Lecture 04 Visualisaties in rapporten Interactieve visualisaties Flashcards

(9 cards)

1
Q

6 vis tips

A
  1. Maak tabellen inzichtelijk
  2. Structureer met kleur
  3. Gebruik kleuren consistent
  4. Onderdruk bijzaken
  5. Toon niet-geaggregeerde data
  6. Verrijk visualisaties betekenisvol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Interactievormen voor vis

A

Selecteren
Configureren
Encoderen
Samenvatten/detailleren
Filteren
Connecteren
Exploreren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Selecteren

A

Duid interessante datapunten aan
Typisch een eerste stap voor verdere interacties
Voorbeeld: traceer een datapunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Samenvatten/detailleren

A

Toon meer of minder details
Voorbeeld: tooltips

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Encoderen

A

Toon een andere representatie
Verander de encodering van datapunten (kleur, grootte, vorm…)
Voorbeeld: verander een scatterplot in een dot plot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Configureren

A

Verander de positie van datapunten
Voorbeelden: kolommen sorteren, datapunten vrij rondbewegen, attributen op assen wijzigen…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Filteren

A

Toon datapunten onder gekozen voorwaarden
Voorbeeld: verberg datapunten met waardes buiten een gegeven interval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Connecteren

A

Toon gerelateerde datapunten en relaties
Voorbeeld: highlight overeenkomstige datapunten in verschillende visualisaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Exploreren

A

Toon andere datapunten
Voorbeeld: panning around

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly