Lecture 4: organizational architecture Flashcards
Leg differentiation en integration uit en het gevaar voor MCS.
- Differentiation = behoefte aan special competencies, zoals HR, IT.
- Integration = al deze mensen met elkaar laten samenwerken om gezamenlijk doelen te bereiken.
MCS kijkt soms meer naar differentiation, omdat het afdelingen en responsibilities gescheiden houdt, wat integratie lastig maakt.
Leg de functional structure uit en 3 voor- en 2 nadelen.
Elke manager is responsible voor zijn functie, zoals IT manager.
Voordelen
- specialized knowledge bevorderd funcional competence development.
- betere begeleiding.
- efficiënt samenwerken.
Nadelen
- ‘silo’s’ belemmert samenwerking tussen afdelingen.
‘The left hand doesn’t know what the right hand is doing’.
- moeilijk om als HR manager te weten of IT manager effectief is.
Leg de BU structure uit en 2 voor- en 3 nadelen
Integration in 1 unit (mini-organisatie), maar headquaters bepaalt company-wide-policies. Elke BU-manager is verantwoordelijk voor alle functions.
Voordelen
- BU manager dichtbij de markt en maakt daardoor betere beslissingen voor productverkoop.
- Cross-functional competence development.
Nadelen
- duplication of work.
- geen common market strategy.
- functional competence minder, omdat kennis versnipperd is.
Leg de matrix structure uit en voor- en nadelen
Combineert functional en BU structure. Elke unit heeft 2 managers; IT manager (functioneel) en BU manager (operationeel). Wordt vaak toegepast bij projecten met een looptijd.
Voordeel
- expertise & marktfocus
Nadelen
- complexe coördinatie nodig wat zorgt voor langzame besluitvorming.
- risico op contradicting instructions, wat zorgt voor verwarring.
Leg uit wat een responisbility centre (RC) is.
Een unit dit inputs omzet in outputs, onder leiding van een manager die volgens organisatiedoelen moet werken.
Efficiënt: hoeveel output per input?
Effectief: sluit output aan bij doelen?
RC is verantwoordelijk voor hetgeen waat de manager controle over heeft (controllability).
Leg een expense centre uit en 2 vormen hiervan.
Inputs worden gemeten in geld.
- Engineered = outputs worden ook gemeten in geld. Arbeid/materiaal wordt omgezet in producten (die voldoen aan kwaliteitsnormen). Standaardkosten wordt vergeleken met werkelijke kosten.
- Discretionary = geen duidelijke outputs, zoals onderzoeksprojecten of administratieve afdelingen. Budgetten kunnen wijzigen. Prestaties vaak gebaseerd op klanttevredenheid.
Leg een revenue centre uit en 1 voor- en 1 nadeel.
Outputs worden gemeten in geld, maar er wordt geen koppeling met inputs gemaakt.
Verkochte aantallen worden vergeleken met verwachte aantallen.
Voordeel:
- Motiveert om omzet te verhogen zonder naar de kosten te kijken.
Nadeel:
- verkoopteams kijken minder naar brede context en begrijpen niet dat werkkapitaal beperkt is.
Leg een profit centre uit en 1 voor- en 1 nadeel.
Inputs worden vergeleken met outputs = profit. Zoals een BU.
Voordeel:
- kijkt naar efficiëntie en effectiviteit.
Nadeel:
- kijkt niet naar gebruikte activa.
Leg een investment centre uit en 3 voor- en 2 nadelen.
Profit (outputs - input) wordt vergeleken met gebruikte activa (investeringen), om te kijken hoe investeringen uitpakken.
Voordelen:
- motiveert om naar het totale plaatje te kijken.
- focus op lange termijn.
- centre kan eigen beslissingen maken, zorgt voor snellere besluitvorming, zorgt voor meer motivatie.
Nadelen:
- je weet niet of de werknemers de juiste beslissingen maken, maar door te controleren verdwijnen de voordelen en heb je meer controlling costs.
- sommige managers door bonus focus op korte termijn.
Leg transfer pricing in de ideal en less-ideal world uit.
- Ideal = iedereen heeft alle relevante informatie, waarbij vergelijkbare prijzen als de markt worden gebruikt.
- Less-ideal = ‘ones profit is some others loss’. Onderhandelingen leiden tot conflicten. Soms meer dan 1 prijs voor dezelfde transactie, dus oneerlijke verdeling van kosten en winst. Veel agency costs.
Leg corporate service pricing uit en 2 type diensten hiervan.
Kosten die niet direct aan een afdeling kunnen worden toegewezen, zoals marketing of PR , en worden daarom aan een BU toegewezen. ‘Bedrijfsbelasting’.
- Verplicht = BU moet de dienst gebruiken, maar kan de mate beïnvloeden.
- Optioneel = BU mag kiezen of ze de dienst gebruiken.
Leg een shared service centre uit en 2 voor- en 1 nadeel.
Eenheid van ondersteunende diensten, zoals HR, accounting of IT worden gecentraliseerd. Dit kan zowel een expense of profit centre zijn.
Voordelen:
- kostenbesparing.
- betere kwaliteit van diensten.
Nadeel:
- kan duurder uitvallen dan gepland.