stedelijke gebieden Flashcards

(24 cards)

1
Q

Bewonerskenmerken

A

Kenmerken van bewoners in een buurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Buurt- / wijkvoorzieningen

A

Aanwezige voorzieningen in een buurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Buurtprofiel

A

Overzicht van buurtkenmerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Creatieve stad

A

Stad met hoge concentratie creatieve beroepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Duale arbeidsmarkt

A

Onoverbrugbare tweedeling in arbeidsmarkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Duurzame stad

A

Stad met aandacht voor klimaat en milieu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gentrificatie

A

Opwaardering van achterstandswijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Herstructurering

A

Vernieuwing van oude stadswijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenniseconomie

A

Economie gebaseerd op kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Objectieve veiligheid

A

Statistisch gemeten veiligheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onderhoud

A

Kwaliteitsonderhoud van gebouwen en voorzieningen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Openbare ruimte

A

Ruimte die toegankelijk is voor iedereen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Overzichtelijkheid

A

Mate waarin buurt overzichtelijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Publiek-private samenwerking

A

Samenwerking overheid en bedrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Science Park

A

Bedrijventerrein voor technologie en onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Smart city

A

Slimme stad die data gebruikt voor bestuur.

17
Q

Sociale cohesie

A

Samenhang tussen mensen.

18
Q

Sociale veiligheid

A

Veiligheid in de openbare ruimte.

19
Q

Stadsvernieuwing

A

Opknappen van oude wijken.

20
Q

Subjectieve veiligheid

A

Hoe veilig mensen zich voelen.

21
Q

Toegankelijkheid

A

Mate waarin iets bereikbaar is.

22
Q

Toezicht

A

Mate van controle in een buurt.

23
Q

Woningkenmerken

A

Kenmerken van een woning.

24
Q

Woonomgeving

A

Gebied rondom een woning.