Lecture 5: Memory Flashcards
(158 cards)
1
Q
Wat was weggehaald bij patient HM en wat waren de gevolgen daarvan?
A
Beide hippocampi –> anterograde amnesie (geen nieuwe bewuste expliciete herinneringen kunnen maken, maar wel impliciete vaardigheden leren)
2
Q
Wat zijn de twee categorieën werkgeheugen?
A
Declaratief en non-declaratief
3
Q
Wat zijn de 2 subsystemen van declaratief geheugen?
A
Semantisch en episodisch
4
Q
Wat is geheugen?
A
Het proces waarbij kennis van de wereld is geëncodeerd, opgeslagen en later teruggehaald
5
Q
Wat zijn 3 subprocessen van geheugen?
A
- Encoderen
- Opslag
- Ophalen/Retrieval
6
Q
Wat is korte termijn geheugen?
A
Onmiddelijk geheugen voor events, wat wel of niet geconsolideerd wordt in het lange termijn geheugen
7
Q
Wat is consolidatie?
A
Proces waarbij korte termijn herinneringen worden omgezet in lange termijn herinneringen
8
Q
Wat is lange termijn geheugen?
A
Stabiel geheugen van events dat in een verder verleden zijn gebeurd
9
Q
Wat is rehearsal/oefening?
A
Actief proces waarbij je herinneringen terug in het korte termijn geheugen brengt om het in het lange termijn geheugen te kunnen prenten.
-> Als je dat niet doet, zal het verdwijnen
10
Q
Hoe wordt in de cognitieve neuropsychologie gesproken over geheugen?
A
Als een verzameling van meerdere geheugensystemen die min of meer onafhankelijk van elkaar functioneren
11
Q
Hoe werkt het multimodale model van Atkinson & Shiffrin? Beschrijf in 3 stappen
A
- Zintuiglijke info wordt opgevangen in zintuiglijk geheugen (enkele ms)
- Info gaat naar korte termijn geheugen (3sec)
- Door repetitie kan info worden overgebracht naar langetermijngeheugen
12
Q
Wat voor type model is het multimodale geheugenmodel van Atkinson en Shiffrin?
A
Serieel verwerkingsmodel
13
Q
Wat zijn problemen met het multimodaal model van Atkinson & Shiffrin?
A
- Er zijn patienten die problemen hebben met kortetermijngeheugen maar niet met langetermijngeheugen, wat volgens het model niet moet kunnen bestaan
- Het repeteren van info garandeert niet dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen
14
Q
Wie introduceerden het werkgeheugen model en wat zijn 2 kenmerken ervan?
A
- Info wordt voor een korte tijd actief gehouden en verwerkt wanneer aandacht er bewust op is gericht
- Bestaat uit centraal executief + 2 slaafsystemen: fonologische lus en visuospatiële schetsblok
15
Q
Wat is de functie van het visuospatiële schetsblok en fonologische lus?
A
VS: Verwerkt visuele en ruimtelijke info
FL: verwerkt auditieve en linguistische info
16
Q
Wat is volgens Baddeley het kortetermijngeheugen? Wanneer is het werkgeheugen?
A
De twee slaafsystemen: visuospatieel schetsblok + fonologische lus
Werkgeheugen als deze info uit de slaafsystemen moet worden bewerkt
17
Q
Wat is de rol van de centraal executieve?
A
Controleert aandacht bij het bewerken van info door de slaafsystemen –> stemt alle bewerkingen in het werkgeheugen op elkaar af
18
Q
Hoe kunnen we omgaan met de beperkte capaciteit van het werkgeheugen?
A
Updaten van werkgeheugen met relevante info en andere info laten gaan
19
Q
Wat is de episodische buffer?
A
Emotionele en zintuiglijke kenmerken worden samengebonden tot multidimensionale code en haalt info op uit het langetermijngeheugen, om deze vervolgens te verbinden
20
Q
Waarom werd de episodische buffer later toegevoegd aan het model van Baddeley/Hitch?
A
Omdat het begrijpen van een zin van 15 woorden meer is dan het optellen van klanken. Betekenis moet steeds worden gekoppeld met het semantische langetermijn taalsysteem
21
Q
Wat is de capaciteit van het werkgeheugen van individuele stimuli? Waar hangt dit vanaf?
A
5-7 cijfers
-> Hangt af van hoe elementen kunnen worden gechunked (gecombineerd)
22
Q
Hoe weten we dat de verschillende werkgeheugensystemen bestaan? Beschrijf het
A
Interferentie taken:
1. Mensen doen een fonologische of visuospatiele taak
2. Tweede taak is toegevoegd dat dezelfde werkgeheugenopslag nodig heeft
-> Meer interferentie is gemeten wanneer meer taken dezelfde opslag gebruiken
23
Q
Welke twee hersengebieden zijn belangrijk voor kortetermijngeheugen?
A
PFC en temporale cortex
24
Q
Wat is de delayed match-to-sample test en wat zijn de resultaten?
A
Test kortetermijngeheugen -> stimulus wordt getoond, dan vertraging en dan kiezen waar de stimulus is
Resultaten: tijdens de vertraging is er hersenactiviteit te zien, wat het kortetermijngeheugen representeert
25
Wat zijn 3 manieren om het fonologische kortetermijngeheugen te testen?
Digit span, letter span, word span
26
Wat is een goede visuospatiele kortetermijngeheugen test?
Corsi block test
27
Wat zijn 3 symptomen van moeilijkheden in het kortetermijngeheugen?
1. Moeite met het volgen van instructies (lijkt op aandachtsprobleem)
2. Makkelijk afgeleid/uitzonen
3. Verliezen van je gedachtestroom of verdwaald raken
28
Wat is de impact van slechte kortetermijngeheugen op langetermijngeheugen?
Leren wordt erg moeilijk: er is een bottleneck
29
Wat is het verschil in capaciteit van KTG vs. LTG?
KTG: 4 +/- 2
LTG: geen limiet nog gevonden
30
Wat is het verschil tussen het ophalen van KTG en LTG?
KTG: snel maar snel verliezen van geheugen
LTG: lang, maar heeft een cue nodig
31
Wat is er nodig voor langetermijngeheugen om geactiveerd te worden?
Een bewuste of onbewuste cue: herinneringen komen niet zo maar naar boven
32
Wat was een bijzondere ontdekking bij patient HM?
Hij kon geen nieuwe episodische herinneringen maken, maar wel kan wel nieuwe motor skills leren
-> Ster tekenen in de spiegel
33
Hoe reageerde patient HM op het continu aangeboden krijgen van eten?
Hij kon niet herinneren dat hij had gegeten, maar na een aantal borden gaf hij aan dat hij geen honger had
34
Wat voor type herinneringen kon HM nog wel opslaan?
1. Motor vaardigheden
2. Emotioneel heftige herinneringen (overleden vader)
35
Waarom leek patient HM verder een normale man?
Naast geheugenbeperkingen, had hij geen andere neurologische kwaaltjes. Hij kon ook goed meedoen in conversaties
36
Wat voor amnesie had HM?
Anterograde amnesie voor declaratief geheugen (feiten, gebeurtenissen, mensen)
37
Welke dissociatie werd gevonden door onderzoek aan patient HM?
Declaratief vs. procedureel geheugen
38
Wat is het verschil tussen declaratief en nondeclaratief (procedureel) geheugen?
Declaratief: expliciet: dingen die je anderen kan vertellen
Nondeclaratief: impliciet: dingen die je kan laten zien door het te doen, leren gaat automatisch
39
Wat beschrijft de standaardtheorie van Squire? Waarop is deze theorie gebaseerd?
Dat het langetermijngeheugen bestaat uit declaratief (expliciet) en niet-declaratief (impliciet) geheugen
Gebaseerd op observaties bij patient HM
40
Wat is het verschil tussen semantisch en episodisch geheugen?
Semantisch: algemene feitelijke kennis
Episodisch: persoonlijke herinneringen/gebeurtenissen
41
Welk type geheugen? Herinneren van je eerste dag school
Episodisch geheugen
42
Welk type geheugen? Het weten van de hoofdstad van Frankrijk
Semantisch geheugen
43
Bij welk type geheugen is context en zintuiglijke waarneming belangrijk? Welk werkgeheugenonderdeel is hierbij betrokken?
Episodisch geheugen: e.g. tijd, locatie en emotionele toestand is belangrijk
Episodische buffer
44
Bij welk type geheugen is het 'waar en wanneer' van waar je dat feit hebt geleerd niet zo belangrijk?
Semantisch geheugen
-> Je weet niet waar je precies hebt geleerd dat Parijs de hoofdstad van Frankrijk is
45
Wat kan een verklaring zijn dat getuigenverklaringen niet altijd kloppen met hoe het in werkelijkheid is gebeurd?
Bij het terughalen van episodische herinneringen kunnen verkeerde elementen toe worden gevoegd en andere dingen worden compleet vergeten
-> Episodisch geheugen is niet een exacte kopie, maar een representatie van wat er is gebeurd
46
Van welke 3 dingen hangt de opslag van declaratief geheugen en het terugroepen ervan af?
1. Verwerkingsniveau van info: hoe meer aandacht aan de info, hoe beter het wordt opgeslagen
2. Aantal aanwezige cues in de omgeving tijdens codering
3. Retentie interval tussen coderen en ophalen
47
Waarom is elaboratie een goede leerstrategie?
Je besteedt zo meer aandacht aan de info en maakt bewust zoveel mogelijk associaties, waardoor het verwerkingsniveau hoger is en dingen beter worden opgeslagen.
48
Wat is retroactieve interferentie?
Oude info wordt verstoord door nieuwe info
49
Wat stelt de interferentietheorie?
Hoe meer nieuwe info lijkt op oude informatie, hoe waarschijnlijker (retroactieve) interferentie zal optreden
50
Wat is de vervalhypothese?
Herinneringen vervallen na verloop van tijd als ze niet regelmatig worden opgeroepen
51
Waarom is er een discussie of semantische en episodische geheugensysteem echt verschillend zijn? Wat is het nieuwe voorstel voor het categoriseren van deze twee onderdelen?
Ze overlappen in inhoud, functies en neurale correlaten
Idee om ze op een continuüm van contextueel (episodisch) naar contextvrij (semantisch) geheugen te beschouwen
52
Welk type geheugen hoort bij contextueel en welke bij contextvrij?
Contextueel: episodisch
Contextvrij: semantisch
53
Beschrijf de interactie tussen semantische en episodische geheugensystemen? (2)
1. Gebruiken van semantische herinneringen om episodische ervaringen beter vast te leggen
2. Episodisch geheugen stimuleert het leren van nieuwe semantische kennis
54
Hoe kan episodisch geheugen worden getest? Wat zijn 3 onderdelen daarvan?
Patient een lijst met woorden geven en die laten onthouden
1. Vrije reproductie: patienten moeten woorden reproduceren na een tijd
2. Gecuede reproductie: patient krijgt hints gerelateerd aan stimuli
3. Herkenningstest: plaatjes aangeboden waarvan patient moet zeggen of ze deel waren van de oorspronkelijke lijst
55
Hoe kan het semantisch geheugen worden getest?
Algemene kennistests
56
Wat meten verbale vlotheidstaken?
Hoe snel mensen semantische kennis kunnen genereren (e.g. zo veel en zo snel mogelijk woorden van geleerde woordenlijst opnoemen)
57
Wat is het verschil tussen de story en de diagram recall test en wat meet het?
Story: vertel een verhaal opnieuw
Diagram: reconstrueer hoe iets eruit zag
58
Wat waren de geheugenproblemen van patient NA?
Anterograde amnesie, beetje retrograde amnesie
-> Verminderde gevoelens van bekendheid, intacte herinnering aan details
59
Wat laten de symptomen van patient NA zien: verminderde bekendheid maar wel goed kunnen herinneren van details?
Dissociatie tussen bekendheid en gedetailleerd geheugen
60
Wat waren de klachten van patient KC?
Kan geen persoonlijke herinneringen onthouden (episodisch), maar wel algemene kennis (semantisch)
61
Welke dissociatie laat patient KC zien ?
Dissociatie tussen episodisch en semantisch geheugen
62
Wat zijn de 4 non-declaratieve geheugensystemen?
1. Sensitisatie en habituatie
2. Conditionering
3. Procedureel geheugen
4. Priming
63
Wat is het verschil tussen sensitisatie (3) en habituatie (2) ?
Sensitisatie
- Sterkere reactie naar een stimulus na herhaalde blootstelling
- Vaak gepaard met intense, emotionele of pijnlijke stimuli
- Verhoogde aandacht + overlevingsmechanismen
Habituatie
- Zwakkere reactie naar een herhalende stimulus
- Voorkomt overload door het uitfilteren van onrelevante stimuli
64
Wat is de functie van sensitisatie en habituatie?
Sensitisatie: bescherming en overleving
Habituatie: voorkomen van overload door onrelevante dingen uit te filteren
65
Geef een voorbeeld van sensitisatie en habituatie?
Sens: herhaaldelijk aan iets verbranden
Habituatie: achtergrond geluid hoor je op ten duur niet meer
66
Wat zijn 3 kenmerken van procedureel geheugen?
1. Voor vaardigheden, procedures en gewoontes
2. Belangrijk voor motor skills
3. Moeilijk om onder woorden te brengen
67
Noem een voorbeeld van procedureel geheugen
Kunnen fietsen
68
Bij welke twee motorische stoornissen is procedureel geheugen vaak aangetast?
Huntington en Parkinson
69
Wat is priming in nondeclaratief geheugen?
Presentatie van een stimulus beinvloedt verwerking of interpretatie van een andere stimulus
-> Snellere verwerking van een stimulus die eerder heeft plaatsgevonden
70
Wat zijn 3 soorten priming?
1. Semantisch (semantisch gerelateerde dingen)
2. Perceptueel/visueel (zie een mooie man met koffiereclame)
3. Repetitie (slogans die je steeds hoort, e.g. cocacola: happiness)
71
Wat is de relatie tussen priming en declaratief geheugen en wat is het bewijs hiervoor (2)?
Dubbele dissociatie:
- Alzheimer: gespaarde priming maar verstoorde expliciete recognitie
- Occipitaal schade: gespaarde expliciete recognitie, verstoorde priming
72
Welke hersengebieden zijn vooral betrokken bij perceptuele priming?
Sensorische corticale gebieden
73
Hoe is de priming in mensen met Alzheimer?
Verminderde verbale priming maar intacte visuele priming
74
Als je George clooney in de Nespressoreclame ziet, welke priming is dat dan?
Perceptueel: je associeert het aantrekkelijke met de koffie
75
Wat zijn de 4 onderdelen van klassieke conditionering? Noem er voorbeelden bij
US: eten
UR: speeksel aanmaken
CS: bel geluid
CR: speeksel aanmaken na bel (want hij heeft geleerd dat eten na de bel komt)
76
Wanneer gaat een geconditioneerde respons uit?
Als de geconditioneerde stimulus te vaak wordt aangeboden zonder ongeconditioneerde stimulus (eten)
-> CS is niet meer voorspellend!
77
Wat zijn de 4 onderdelen van operante conditionering? Noem voorbeeld voor elke
Positieve beloning: eten geven
Negatieve beloning: straf weghalen
Positieve straf: schok geven
Negatieve straf: eten weghalen
78
Hoe kan je klassieke en operante conditionering ook wel noemen?
Associatief leren
79
Wat de 6 overeenkomsten tussen de verschillende nondeclaratieve geheugensystemen?
1. Aanwezig in eenvoudige dieren
2. Inhoud van herinneringen kan niet bewust worden geinspecteerd
3. Onbewust van wanneer ons gedrag hierdoor wordt gestuurd
4. Beinvloedt gedrag op vaste manieren
5. Beinvloedt gedrag automatisch zonder executieve controle
6. Herinneren ons vaak niet waar/ wanneer we deze kennis hebben geleerd
80
Wat is het autobiografisch geheugen?
Combinatie van herinneringen aan persoonlijke gebeurtenissen en algemene kennis over het zelf en de eigen levensgeschiedenis
81
Hoe werkt de organisatie van het autobiografische geheugen?
Begint in episodisch geheugen (specifieke kenmerken van een situatie) en wordt geleidelijk geassocieerd met meer semantisch-conceptuele/abstracte kennis
82
Waarom wordt het ophalen van episodische herinneringen autobiografisch?
Als deze gekoppeld moeten worden aan een specifieke periode in het leven van de persoon
83
Wat zijn herinner- en vergeetcurves en hoe kan je ze meten?
De hoeveelheid herinneringen die mensen nog per leeftijd weten vs. hoeveel ze vergeten zijn
-> Gemeten door te vragen naar een herinnering n.a.v. een bepaald woord en dan te dateren
84
Wat zijn 3 interessante observaties vanuit een normale herinner/vergeetcurve?
1. Infantiele amnesie: ontbrekende herinneringen voor 4e jaar
2. Reminiscentie bump: grote hoeveelheid herinneringen uit adolescentie/vroege volwassenheid
3. Makkelijk ophalen van herinneringen van afgelopen 10jr
85
Wat is het grootste verschil tussen de herinner/vergeet curves tussen Alzheimer/Korsakoff en gezonde mensen?
Alzheimer/Korsakoff: herinneringen uit kindertijd komen goed naar boven, maar weinig recente gebeurtenissen = Ribot's gradiënt/ temporele gradiënt
86
Wat is de Ribot's gradient/ temporele gradient?
Veel herinneringen uit kindertijd, maar weinig uit recente gebeurtenissen
87
Waarvoor kan het Autobiographical Memory Interview (AMI) worden gebruikt?
Het oproepen van beschrijvingen van gebeurtenissen uit fasen van het leven van de deelnemer en deze info te analyseren
88
Wat waren resultaten van het Autobiographical memory interview (AMI) in Alzheimer patienten?
Alzheimer patienten missen episodische details, maar hebben nog veel semantische details
89
Wat waren volgens Ribot dynamische associaties? Wat is het resultaat daarvan?
Elementen van een herinnering kunnen ook onderdeel zijn van andere herinneringen
-> Daardoor ontstaat de mogelijkheid om na te denken
90
Hoe is geheugen gekoppeld aan de toekomst (en dus niet alleen aan het verleden)?
Geheugensporen worden op latere momenten gebruikt om gedrag te sturen
91
Wat is boundary extension?
Fenomeen dat mensen zich meer lijken te herinneren van een eerder bestudeerde scene dan wat oorspronkelijk is aangeboden
92
Welk bewijs is er voor boundary extension? Hoe presteren patienten met geheugenstoornissen na een hersenaandoening hierop?
Gezonde deelnemers kregen een foto zien en moesten deze bestuderen. Na een korte pauze kregen ze dezelfde foto weer te zien, waarbij iedereen zei dat de foto was ingezoomd (wat dus niet zo is). We denken meer te herinneren dan we eigenlijk zagen
Mensen met een hersenaandoening zeggen dat de twee visuele scenes gelijk waren (wat dus ook klopt)
93
Wat is future thinking?
Vermogen om een toekomstige situatie voor te stellen en deze op dezelfde manier te ervaren als een eerdere ervaring
94
Hoe gaat future thinking bij mensen met amnesie?
Patienten hebben beperkingen in het voorstellen van de toekomst
95
Wat is het evolutionaire voordeel van het geheugen met kijk op de toekomst?
We hebben een uitgebreid declaratief geheugen om toekomstige interacties te simuleren en voor te bereiden
96
Hoe is future thinking aangetast in semantische FTD?
Minder goed in future thinking: semantische kennis is essentieel om een raamwerk te bouwen waarin episodische details kunnen worden betrokken
97
Hoe zijn zowel episodische als semantische geheugen betrokken bij future thinking?
Er is goede semantische kennis nodig om dit uiteindelijk te kunnen koppelen met persoonlijke episodische herinneringen
98
Wat is het prospectief geheugen?
Oproepen van info met het doel om een beoogde activiteit op het juiste moment of onder de juiste omstandigheden uit te voeren
-> E.g. onthouden medicatie innemen voor het eten
99
Waarom is prospectief geheugen gevoelig voor hersenbeschadiging?
Het is een complexe mentale vaardigheid, omdat je het geheugen (wat moet er gedaan worden) moet combineren met een controle component (wanneer moet iets gedaan worden)
100
Wat zijn 3 belangrijke functies van de hippocampus?
1. Vormen nieuwe episodische/declaratieve herinneringen
2. Coderen van perceptuele aspecten van herinneringen
3. Nieuwe plekken, gebeurtenissen, stimuli
101
Wat is de relatie tussen te vroeg geboren baby's en de hippocampus?
hippocampus is erg gevoelig voor zuurstoftekort, waardoor problemen met geheugen vaak voorkomt bij te vroeg geboren baby's
102
Wat is een van de eerste regio's die last krijgt van zuurstoftekort?
Hippocampus
103
Waarom zijn er zoveel connecties tussen de hippocampus en de rest van het brein? (2)
1. Hippocampus communiceert veel met de rest
2. Het is een buffer en leert andere breindelen dingen
104
Wat is de functie van slaap voor geheugen?
Dan is er tijd voor consolidatie
105
Hoe heet de cortex om de hippocampus heen (2)?
Rhinal + parahippocampal cortex
106
Welke 3 belangrijke structuren liggen er om de hippocampus heen en wat is hun functie?
1. Mamillary bodies
2. Anterior thalamus
3. Nucleus accumbens
-> Voor geheugen gekoppeld aan beloning en motivatie
107
Beschrijf het netwerk van de hippocampus?
1. Rhinal + parahippocampal cortex
2. Mamillary bodies + nucleus accumbens + anterior thalamus
3. Frontale kwab
Heeft zowel feedforward en feedback connecties
108
Wat zijn de twee structuren in de hippocampus?
1. Ammon's horn
2. Dendate gyrus
109
Het netwerk van temporale kwab structuren + ventrale baan zijn belangrijk voor ...... geheugen
Expliciet geheugen
110
Hoe zijn meerdere nuclei in de thalamus belangrijk voor expliciete geheugen?
Deze verbinden de temporale kwab met de PFC
111
Wat is Hebb's idee?
Als pre- en post-synaptische neurale verbindingen worden geactiveerd, worden ze versterkt
(cells that fire together, wire together)
112
Wat betekent het dat de face validity van geheugenproblemen hoog ligt?
Als iemand iets vergeet, ligt het voor de hand om het te verklaren met een falend geheugen
-> Deze problemen zijn gewoon heel duidelijk!
113
Wat zijn verschillen in gender en opleidingsniveau voor het rapporteren van geheugenklachten op hogere leeftijd?
Vrouwen en mensen met lager opleidingsniveau rapporteren meer geheugenklachten
114
Wat is langetermijnpotentiatie?
Herhaaldelijk elektrisch stimuleren van verbindingen in de hippocampus vergroot de effectiviteit van deze verbindingen
115
Welk orgaan is belangrijk voor leren en LTP?
Hippocampus
116
Welke neurotransmitter is cruciaal voor LTP?
Glutamaat
117
Wat zijn 2 soorten neuronen in het hippocampale systeem?
1. Conceptcellen
2. Geheugenspecifieke neuronen
118
Wat zijn conceptcellen in de hippocampus? Noem 3 kenmerken
1. Coderen voor selectief abstracte concepten
2. Reageren op brede conceptuele categorieën
3. Ongevoelig voor mate van vertrouwdheid met de stimulus
119
Wat zijn geheugenspecifieke neuronen in de hippocampus?
1. Kunnen herkennen of iets nieuw of bekend is (gradueel systeem)
2. Helpen de hersenen bepalen of de stimulus bewust verwerkt moet worden
120
Leg uit wat binding is, welk orgaan het doet
Het binden van semantische en episodische aspecten van gebeurtenissen met elkaar
-> Hippocampus: bindt en reconstrueert info + slaat herinneringen op in neocortex
121
Wat is het verschil in functie tussen het voorste en achterste deel van de hippocampus?
Achter: verwerkt visuele aspecten van de episode
Voor: verwerkt ruimtelijke kenmerken van een episode + communiceert met andere gebieden in de hersenen die ook de episode representeren
Voorste deel: actief als episode nieuw is
122
Welk deel van de hippocampus herkent het als de episode nieuw is?
Het meest anterieur gelegen deel
123
Vergeten is niet per se het gevolg van een slecht geheugen. Welke 4 andere factoren kunnen meespelen?
1. Verminderde aandacht
2. Executief functioneren
3. Perceptie
4. Negatieve emotionele toestand
124
Hoeveel procent van de mensen boven de 50 ervaren geheugenklachten?
meer dan de helft
125
Wat is de relatie tussen subjectieve geheugenklachten en daadwerkelijke geheugenstoornissen?
Matige correlatie
- Sommigen met ernstige geheugenstoornissen melden geheugen klachten nieteens vanwege gebrek aan inzicht
126
Wat zijn 2 types oorzaken voor amnesie?
1. Hersenletsel
2. Psychologische factoren
127
Wat is amnesie?
Het verlies van eerder opgeslagen herinneringen en een beperking in het kunnen vormen van nieuwe herinneringen
128
Wat is het verschil tussen retrograde amnesie en anterograde amnesie?
Retro: aantasting autobiografische geheugen van de tijd voor begin van amnesie
Antero: stoornis in het coderen, vasthouden of ophalen van nieuwe info na het begin van de amnesie
129
Welke 4 geheugensystemen worden vaak behouden met amnesie?
1. Werkgeheugen
2. Impliciet leren
3. Procedurele geheugen
4. Semantische geheugen
130
Wat is de oorzaak van Korsakoff's syndroom?
Gebrek aan thiamine (vitamine) vaak door chronisch alcoholisme
131
Waar is de schade in Korsakoff? (3)
1. Mammillary bodies
2. dmThalamus
3. Basal frontal cortex
132
Wat zijn 2 kenmerken van Korsakoff symptomen?
1. Geheugenproblemen
2. Confabulatie: gat in het geheugen invullen met een foute herinnering die ze accepteren als waarheid (fantastical stories)
133
Wat is confabulatie? Bij welke ziekte is dit vaak te zien?
Gat in het geheugen invullen met een foute herinnering die ze accepteren als waarheid (fantastical stories) -> Korsakoff
134
Wat betekent het als de amnesie globaal is?
Meerdere typen informatie (e.g. verbaal en nonverbaal) gaan samen verloren
135
Wanneer is er posttraumatische amnesie (PTA)?
Direct na het moment van hersenletsel (e.g. coma). Daarin kunnen geen nieuwe herinneringen worden gevormd
136
Wat is het amnestisch syndroom?
1. Ernstige geheugenstoornis in het leren van nieuwe episodische info
2. Slecht opgeslagen info kunnen opdiepen
3. Intact werkgeheugen en andere cognitieve functies
137
Noem wat voorbeelden van hersenaandoeningen die geheugenstoornissen of het amnesiesyndroom kunnen veroorzaken
Alzheimer, Korsakoff, neurodegeneratieve aandoeningen, beroerte, epilepsie, TBI, hersentumoren, encefalitis, encefalopathieën)
138
Wat zijn de meest voorkomende locaties van schade bij amnesie of geheugenstoornissen?
1. Hippocampaal systeem (hippocampus, amygdala, parahippocampale structuren)
2. Diencephalon (thalamus, mammilary bodies)
3. Thiaminedeficiëntie (Korsakoff)
139
Hoe kan geheugenverlies zich acuut ontwikkelen?
Ernstig hersenletsel (ischemie, migraine, epilepsie)
140
Wat zijn 2 vormen van acuut geheugenverlies?
1. Transient global amnesia (TGA)
2. Transient epileptic amnesia (TEA)
141
Wat is transient globale amnesie (TGA)? (4)
1. Meest voorkomende acute amnesie
2. Plotse anterograde amnesie voor minder dan 24 uur
3. Geen andere neurologische symptomen
4. Mogelijk door migraine/ischemie
142
Wat is transient epileptic amnesia (TEA)?
Primaire manifestatie van een epileptische aanval
143
Wat is functionele/dissociatieve amnesie? Noem 3 kenmerken
1. Geheugenstoornissen gerelateerd aan psychische stoornissen
2. Geen toegang tot het bewustzijn
3. Veel retrograde amnesie voor autobiografische kennis
144
Wat zijn 3 oorzaken van functionele of dissociatieve amnesie?
Langdurige emotionele stress, stemmingsproblemen of specifieke stressvolle gebeurtenissen
145
Wat is een dissociatieve fuga? Waar is dit bij betrokken in de DSM?
Een gat in het autobiografisch geheugen: aspect van functionele amnesie in DSM
-> Vaak reversibel
146
Wat is een verbal recall taak?
Fotos van mensen met wat informatie die ze later moeten herinneren
147
Wat is een visual recall taak?
Herinneren van vormen die eerder zijn laten zien
148
Wat is een visuele herkenningstaak?
Herkennen van fotos van e.g. deuren die eerder zijn laten zien
149
Wat is een verbale herinneringstaak?
Herkennen van namen die eerder zijn laten zien (en niet reageren op de afleidingen)
150
Hoe werkt de Rey-Osterreith complexe figuur test? Beschrijf in 4 stappen
1. Complex figuur is laten zien
2. Deelnemers moeten het gelijk kopiëren (immediate recall)
3. Deelnemers moten het kopiëren na vertraging
4. Fouten zijn gecodeerd mbv een handleiding
151
Wat meet de rey-osterreith complexe figuur taak?
Kortetermijngeheugen
152
Hoe werkt de Wechsler memory scale (word pairs)?
Lijst van 15 willekeurige woordparen moet worden gerepeteerd
-> Na 30 minuten is het eerste woord de cue, waarna deelnemers het tweede woord moeten zeggen
153
Wat zijn vaak de 2 problemen als iemand iets vergeet?
Encoding of het feit dat er niet herhaald/gerepeteerd is
154
Welke 3 methoden kunnen helpen om vergeten te verminderen?
1. Mnemonics/ezelsbruggetjes
2. Herhaling/repetitie
3. Oefeningen met herinneringen terughalen
155
Wat is de Ebbinghaus forgetting curve?
Geeft aan hoe snel je dingen vergeet : natuurlijke decay van herinneringen
156
Waarom is het logisch dat we dingen vergeten?
Andere dingen zijn meer relevant voor acties
157
Welke herinneringen zijn het meest beschadigd in retrograde amnesie?
Herinneringen voor het moment van letsel: vaak zijn kindertijd herinneringen nog het meest intact. Recentere herinneringen gaan sneller verloren
158
Hoe kan het dat we voor ons 4e levensjaar vaak amper herinneringen hebben? Geef 2 mogelijke verklaringen
1. Veranderingen in cognitieve vaardigheden en geheugensystemen
2. Snelle groei van nieuwe neurons in hippocampus kan interfereren met het maken van herinneringen
