landschapzones Flashcards
(26 cards)
Aride zone
Landschapszone waar weinig neerslag valt, waardoor er bijna geen bomen groeien.
Bodem
Bovenste deel van de aardkorst, dat van belang is voor de plantengroei.
Bodemerosie
Het wegspoelen of wegwaaien van het bovenste (vruchtbare) deel van de bodem.
Boreale zone
Overgangsgebied tussen polaire en gematigde zones.
Dierenwereld
Alle diersoorten die in een gebied voorkomen.
Drainage
Het kunstmatig afvoeren van water van een stuk land.
Duurzaam landgebruik
Landgebruik gericht op het behoud van de bodemkwaliteit.
Gematigde zone
Zone met een vochtig klimaat en gematigde temperaturen.
Geofactoren
Factoren die het landschap bepalen.
Gesteente
Natuurlijk materiaal waaruit de aardkorst is opgebouwd.
Irrigatie
Kunstmatige toevoer van water aan gewassen.
Klimaat
Gemiddeld weer over een lange periode.
Klimaatverandering
Verandering van het klimaat op aarde.
Landdegradatie
Verslechtering van de kwaliteit van het land.
Landschapszones
Zones waarin landschappen worden ingedeeld.
Lucht
Mengsel van gassen in de atmosfeer.
Ontbossing
Verdwijnen van bos.
Overbeweiding
Te veel vee op een stuk land waardoor vegetatie wordt aangetast.
Plantenwereld
Alle plantensoorten in een gebied.
Polaire zone
Gebied rond de polen met ijskappen en toendra.
Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap.
Subtropische zone
Overgangszone tussen gematigde en tropische zones.
Tropische zone
Warme en vochtige zone, temperatuur altijd boven 18°C.
Verwoestijning
Uitbreiding van woestijngebied.