Lecture 2: Waarneming Flashcards
(133 cards)
1
Q
Wat zijn 8 manieren om te bepalen wat een geschikt journal is om in te publiceren?
A
- Reputatie van het tijdschrift
- Doelgroep en scope
- Open access vs. traditioneel
- Peer-reviewproces
- Indexering en bibliometrische databases
- Duur van het publicatieproces
- Voorgaande publicaties
- Kosten en beschikbare financiering
2
Q
Welke type apraxie hoort bij dat je iets voordoet en mensen kunnen het niet nadoen?
A
Ideomotorische apraxie
(niet ideatoire apraxie)
3
Q
Hoe presteert iemand met autisme op de WAIS blokkentest?
A
Vaak doen ze dit goed, omdat ze beter zijn in het waarnemen van detail
4
Q
Hoe test je visueel-ruimtelijke functies?
A
WAIS blokkentest
5
Q
Wat meet de star cancellation taak en wat is het?
A
Neglect
-> Streep alle kleine sterren door
6
Q
Wat wilt het zeggen als iemand de linkerkant van de star cancellation taak niet invult?
A
Problematiek in rechter hersenhelft, waarschijnlijk neglect
7
Q
Wat is posterieure corticale atrofie (PCA)?
A
Asymmetrisch corticaal degeneratie syndroom
-> Kan een atypisch begin zijn van Alzheimer
8
Q
Waar begint Alzheimer meestal in de hersenen?
A
Temporaal
-> PCA is als het occipitaal/parietaal meer is
9
Q
Als je naar een koe kijkt, wat is dan bottom-up en top-down processing?
A
Top-down: je ziet gelijk dat het een koe is
Bottom-up: als je langer kijkt zijn de vlekken van de koe in de vorm van een wereldkaart
10
Q
Welke twee processen zijn belangrijk voor waarneming en wat is het verschil?
A
Bottom-up: zintuigelijke prikkels
-> ziet contrast/luminance
Top-down: aandacht, voorspellingen, voorkennis
-> integreert het geheel en maakte er iets van
11
Q
Hoe is de sensorische cortex verdeeld in gebieden?
A
Gebieden zijn genummerd op basis van complexiteit:
- Primaire gebieden + secundaire gebieden
12
Q
Wat is het verschil tussen primaire en secundaire sensorische gebieden?
A
Primair: verwerken 1 type zintuigelijke info
Secundair: verwerken complexere kenmerken
13
Q
Met welke type perceptuele stoornissen houdt neuropsychologie zich bezig?
A
Alle stoornissen die niet gerelateerd zijn aan beschadigingen van de zintuigen
14
Q
Wat zijn de 3 algemene neuro-anatomische onderdelen van sensorische systemen?
A
- Receptoren
- Synapsen in thalamus
- Corticale verwerking (primaire cortex en hogere-orde gebieden)
15
Q
Wat is het verschil in functie tussen receptoren en synapsen in de thalamus?
A
Receptoren: summatie + laterale inhibitie
Synapsen thalamus: poortfunctie
16
Q
Welk zintuig is het meest onderzocht?
A
Visie
17
Q
Hoe hangt aandacht samen met waarneming?
A
Er zijn zoveel prikkels dat een mens een selectie moet maken welke prikkels een persoon echt waarneemt
18
Q
Wat zijn 2 redenen waarom er veel aandacht is voor waarneming binnen KNP?
A
- Je wilt iets kunnen voorspellen over iemands problemen in een chronische fase na e.g. een beroerte. Sensorische problematiek blijkt goed te voorspellen
- Informatie is nodig om een behandelplan op te stellen
19
Q
Wat is een odds ratio? Wat betekent het als dit 5 is?
A
Kans dat je problemen hebt ten opzichte van niet
–> Kans is 5x zo groot dat je problemen hebt dan niet
20
Q
Vrouw kon brief op de post doen maar wist niet wat het was. Welke baan is beschadigd?
A
Ventrale baan
21
Q
Welke banen zijn respectievelijk betrokken bij wat/hoe?
A
Wat: ventrale baan
Hoe: dorsale baan
22
Q
Wat is het verschil tussen de object discrimination task en landmark task van Ungerleider? Waar is de schade als elk beschadigd is? Wat laat dit zien?
A
Object discr.: discrimineren tussen staafje en blokje om te weten waar de beloning is
-> Niet mogelijk als ventrale laesie
Landmark: afhankelijk van waar een object staat weet je waar de beloning is
-> Niet mogelijk als dorsale laesie
Laat een dubbele dissociatie zien!
23
Q
Wat is smooth pursuit en welk deel van de hersenen stuurt dit aan?
A
Het volgen van een bewegende stimulus met de ogen
-> Aparte dorsale baan
24
Q
Welke 5 verwerkingsroutes zijn er al gevonden in de parietaalkwab?
A
- Aanwijzen
- Grijpen
- Bewustzijn van zelfbepaalde bewegingen
- Oogbewegingen: saccades
- Oogbewegingen: smooth pursuit
25
Waarom is het ventrale/dorsale baan idee niet echt houdbaar? (2)
1. Er zijn meerdere verwerkingsroutes al gevonden in de dorsale route
2. De dorsale en ventrale route hebben connecties en feedback loops, dus het onderscheiden in twee banen is wellicht te simpel
26
Wat zijn de 5 stappen van visuele perceptie?
1. Licht valt in ogen en wordt door lens gebroken in een scherp beeld op het netvlies
2. Staafjes en kegeltjes zetten het beeld om in elektrische pulsen
3. Via ganglion cellen vertrekken de pulsen het oog in de oogzenuw
4. Oogzenuwen komen samen in optisch chiasme en splitsen op zo'n manier dat alle info uit het rechter gezichtsveld naar linker hersenen gaat en andersom
5. Grootste deel van oogzenuw eindigt in LGN, welke het doorstuurt naar de visuele cortex
27
Wat zijn de 2 soorten ganglion/LGN cellen?
1. Magnocellulair (M-cel) : groot receptief veld en geven info door over beweging
2. Parvocellulair (P-cel) : klein receptief veld en geven info door over kleur
28
Wat is de functie van de banen die vanaf de LGN niet naar de cortex gaan en waar gaat dat dan heen?
1. Circadiaanse ritme
-> Suprachiasmaticus (hypothalamus)
2. Snelle oogbewegingen
-> Superior colliculus + nucleus pulvinaris inferior
29
Beschrijf de ventrale baan in de visuele cortex (welke regio's)
V1 > V2/V3 -> V4/IT
= Wat-route: objectrepresentatie en herkennen van mensen
30
Beschrijf de dorsale baan in de visuele cortex (welke regio's)
V1 > V2/V3 > V5/MT
= Waar/hoe-route: locatie, beweging en actie
31
Wat zijn 3 vormen van interactie tussen de ventrale en dorsale banen?
1. Parallelle verwerking (hebben alleen hetzelfde eindgebied waar integratie plaatsvindt)
2. Feedback loops (geven info van latere fasen aan eerdere gebieden)
3. Directe anatomische verbindingen
32
Wat is er nodig om complexe objectinteracties te doen?
Informatie van motoriek/locatie van de hand (dorsaal) + informatie over grootte en vorm van het object
-> Interactie tussen ventrale en dorsale banen is nodig!
33
Wat zijn de 5 gestalt principes?
1. Nabijheid
2. Gelijkenis
3. Gemeenschappelijke beweging
4. Goede voortzetting/continuiteit
5. Afsluiting
34
Wat zijn gestalt principes? Is dit vanuit bottomup of topdown?
Principes die gebruikt worden om kenmerken te groeperen
Topdown: kennis en eerdere ervaring
35
Hoe werkt het figure ground principe?
Afhankelijk van waar je je aandacht legt kan je een andere figuur zien
36
Wat is het verschil tussen anopsie en agnosie?
Anopsie = visuele stoornis van lagere orde/primaire verwerking
Agnosie = visuele stoornis van hogere orde/buiten primaire visuele cortex (info integratie)
37
Wat is gezichtsscherpte?
Maat voor de fijnste details die iemand kan onderscheiden
38
Wat is contrastgevoeligheid?
Het vermogen om verschillende intensiteiten van licht waar te nemen
39
Welke twee randvoorwaarden voor visuele perceptie worden onderzocht in basaal oogheelkundig onderzoek?
1. Gezichtsscherpte
2. Contrastgevoeligheid
40
Bij welke type schade treden visuele velddefecten op?
Beschadiging van visuele systeem tussen netvlies en V1
-> is geen cognitieve stoornis!
41
Wat is homonieme hemianopsie en waar is de schade?
Verlies van het gezichtsveld op in hetzelfde deel van beide gezichtsvelden (dus e.g. buitenste helften)
-> schade in optisch chiasme
42
Wat is het gevolg van schade in linkerhersenhelft voor visuele perceptie?
Blindheid voor het rechter deel van het visuele veld van beide ogen
43
Wat is kwadrantanopsie?
Blindheid voor een specifiek kwadrant van het gezichtsveld
44
Wat is een scotoom?
Blindheid voor slechts een klein deel van het visuele halfveld
45
Visuele velddefecten worden veroorzaakt door schade ... visuele info V1 heeft bereikt
VOORDAT
46
Waarom is een visueel velddefect niet een cognitieve stoornis?
Omdat de schade nog is voordat het de visuele cortex echt bereikt
47
Hoe kan het dat 1/3e van de patienten met een gezichtsvelddefect visuele hallucinaties heeft?
Door verminderde neurale activiteit na de hersenbeschadiging
48
Hoe kunnen mensen met een gezichtsvelddefect alsnog ontbrekende info invullen?
Gebruik van eerdere kennis + oogbewegingen om het ontbrekende gebied te compenseren
49
Wanneer is iemand corticaal blind?
Complete blindheid voor zowel linker als rechter visuele veld door beschadiging van V1
50
Wanneer komt blindsight vaak voor?
Bij schade aan V1, wat heeft geleid tot corticale blindheid
51
Wat is blindsight?
Geen bewuste visuele ervaring in aangedane visuele veld, maar toch wel reacties kunnen hebben op stimuli in dat veld
52
Hoe blijkt dat mensen met blindsight toch nog kunnen 'zien'?
Indien gevraagd kunnen mensen met blindsight boven kansniveau correct stimuli aanwijzen in het aangedane gezichtsveld
53
Kan blindsight nog verbeteren en op welke manier?
Ja --> zeker in een jong brein is er nog plasticiteit
54
Wat is anosognosie en bij welk syndroom komt dit vaak voor?
Mensen zijn corticaal blind maar zijn ervan overtuigd dat ze kunnen zien
-> Syndroom van Anton
55
Wat is palinopsie en wanneer komt het vaak voor?
Het ervaren van nabeelden: zien beelden die ze net hebben gezien opnieuw
-> Gebeurt bij mensen met een beroerte met visuele schade als gevolg
56
Is niet aangeboren hersenletsel vaak unilateraal of bilateraal? Wat is het gevolg daarvan voor visuele stoornissen?
Unilateraal --> daardoor vaak visuele beperkingen in de helft van het gezichtsveld
57
Hoe kan het dat unilaterale schade aan visuele waarneming vaak lang onopgemerkt blijven?
Omdat de intacte hemisfeer top-down processen gebruikt om te compenseren
58
Wat is cerebrale achromatopsie en waar is de schade?
Het verlies van kleurwaarneming: patiënten zien de wereld in grijstinten
-> Schade in V4 (ventrale baan)
59
Wanneer wordt cerebrale achromatopsie vaak niet opgemerkt?
Als de schade aan V4 alleen unilateraal is
60
Wat is het verschil tussen cerebrale achromatopsie en erfelijke kleurenblindheid?
Cerebraal: schade aan cortex
Erfelijk: minder kegeltjes in netvlies
61
Wat is dyschromatopsia?
Moeite met kleuren onderscheiden (vooral subtiele nuances)
62
Wat is akinetopsie en waar is de schade?
Onvermogen om beweging waar te nemen: hebben stroboscopisch zicht
-> Bilaterale schade aan V5 (dorsale route)
63
Wat is visuele agnosie? Welke twee hoofdtypes zijn er?
Onvermogen om objecten te herkennen op basis van visuele waarneming
1. Apperceptieve visuele agnosie
2. Associatieve visuele agnosie
64
Wat is het verschil tussen apperceptieve en associatieve agnosie?
Apperceptief: verstoord visueel percept (interpretatie op visueel niveau)
-> Kunnen niet object herkennen & natekenen
Associatief: percept kan niet met betekenis geassocieerd worden (kennis van object in geheugen)
-> Kunnen niet object herkennen maar wel natekenen
65
Hoe kunnen patiënten met apperceptieve of associatieve agnosie alsnog wel een object herkennen?
Op basis van een omschrijving (auditief) of het betasten (tactiel)
66
Wat zijn 6 vormen van apperceptieve agnosie?
1. Visuele vormagnosie
2. Kleuragnosie
3. Simultaanagnosie
4. Topografische agnosie
5. Alexie
6. Prosopagnosie
67
Wat is visuele vormagnosie?
Eenvoudige vormen niet kunnen herkennen/matchen/discrimineren/ natekenen
68
Wat is kleuragnosie?
Kleuren kunnen waarnemen maar niet benoemen of associeren met iets
69
Wat is het verschil tussen kleuragnosie en achromatopsie?
Kleuragnosie = kleuren kan je zien, maar niet benoemen
Achromatopsie = kan geen kleuren zien
70
Wat is simultaanagnosie?
Waarneming van losse elementen is intact, maar gelijktijdig waarnemen van meerdere elementen niet
-> Kan nog wel dingen zien die standaard bij elkaar horen
71
Wat is topografische agnosie?
Moeite met herkennen gebouwen/ landschappen
72
Wat is alexie?
Probleem met lezen in afwezigheid van afasie of agrafie
-> Kan nog wel schrijven, maar begrijpt letters gewoon niet meer
73
Wat is prosopagnosie?
Moeite met herkennen van gezichten
74
Hoe kunnen mensen met prosopagnosie toch gezichten herkennen?
Aan stem, kleiding en andere contextuele cues
75
Waar is de schade bij prosopagnosie?
Vaak bilateraal occipitaal-temporaal (FFA)
76
Wat maakt het dat we twijfelen of prosopagnosie alleen voor gezichten is?
Omdat er ook bevindingen zijn dat boeren met prosopagnosie wel gezichten kan herkennen, maar niet eigen koeien en andersom of allebei niet kan herkennen
77
Wat zijn de 3 criteria voor associatieve agnosie?
1. Visuele herkenningsproblemen bij benoemen/categoriseren van objecten
2. Herkenning in andere modaliteiten zijn intact
3. Basale visuele functies zijn adequaat
78
Wat zijn twee subtypes van associatieve agnosie?
1. Multimodale agnosie
2. Semantische agnosie
79
Wat is multimodale agnosie?
Objecten of andere stimuli worden niet herkend in meerdere modaliteiten ondanks intacte sensorische functies
80
Wat is semantische agnosie?
Stoornis in associatie tussen het object en semantische kennis daarover
81
Waarom is associatieve agnosie een visuosperceptuele stoornis en niet een visuele stoornis?
Het is gerelateerd aan integratie van info en niet puur visueel (basisverwerking en verwerking van hogere orde zijn intact)
82
Wat is optische ataxie? Waar is de schade?
Stoornis in handcoördinatie gebaseerd op visuele waarneming
-> schade inferieure pariëtale kwab + superieure occipitale cortex
83
Wat is de relatie tussen optische ataxie en visuele vorm agnosie? Leg uit
Dubbele dissociatie --> ze beïnvloeden tegenovergestelde taken
Vorm agnosie: herkennen geen objecten maar kunnen wel handelingen uitvoeren
Optische ataxie: kunnen objecten herkennen maar niet handelingen uitvoeren
= bewijs voor wat baan vs. hoe/waar baan
84
Welke 3 stoornissen zijn deel van Balint syndroom? Waar is de schade?
Combinatie van optische ataxie, oculaire apraxie (verlies controle intentionele oogbewegingen) en simultaanagnosie
Bilaterale laesies achterste pariëtale kwab
85
Waar is meestal de problematiek gelocaliseerd in neglect?
Vaak rechter parietaalkwab beschadiging waarna de linkerhelft van de ruimte wordt verwaarloosd
86
Waarom is neglect geen visuele of visuoperceptuele stoornis?
Het is een aandachtsstoornis: patiënt kan wel zien maar neemt info uit het linker gezichtsveld niet bewust waar. Daarnaast kan het ook auditieve en tactiele info beïnvloeden, dus niet alleen visueel
87
Wat betekent het dat neglect supramodaal is?
Het kan auditieve en tactiele info beïnvloeden, dus niet alleen visueel
88
Hoe wordt neglect vaak onderzocht?
Doorstreeptests (star cancellation), tekentests
89
Als je een gezicht laat zien dat gemaakt is uit fruit. Wie kan het dan het beste herkennen: associatieve agnosie, apperceptieve agnosie of prosopagnosie?
Associatief: kan herkennen
-> Apperceptief: lukt niet
-> Prosopagnosie: waarschijnlijk niet
90
Beschrijf het proces van auditieve waarneming in 5 stappen
1. Trillingen van geluid bewegen het trommelvlies
2. Het middenoor versterkt de trillingen en bereiken het ovale venster
3. Het ovale venster beweegt vloeistoffen in slakkenhuis, waar haarcellen trillingen omzetten in elektrische pulsen
4. Gehoorzenuw draagt signalen naar kernen in de hersenstam en middenhersenen
5. Van de middenhersenen gaat het naar de auditieve cortex
91
Wat is de organisatie van het slakkenhuis?
Haarcellen in het begin reageren op hoge frequenties, aan het einde op lage frequenties
92
Hoe bepalen we de locatie van een geluid? (3)
1. Het verschil in aankomsttijd tussen linker en rechter oor
2. Het verschil in amplitude tussen linker en rechter oor
3. Het verschil in frequenties
93
Hoe wordt de hoogte van een geluid bepaald?
Frequentieanalyse van binnenkomende geluiden
94
Hoe leren we het lokaliseren van het geluid? Waarom is dat niet aangeboren?
Deze relatie tussen positie van geluidsbron ten opzichte van je hoofd is voor iedereen anders, omdat iedereen een andere vorm van het oor en hoofd heeft
95
Hoe kunnen we geluiden identificeren? (3)
1. Geluiden van twee oren komen binnen door elkaar heen
2. Geluiden worden gescheiden op basis van ruimtelijke locatie en frequentie
3. Het hangt samen met de context
96
Wat zijn de twee paden voor auditieve verwerking?
1. Waar pad: bepalen waar geluidsbron is
-> Pariëtale cortex + superieure frontale sulcus
2. Wat pad: bepalen wat geluidbron is
-> Frontale/temporale cortex
97
Wat zijn auditieve stoornissen?
Auditieve beperkingen als gevolg van schade aan hersengebieden die betrokken zijn bij auditieve verwerking
-> dus niet schade aan buitenoor en slakkenhuis
98
Wat is corticale doofheid? Waar is de schade?
Geen geluiden kunnen waarnemen terwijl er geen schade is aan slakkenhuis of middenoor
-> Schade aan temporale kwab bilateraal
99
Wat is auditieve agnosie?
Moeite met herkennen van auditieve info (verbaal, muziek, geluiden)
100
Wat voor gehoorproblemen kunnen ontstaan bij schade aan de linker temporale kwab?
Moeite met herkennen van omgevingsgeluiden, maar kunnen wel vertellen waar het vandaan komt
-> Auditieve agnosie
101
Waarom moet de schade bilateraal zijn om corticaal doof te zijn? Waarom komt het zo weinig voor?
Er is veel meer bilaterale integratie bij auditieve waarneming (dan bij visuele waarneming)
Zeldzaam auditieve regio's krijgen bloed van meerdere vaten, dus er zijn altijd nog wel andere routes
102
Wat is amusia?
Geen muziek kunnen waarnemen
103
Wat voor gehoorproblemen kan schade aan de pariëtale kwab en insula veroorzaken?
Stoornissen in lokaliseren van geluidsbronnen
104
Wat voor gehoorproblemen kan schade aan de pariëtale, frontale en bovenste temporale gebieden veroorzaken?
Stoornissen in het waarnemen van auditieve beweging
105
Wat is het verschil tussen inwendige en uitwendige lichaamszintuigen?
Inwendig: honger, dorst, lichaamstemperatuur
Uitwendig: tast, pijn, evenwicht, lichaamsbeweging, spierspanning, gewrichtspositie
106
Wat is nociceptie?
Waarnemen van pijn
107
Wat is de rol van het vestibulaire systeem?
Evenwichtsorgaan/balans/ beweging van het lichaam
108
Wat is de rol van proprioceptie?
Spierkracht + gewrichtspositie waarnemen
109
Welke 5 externe lichamelijke zintuigen zijn er?
1. Druk op de huid (tast)
2. Pijn (nociceptie)
3. Temperatuur (thermoceptie)
4. Balans/beweging lichaam (vestibulair systeem)
5. Spierkracht/gewrichtspositie (proprioceptie)
110
Worden signalen van lichamelijke waarneming contralateraal of ipsilateraal verwerkt?
Contralateraal
111
Beschrijf in 5 stappen hoe het vestibulaire systeem werkt
1. Hoofdrotatie of versnelling worden vertaald door haarcellen in het binnenoor naar neurale signalen
2. Doorgegeven aan vestibulaire zenuw naar vestibulaire kernen in medulla en pons
3. Dan naar de thalamus
4. Komen uit in pariëtale insulaire vestibulaire cortex (PIVC), posterieure insulaire corex (PIC) en mediale superieure temporale gebied (MST)
5. Wordt een representatie gemaakt van positie hoofd en lichaam en bewegingsrichting
112
Wat wordt bedoelt met tactiele waarneming? (3)
Tastzin - thermoceptie en proprioceptie
113
Wat is amorfagnosie?
Stoornis in waarneming van macrogeometrische kenmerken van objecten (grootte en vorm)
114
Wat is ahylognosie?
Stoornis in het discrimineren van microgeometrische kenmerken (textuur, materiaal, hardheid, gewicht, temperatuur)
115
Wat is tactiele agnosie? Hoe wordt het veroorzaakt?
Stoornis in herkenning van voorwerpen door aanraking
Veroorzaakt door een ontkoppeling tussen gebieden betrokken bij tactiele perceptie en multimodale integratie/semantisch geheugen
116
Wat is tactiele apraxie? Waar is de schade?
Stoornis in het verkennen van kenmerken van objecten dmv specifieke handbewegingen
-> Schade aan frontale of pariëtale kwab (contralateraal)
117
Waar is meestal de schade in vestibulaire stoornissen?
Unilaterale beschadiging van vestibulaire kernen in medulla/pons
118
Wat zijn vestibulaire stoornissen?
Stoornis in integratie van vestibulaire signalen met andere zintuigen, wat hogere orde stoornissen kan veroorzaken (pusher syndroom)
119
Wat is het Pusher syndroom?
Kanteling in lichaamspositie waarbij patiënt de kanteling probeert tegen te gaan door te duwen of leunen in de contralesionale richting
120
Welke 6 smaken kunnen mensen onderscheiden?
1. Zoet
2. Zuur
3. Zout
4. Bitter
5. Vet
6. Umami
121
Waar kunnen de smaken in eerste instantie worden waargenomen?
Op elk deel van de tong
122
Hoe werk smaak perceptie? (3 stappen)
1. Smaak wordt waargenomen op tong in gustatoire sensorische organen
2. Smaakzenuw geeft signaal aan nucleus tractus solitarius in medulla
3. Info gaat via pons en thalamus naar de insula
123
Hoe werkt geurwaarneming? (3 stappen)
1. Geurmoleculen bereiken reukepitheel in neus
2. Reukstoffen worden omgezet in signalen en vervoerd naar reukzenuw
3. Info gaat via bulbus olfactorius naar thalamus, hypocampus en overige limbische systeem
124
Waarom is geur vaak geassocieerd met emoties en herinneringen?
Het eindigt in limbische systeem + hippocampus, wat belangrijk is voor emotie en herinneringen
125
Waar is vaak schade bij smaakverlies?
Pons, medulla, thalamus
126
Wat is de oorzaak van reukverlies? (2)
1. Val op het achterhoofd waarbij cellen die reukepitheel met reukzenuw verbinden scheuren
-> omdat prefrontale kwab beweegt ten opzichte van de schedel
2. Laesie in bulbus olfactorius
127
Wat moet je nog meer onderzoeken als iemand met smaakverlies aankomt en waarom?
Reukvermogen, omdat smaak voor een groot deel afhangt van geur
128
Wat is het verschil tussen ageusie, hypogeusie, dysgeusie en gustatorische agnosie?
Ageusie = verlies van smaak
Hypogeusie = vermindering van smaak
Dysgeusie = verandering van smaak
Gustatorische agnosie = onvermogen om smaak te herkennen of benoemen
129
Wat is het verschil tussen anosmia, hyposmia, fantosmie en agnosmie?
Anosmia = verlies van reuk
Hyposmia = verminderd reukvermogen
Fantosmie = geurhallucinaties
Agnosmie = onvermogen om geur te herkennen of benoemen
130
Wat is multisensorische integratie?
Het vermogen van de hersenen om info van meerdere zintuigen te integreren
131
Welke 2 principes helpen bepalen welke zintuigelijke input bij elkaar horen in multisensorische integratie?
1. Ruimtelijke afstemming: als gebeurtenissen afkomen van dezelfde locatie, horen ze waarschijnlijk bij elkaar
2. Temporele afstemming: als input ongeveer op hetzelfde moment wordt waargenomen, horen ze waarschijnlijk bij elkaar
132
Schade aan welk hersengebied kan leiden tot problemen in multisensorische integratie van licht en geluid?
Insula
133
Waar gebeurt het integreren van meerdere zintuigen?
In multisensorische hersengebieden (parietaal, temporaal, frontaal)
