Lastige kaartjes

Question 1

Prerequisites

Answer 1

Vaardigheden

Question 2

Care environment

Answer 2

Vereisten

Question 3

Care processes

Answer 3

Zorgprocessen

Question 4

Person centred outcome

Answer 4

Resultaten

Question 5

Lichaamsfuncties

Answer 5

Ervaring en werking lichaam

Question 6

Mentaal welbevinden

Answer 6

Psychische vaardigheden

Question 7

Zingeving

Answer 7

Doelgericht leven

Question 8

Kwaliteit van leven

Answer 8

Omstandigheden

Question 9

Meedoen

Answer 9

Sociale pariticipatie

Question 10

Dagelijks functioneren

Answer 10

Dagelijkse vaardigheden

Question 11

Zes fasen verpleegkundig proces

Answer 11

ADDPVE
1. Anamnese
2. Diagnose
3. Doelen stellen
4. Plannen van zorg
5. Verpleegkundige interenties
6. Evaluatie

Question 12

Fasen onderzoekscyclus

Answer 12

ORPVAR
1. Orienteren
2. Richten
3. Plannen
4. Verzamelen
5. Analyseren en concluderen
6. Rapporteren en presentere

Question 13

Validiteit

Answer 13

Meten wat je wil meten. Mate waarin de resultaten overeen komen met werkelijkheid

Question 14

Betrouwbaarheid

Answer 14

Consistentie van een meting mocht die overnieuw worden gedaan.

Question 15

Roy

Answer 15

Adaptief (mens moet adaptief zijn)

Question 16

Leininger

Answer 16

Cultuur (gezondheid onderdeel van cultuur)

Question 17

Orem

Answer 17

Zelfzorg (het gaat om zelfzorg)

Question 18

Pharynx

Answer 18

Keelholte

Question 19

Epiglottis

Answer 19

Strottenklepje

Question 20

Larynx

Answer 20

Strottenhoofd

Question 21

Trachea

Answer 21

Luchtpijp

Question 22

Formule compensatie

Answer 22

H2O + CO2 = H+ + HCO3-

Question 23

Longvolumina door spirometrie

Answer 23

FVC (Forced Vital Capacity)

Question 24

COPD of Asthma meten

Answer 24

FEV (Forced Expiratory Flow)

Question 25

Apocrien

Answer 25

Zweet vanaf puberteit in oksels, tepels en liezen.

Question 26

Merocrien

Answer 26

Waterig zweet om af te koelen zit overal.

Question 27

Stappen wondherstel

Answer 27

HIPH 1. Hemostase: bloeden stopt. 2. Inflammatie: dode cellen en microorganisme opgeruimd. 3. Proliferatie: reparatie wond wordt gesloten. 4. Hermodellering: verdere aanmaak callogeenweefsel.

Question 28

Complexe wonden fasen

Answer 28

1. Reactiefase 3-6 dagen 2. Regeneratiefase 12-14 dagen 3. Rijpingsfase

Question 29

B-lymfocyten

Answer 29

Specifieke afweek extracellulair (humoraal)

Question 30

T-lymfocyten

Answer 30

Specifieke afweer intracellulair (cellulair)

Question 31

Sepsis stappen

Answer 31

1. SIRS: afwijkende waarde 2. Sepsis: afwijkende waarde en infectie 3. Severe sepsis: afwijkende waarde, infectie en orgaanschade. 4. Septic shock: afwijkende waarde, infectie, orgaanschade en verlaagde bloeddruk

Question 32

Zes stappen etiologie anafylaxie

Answer 32

HVBVOE 1. Histamine 2. Vasodilatatie en uittreden plasma 3. Bloeddruk daling 4. Verstoorde toevoer hart 5. Onvoldoende hartritmevolume 6. Ernstige circulatiestoornis

Question 33

Distributieve shocke

Answer 33

Abnormale verdeling bloed

Question 34

Obstructieve shock

Answer 34

Blokkade zuurstofaanvoer naar weefsel

Question 35

Invloed stress op endocriene stelsel

Answer 35

Cortisol, adrenaline en noradrenaline

Question 36

Negatieve feedback

Answer 36

Hormonen komen in actie bij afwijkende waarde

Question 37

Invloed veroudering op endocriene stelse

Answer 37

- Minder voortplantingshormoon. - Minder HGH en insuline. -> minder botdichtheid en spiermassa. - Minder reactie op ADH (vocht) - Minder reactie op glucocorticoïden (koolhydraat, eiwit en vetstofwisseling)

Question 38

Hormoon invloed orgaan

Answer 38

Wordt opgevangen en cel wordt aangepast

Question 39

Hypofyse produceert

Answer 39

OFPAGE - Oxytocine - FSH (geslachtsontwikkeling - Prolactine (melkproductie) - ACTH (cortisol/stress) - Groeihormoon - Endorfine (stresshormoon)

Question 40

Schildklier

Answer 40

Schildklierhormoon (stofwisseling)

Question 41

Bijschildklier

Answer 41

Bijschildklierhormoon (kalk en fosfaat)

Question 42

Bijnieren

Answer 42

Produceert adrenaline en noradrenaline (acne en beharing)

Question 43

Bijnierschors

Answer 43

Dit zijn cortisol (vertering), aldosteron (vocht) en de androgenen (geslacht) in reactie op ACTH

Question 44

Pancreas

Answer 44

Glucagon en insuline in eilandjes van langerhans (bloedsuikerspiegel)

Question 45

Diabetes type 1

Answer 45

Lichaam valt eilandjes aan hierdoor minder insuline.

Question 46

Diabetes type 2

Answer 46

Door gedrag. Lichaam reageert niet meer goed.

Question 47

Diabetische keotoacidose

Answer 47

Verzuring bloed

Question 48

Ziekte van Adison

Answer 48

Tekort aan Cortisol en aldesteron. Bijnierschorsinsufficiëntie. Verkleuring huid, tandvlees, minder energie, eetlust, etc.

Question 49

Syndroom van Cushing

Answer 49

Tumor in hypofyse hierdoor teveel cortisol. Bol gelaat, rode wangen, etc.

Question 50

Hypothyreoïdie

Answer 50

Trager werkende schildklier