelfde werkdag van ontvangst van de betalingstransactie plaatsvinden. Daarnaast kunnen langere uitvoeringstermijnen contractueel worden overeengekomen, waarbij er een fictie wordt gecreëerd met betrekking tot het tijdstip van ontvangst van de betalingsopdracht.
118
Geldt de uitvoeringstermijn van 1 werkdag ook voor professionele cliënten?
a, de uitvoeringstermijn van 1 werkdag is dwingend van toepassing op alle betalingsdienstgebruikers, inclusief professionele cliënten. In tegenstelling tot andere regels waarbij er ruimte is voor contractuele afwijkingen ten gunste van professionele cliënten, kan de uitvoeringstermijn niet contractueel worden verlengd voor professionele cliënten, aangezien deze regel dwingend is voor elke betalingsdienstgebruiker, ongeacht hun hoedanigheid.
119
Wat is de theorie van de onverschuldigde betaling?
e theorie van de onverschuldigde betaling houdt in dat als iemand ten onrechte een creditering op zijn rekening ontvangt die voor iemand anders is bedoeld, hij dit geld niet mag houden. Het principe is dat de persoon die het geld onterecht heeft ontvangen, verplicht is om het terug te geven aan de rechtmatige eigenaar. De betalingsdienstaanbieder heeft het recht om de rekening van de ontvanger opnieuw te debiteren voor hetzelfde bedrag dat per abuis is gecrediteerd.
120
Wie is aansprakelijk voor foutieve uitvoering van betalingstransacties?
Bij foutieve uitvoering van betalingstransacties is er aansprakelijkheid zowel aan de kant van de betalingsdienstaanbieder van de opdrachtgever als aan de kant van de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde. De betalingsdienstaanbieder van de opdrachtgever is risicoaansprakelijk voor eventuele fouten die optreden tijdens het betalingsproces, tot het moment waarop de rekening van de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde wordt gecrediteerd. De betalingsdienstaanbieder van de begunstigde is op zijn beurt risicoaansprakelijk vanaf het moment van creditering van zijn eigen rekening tot het moment waarop de rekening van de begunstigde wordt gecrediteerd.
121
Wat is de omvang van de aansprakelijkheid bij foutieve uitvoering van betalingstransacties?
De omvang van de aansprakelijkheid bij foutieve uitvoering van betalingstransacties wordt bepaald door de wet. De betalingsdienstaanbieder van de opdrachtgever is verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de betalingstransactie tot aan de creditering van de rekening van de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde. Als er fouten optreden binnen deze periode, is de betalingsdienstaanbieder van de opdrachtgever aansprakelijk voor de schade die hieruit voortvloeit. Op dezelfde manier is de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde aansprakelijk voor eventuele fouten die zich voordoen vanaf de creditering van zijn eigen rekening tot aan de creditering van de rekening van de begunstigde.
122
Wat zijn de aansprakelijkheidsregels tussen betalingsdienstaanbieders en betalingsdienstgebruikers?
De aansprakelijkheidsregels tussen betalingsdienstaanbieders en betalingsdienstgebruikers zijn vastgelegd in de wet. Volgens deze regels is de betalingsdienstaanbieder van de opdrachtgever aansprakelijk voor de juiste uitvoering van de betalingstransactie tot aan de creditering van de rekening van de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde. De betalingsdienstaanbieder van de begunstigde is op zijn beurt aansprakelijk voor eventuele fouten die optreden vanaf de creditering van zijn eigen rekening tot aan de creditering van de rekening van de begunstigde. Deze aansprakelijkheidsregels zorgen ervoor dat betalingsdienstgebruikers kunnen rekenen op een zekere mate van bescherming in geval van foutieve uitvoering van betalingstransacties.
123
Wat is het toepassingsgebied van het regelen van betalingsdiensten?
Het toepassingsgebied van het regelen van betalingsdiensten omvat het overmaken van geldmiddelen, waarbij elke mogelijkheid om girale tegoeden over te maken als een betalingsdienst moet worden beschouwd.
124
Gelden virtuele munten als geldmiddelen in het kader van betalingsdiensten?
Nee, transacties met virtuele munten worden niet beschouwd als betalingstransacties. Virtuele munten vallen buiten het toepassingsgebied van betalingsdiensten.
125
Welke transacties worden uitgesloten van het toepassingsgebied van betalingsdiensten?
Transacties waarbij er cash wordt betaald, transacties binnen beperkte netwerken, betaalmiddelen die alleen kunnen worden gebruikt voor een zeer beperkt gamma goederen en diensten, en bepaalde transacties met betaalmiddelen aangeboden door aanbieders van elektronische communicatiemiddelen.
126
Wie zijn de betalingsdienstaanbieders?
Betalingsdienstaanbieders zijn degenen die betalingsdiensten verstrekken in het kader van hun beroepsactiviteit, zoals banken en PayPal.
127
Wie zijn de betalingsdienstgebruikers?
Betalingsdienstgebruikers omvatten zowel de betaler als de begunstigde. Dit algemene concept is van toepassing ongeacht of de betalingsdienstgebruiker handelt als consument of voor andere doeleinden.
128
Wat is het belang van het concept "consument" in het regelen van betalingsdiensten?
Het regelen van betalingsdiensten heeft als doel betalingsdienstgebruikers te beschermen, ongeacht of ze handelen als consument of voor andere doeleinden. Beschermingsregels in boek VII zijn dwingend van toepassing op consumenten, maar kunnen worden afgeweken ten aanzien van professionele betalingsdienstgebruikers.
129
Wat is het principe van de uitvoeringstermijn bij betalingsdiensten?
Het principe van de uitvoeringstermijn bij betalingsdiensten is dat de creditering van de rekening van de begunstigde moet plaatsvinden op de werkdag die volgt op het tijdstip van ontvangst van de betaling.
130
Zijn er bijzondere regels met betrekking tot de uitvoeringstermijn?
Ja, er zijn bijzondere regels. Zo kan er een kortere uitvoeringstermijn gelden bij binnenlandse elektronische transacties waarbij betaler en begunstigde dezelfde betalingsdienstaanbieder hebben. Ook kunnen er langere uitvoeringstermijnen zijn, zoals de cut-off time-regel voor late betalingsopdrachten en de verwerking van papieren orders.
131
Wat zijn de uitzonderingen op de aansprakelijkheid van betalingsdienstaanbieders?
Een van de uitzonderingen is overmacht, hoewel dit in de praktijk vaak wordt vergeten. Een andere uitzondering is wanneer de betaler een incorrecte unieke identificator gebruikt, waarbij de betalingsdienstaanbieder niet aansprakelijk is voor fraude bij "toegestane" betalingstransacties.
132
Wie is aansprakelijk bij foutieve uitvoering van betalingstransacties?
De aansprakelijkheid verschilt afhankelijk van de verhouding. De betalingsdienstaanbieder van de opdrachtgever is risicoaansprakelijk tot de rekening van de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde is gecrediteerd. De betalingsdienstaanbieder van de begunstigde is risicoaansprakelijk vanaf de creditering tot de rekening van de begunstigde.
133
Wat zijn de gevolgen van een verkeerde unieke identificator bij betalingstransacties?
Als de betaler een vergissing maakt bij het invullen van de overschrijvingsopdracht, bijvoorbeeld door een verkeerd rekeningnummer te vermelden, dan ligt het risico bij de betaler. Betalingsdienstaanbieders zijn niet verplicht om de overeenstemming tussen het rekeningnummer en de identiteit te controleren.
134
Welke situaties vallen onder de aansprakelijkheidsregeling voor niet toegestane betalingstransacties?
Situaties zoals verlies van een bankkaart waarbij iemand anders geld opneemt, phishing, en factuurfraude waarbij de betaler zelf instemming heeft verleend voor de betaling vallen onder de toegestane betalingstransacties. In deze gevallen kan de betalingsdienstaanbieder niet aansprakelijk worden gesteld.
135
Wat is de vervaltermijn voor het betwisten van transacties?
de vervaltermijn is 13 maanden, wat betekent dat na deze periode transacties niet meer kunnen worden betwist.
136
Geldt de risicoaansprakelijkheid van betalingsdienstaanbieders voor alle betalingsdienstgebruikers?
De risicoaansprakelijkheid geldt alleen dwingend ten aanzien van betalingsdienstgebruikers die consumenten zijn. Voor betalingsdienstgebruikers die ondernemingen zijn, kan de aansprakelijkheid contractueel worden wegbedongen.
137
Wat zijn de uitzonderingen op de aansprakelijkheid van betalingsdienstaanbieders?
Enkele uitzonderingen op de aansprakelijkheid van betalingsdienstaanbieders zijn overmacht en het gebruik van een incorrecte unieke identificator.
138
Wat wordt bedoeld met de verhouding tussen opdrachtgever en begunstigde bij foutieve uitvoering?
De verhouding tussen opdrachtgever en begunstigde bij foutieve uitvoering heeft betrekking op de vraag of de opdrachtgever bevrijdend heeft betaald en de mogelijkheid voor de opdrachtgever om een bank aansprakelijk te stellen.
139
Wat is de aansprakelijkheid van de betalingsdienstaanbieder van de opdrachtgever?
De betalingsdienstaanbieder van de opdrachtgever heeft een risicoaansprakelijkheid tot het moment waarop de rekening van de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde wordt gecrediteerd.
140
Wat is de verplichting van de betalingsdienstaanbieder bij niet-toegestane betalingstransacties?
: De betalingsdienstaanbieder moet de rekening van de betaler onmiddellijk crediteren, behoudens een prima facie onderzoek naar bedrog en kennisgeving aan de FOD Economie
141
Wat is de definitieve aansprakelijkheidsverdeling bij niet-toegestane betalingstransacties?
De basisregel is dat de betalingsdienstaanbieder aansprakelijk is, behalve in geval van bedrog door de betaler. Daarnaast is er een bijzondere regel voor betaalinstrumenten
142
Wat is grove nalatigheid en hoe beïnvloedt dit de aansprakelijkheid bij niet-toegestane betalingstransacties?
Grove nalatigheid is ernstige nalatigheid van de betalingsdienstgebruiker. Bij grove nalatigheid kan de aansprakelijkheid van de betalingsdienstaanbieder worden beperkt.
143
Wat zijn enkele vormen van phishing?
Phishing omvat gegevensverlies aan fraudeurs via internet (phishing), telefoon (vishing), en sms (shmishing).
144
Wat is de voorlopige terugbetalingsverplichting bij niet-toegestane betalingstransacties?
De betalingsdienstaanbieder VII.43 & moet de rekening van het slachtoffer onmiddellijk crediteren in afwachting van de definitieve aansprakelijkheidsverdeling.
145
Hoe wordt de voorlopige terugbetalingsverplichting ontsnapt?
De betalingsdienstaanbieder kan ontsnappen aan de voorlopige terugbetalingsverplichting door aan te tonen dat de betaler frauduleus heeft gehandeld en dit te melden aan de FOD Economie.VII.44
146
Hoe wordt omgegaan met de voorlopige terugbetalingsverplichting in de praktijk?
In de praktijk negeren veel betalingsdienstaanbieders de voorlopige terugbetalingsverplichting, waardoor slachtoffers zelf actie moeten ondernemen en toezichthouders moeten ingrijpen.
147
Geldt de voorlopige terugbetalingsverplichting ook voor toegestane betalingstransacties?
Nee, de voorlopige terugbetalingsverplichting geldt alleen voor niet-toegestane betalingstransacties.
148
Wat is de rol van de FOD Economie bij de voorlopige terugbetalingsverplichting?
De FOD Economie moet toezicht houden en ervoor zorgen dat betalingsdienstaanbieders hun voorlopige terugbetalingsverplichting nakomen.
149
Welke criteria spelen een rol bij de aansprakelijkheidsverdeling voor transacties met betaalinstrumenten?
De criteria zijn kennisgeving, grove nalatigheid en bijzondere situaties.
150
Wat is de basisregel voor aansprakelijkheid bij transacties met betaalinstrumenten?
De basisregel is dat de betalingsdienstaanbieder aansprakelijk is, behalve in geval van bedrog door de betaler. Grove nalatigheid ontslaat de betaler niet van aansprakelijkheid.
151
Wat is het onderscheid tussen transacties voor en na de kennisgeving van verlies, diefstal of frauduleus gebruik van een betaalinstrument?
Voor transacties voor de kennisgeving draagt de betaler aansprakelijkheid, afhankelijk van grove nalatigheid. Na de kennisgeving verschuift de aansprakelijkheid naar de betalingsdienstaanbieder
152
Wat gebeurt er na de kennisgeving van verlies, diefstal of frauduleus gebruik van een betaalinstrument?
De betalingsdienstaanbieder draagt aansprakelijkheid en heeft een resultaatsverbintenis om de betalingstransacties te blokkeren en schade te voorkomen.
153
Wat is de uitzondering op de aansprakelijkheid van de betalingsdienstaanbieder na kennisgeving?
De betalingsdienstaanbieder kan ontsnappen aan aansprakelijkheid door aan te tonen dat de betaler zelf frauduleus heeft gehandeld.
154
Wat gebeurt er als de betaler grove nalatigheid vertoont?
Bij grove nalatigheid is de aansprakelijkheid van de betaler onbeperkt voor alle transacties voor de kennisgeving die in verband staan met de nalatigheid.
155
Wat zijn de bijzondere gevallen waarin de basisregel niet van toepassing is?
De basisregel is niet van toepassing als de transactie plaatsvond zonder sterke cliëntenauthenticatie of als de betaler de fraude niet kon ontdekken voorafgaand aan de niet-toegestane betalingstransacties.
156
Welke verplichting hebben betalingsdienstaanbieders met betrekking tot kennisgeving van verlies, diefstal of frauduleus gebruik van betaalinstrumenten?
Betalingsdienstaanbieders moeten ervoor zorgen dat betalers 24/7 kennis kunnen geven van dergelijke incidenten.
157
Wat is de aansprakelijkheid van de betaler voor transacties vóór de kennisgeving van verlies, diefstal of frauduleus gebruik van een betaalinstrument? VII44
De aansprakelijkheid van de betaler is beperkt tot 50 euro, tenzij er sprake is van fraude door de betaler of grove nalatigheid. Er moet een causaal verband zijn tussen de nalatigheid en de niet-toegestane betalingstransacties.
158
Wanneer is er sprake van grove nalatigheid?VI44
Er is geen definitie van grove nalatigheid in de wet. De rechter beoordeelt aan de hand van alle feitelijke omstandigheden of er sprake is van grove nalatigheid. Voorbeelden van grove nalatigheid zijn het niet onverwijld kennisgeven van verlies, diefstal of onrechtmatig gebruik en het noteren van de geheime code op een eenvoudig te achterhalen wijze.
159
Wat is de rol van de algemene voorwaarden bij grove nalatigheid? VII44
De algemene voorwaarden kunnen een rol spelen bij het bepalen van grove nalatigheid, maar de rechter heeft een ruime beoordelingsvrijheid en kan alle relevante omstandigheden in overweging nemen.
160
Wie draagt de bewijslast bij grove nalatigheid? VII44
De bewijslast ligt bij de betalingsdienstaanbieder. De betalingsdienstaanbieder moet aantonen dat er sprake is van grove nalatigheid door ondersteunend bewijs naar voren te brengen. Er is geen vermoeden van grove nalatigheid.
161
Wat is de aansprakelijkheid van de betaler als er grove nalatigheid is? VII44
Als de betaler grove nalatigheid heeft vertoond, is zijn aansprakelijkheid onbeperkt voor alle transacties voor de kennisgeving die in causaal verband staan met de nalatigheid.
162
Welke verplichtingen heeft de betaler met betrekking tot het betaalinstrument? VII44
De betaler moet zorgvuldig met het betaalinstrument omgaan, inclusief de gegevens die het instrument beschermen. Bovendien moet de betaler onverwijld kennisgeven van verlies, diefstal of frauduleus gebruik zodra hij dit vaststelt.
163
Wat gebeurt er als de betaler zijn verplichtingen niet nakomt? VII44
Als de betaler niet onverwijld kennisgeeft van verlies, diefstal of frauduleus gebruik, wordt hij aansprakelijk voor alle transacties die door grove nalatigheid mogelijk zijn gemaakt.
164
Hoe wordt grove nalatigheid onderscheiden van onvoorzichtigheid?
Grove nalatigheid gaat verder dan loutere onvoorzichtigheid. Onvoorzichtigheid betekent niet automatisch dat er sprake is van grove nalatigheid. De rechtspraak benadrukt dat grove nalatigheid iets anders is dan eenvoudige onvoorzichtigheid.
165
In welke gevallen draagt de betaler helemaal geen aansprakelijkheid? VII44
De betaler draagt geen aansprakelijkheid als er geen gebruik is gemaakt van sterke cliëntenauthenticatie of als de betaler het verlies, diefstal of onrechtmatig gebruik van het betaalinstrument niet kon vaststellen voor de betaling plaatsvond.
166
Wat is sterke cliëntenauthenticatie?
Sterke cliëntenauthenticatie vereist dat de houder van het betaalinstrument zich identificeert aan de hand van minimaal twee van de volgende factoren: kennis, bezit en inherente eigenschap. Biometrische technieken kunnen worden gebruikt voor sterke cliëntenauthenticatie.
167
Geef voorbeelden van situaties waarin geen sterke cliëntenauthenticatie wordt gebruik
Voorbeelden zijn contactloos betalen zonder het invoeren van de geheime code en bepaalde kredietkaartbetalingen op afstand waarbij alleen het kredietkaartnummer, de veiligheidscode en de naam van de kaarthouder worden ingevoerd.
168
Wat is de toepassing van deze regels bij phishing? clientauth
Bij phishing wordt gekeken naar drie stappen: (1) of er sprake is van een niet-toegestane betalingstransactie, (2) of het slachtoffer de fraude kon ontdekken, en (3) of er sprake is van grove nalatigheid. Als het slachtoffer de fraude niet kon ontdekken en er geen sprake is van grove nalatigheid, is de aansprakelijkheid beperkt tot 50 euro. Bij grove nalatigheid is de aansprakelijkheid onbeperkt.
169
Wie draagt het risico bij phishing als het slachtoffer de fraude niet kon ontdekken?
Het risico ligt volledig bij de bank als het slachtoffer de fraude niet kon ontdekken voordat deze plaatsvond.
170
Wat gebeurt er als het slachtoffer de fraude wel kon ontdekken?
Als het slachtoffer de fraude kon ontdekken, wordt gekeken naar de omstandigheden. Als er geen sprake is van grove nalatigheid, is de aansprakelijkheid beperkt tot 50 euro. Bij grove nalatigheid is de aansprakelijkheid volledig voor de betaler.
171
: Hoe wordt grove nalatigheid beoordeeld?
De beoordeling van grove nalatigheid is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Het gaat om meer dan eenvoudige onachtzaamheid en moet geval per geval worden bekeken.
172
Zijn de regels met betrekking tot aansprakelijkheid bij phishing voldoende flexibel?
Er is discussie over de vraag of de consument voldoende flexibiliteit heeft bij het gebruik van betaalinstrumenten, gezien het toenemende aantal phishinggevallen. Het is een vraag of de mogelijkheid om grote bedragen in korte tijd over te maken nog wel wenselijk is.
173
In welke gevallen heeft de betaler recht op terugbetaling van het gedebiteerde bedrag?
De betaler heeft recht op terugbetaling van het gedebiteerde bedrag bij toegestane betalingstransacties die door of via de begunstigde zijn geïnitieerd en waarbij het bedrag niet was bepaald op het moment van de instemming en het gedebiteerde bedrag hoger is dan wat de betaler redelijkerwijs kon verwachten.
174
Wat is de periode waarin de betaler het recht heeft om tot terugvordering over te gaan?
De betaler heeft een periode van acht weken om tot terugvordering over te gaan bij toegestane betalingstransacties.
175
Wat is de bijzondere regeling voor domiciliëring?
Bij domiciliëring heeft de betaler het recht om zich tot de betalingsdienstaanbieder te wenden en te vragen dat zijn rekening voor het gedebiteerde bedrag opnieuw wordt gecrediteerd. Dit keert de positie van de partijen om, waarbij de betalingsdienstaanbieder de rekening crediteert en de schuldeiser zich tot de betaler moet richten om een deel van de betaling terug te krijgen.