Les 10 - Hoogbegaafdheid Flashcards

(48 cards)

1
Q

CHC-model

A

= Cattell-Horn-Carroll

Hiërarchische opbouw drie niveaus:
1. g factor
2. brede cognitieve vaardigheden
3. nauwe cognitieve vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gf

A

vloeiende intelligentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gq

A

Kwantitatieve kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gc

A

gekristalliseerde intelligentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Grw

A

lees- en schrijfvaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gsm

A

kortetermijngeheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gv

A

Visuele informatieverwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ga

A

auditieve informatieverwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Glr

A

langetermijngeheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gs

A

Verwerkingssnelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gt

A

reactiesnelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

persoonskenmerken van HB

A
  • De lat hoog leggen
  • Groot rechtvaardigheidsgevoel
  • Kritische instelling
  • Gevoeligheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

subtypes

A
  • succesvol
  • autonome hoogbegaafde individuen
  • uitdagend
  • onderduikend
  • risicogroep
  • dubbel bijzonder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Dubbel bijzonder - ADHD - gedeelde kenmerken

A
  • Beperkte aandacht
  • Met meerdere dingen tegelijk bezig zijn
  • Suboptimale werkstrategieën
  • Vermijden van taken die inspanning vragen
  • Storend, regelovertredend gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Dubbel bijzonder - ASS - gedeelde kenmerken

A
  • Asynchrone ontwikkeling
  • Sensorisch gevoelig
  • Emotieregulatie problemen
  • Sociale moeilijkheden
  • Bijzondere interessepatronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Leerstoornis - Niet-cognitieve factoren

A
  • Laag zelfvertrouwen
  • Slechte relatie met school
  • Sociale problemen
  • Frustraties niet benutten potentieel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Monks en Mason

A

3 capaciteiten:
- Hoog IQ
- Creativiteit
- Motivatie

3 omgevingsfactoren:
- vrienden
- school
- gezin

Conclusie: persoonsgebonden factoren zijn ONvoldoende om het HB-potentieel tot ontwikkeling te laten komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Multifactorenmodel

A
  • onderscheid 8 vormen van intelligentie
  • Niet-cognitieve persoonlijkheidskenmerken (moderatoren)
  • begaafdheidsfactoren (predictoren)
  • Omgevingskenmerken (moderatoren)
  • prestatie-domeinen (criteria)

Volgens Heller bestaat er een dynamiek tussen deze 8 begaafdheidsfactoren enerzijds en niet-cognitieve persoonlijkheidskenmerken (bv. prestatiemotivatie) en omgevingskenmerken (bv. gezinsklimaat) anderzijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Delphi-model

A

Hoogbegaafde omschreven als:

hoogbegaafd vs maatschappij
= Hij denkt hoogintelligent,
is autonoom en hoogsensitief waarnemend. Hij is gedreven, nieuwsgierig en is scheppingsgericht.
En daarnaast snel, creatief, intens en complex.

hoogbegaafd:
- Denken
- zijn
- voelen

  • willen
  • doen
  • waarnemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

het groeimodel combineert:

A
  • omgevingsfactoren
  • niet-cognitieve factoren
  • intrapersoonlijke factoren
21
Q

het groeimodel kijkt naar:

A
  • prestaties
  • levenskwaliteit
22
Q

Groeimodel maakt onderscheid in

A
  • niet persoonsgebonden
  • persoonsgebonden
  • persoon specifiek
23
Q

specifieke valkuilen volgens het groeimodel

A

= embodio’s

  • Zichzelf als norm zien
  • Iets bereiken kost tijd
  • Moeite met falen
  • Sociale omgang
24
Q

problemen op meerdere domeinen:

A
  • sociaal emotionele ontwikkeling
  • gedrag
  • opvoeding
  • school
25
tips ouders
- heb geen angst - stimuleren om grenzen te verleggen - iets bereiken kost tijd
26
tips voor school
- binnenklas-differentiatie naar boven - kangoeroe- of pluswerking
27
testing
- IQ - Persoonlijkheid - beleving
28
Praktische drempels
- financieel - schoolidentiteit - opleiding personeel
29
zeer zwak begaafd IQ
kleiner dan 70
30
zwak begaafd IQ
tussen 70 en 85
31
normaal IQ
tussen 85 en 115
32
Sterk IQ
tussen 115 en 130
33
Hoogbegaafd IQ
Hoger dan 130
34
succesvol subtype
- Aangepast aan verwachtingen en maatschappij - Meestal correct herkend - Afhankelijk van goedkeuring omgeving
35
autonome hoogbegaafde individuen
- Aangepast aan verwachtingen en maatschappij - Meestal correct herkend - Intrinsiek gemotiveerd
36
uitdagend subtype
- Divergent denken - Als storend ervaren - Psychosociale moeilijkheden
37
onderduikend subtype
- Ontkent of verbergt hoogbegaafdheid - Conformistisch
38
risicogroep subtype
- Kleine minderheid - Schoolverlaters/gedragsproblemen - Gevoelens van onbegrip
39
dubbel bijzonder subtype
- Aanwezigheid stoornis ->Vaak leerstoornis, ADHD, ASS - Geheel bekijken/begrijpen
40
Sociaal-emotionele ontwikkeling
- Problemen met het sociaal aanpassingsvermogen - Laag zelfbeeld / zelfvertrouwen - Emotionele instabiliteit - Problemen met leeftijdsgenoten/vriendschappen - Sterk rechtvaardigheidsgevoel - Versterkt bewustzijn
41
Gedrag
- (te) kritisch - Directe communicatie - Brutaal, dominant, conflict - Regels aftasten / uitdagen - Discussiëren / manipuleren - Zelf = norm
42
school
- Verveling - Demotivatie - Onderpresteren - Faalangst - Potentieel niet willen/durven tonen - Gezagsproblemen met leerkrachten - Moeilijkheden met aandacht / concentratie
43
Opvoeding
- Ontoereikende opvoedingsregels - Snel in opstand tegen onrechtvaardig gebruik/misbruik van gezag
44
Omgevingsfactoren kunnen moeilijkheden compenseren/versterken - Ouders
- Steun/motivatie - Stimuleren leerstrategieën - Stimulerende omgeving - Realistische, maar ambitieuze verwachtingen
45
Omgevingsfactoren kunnen moeilijkheden compenseren/versterken - School
- Cognitieve stimulatie - Sociaal-emotionele ontwikkeling
46
Omgeving
leeftijdsgenoten: - Peer acceptance - Vriendschappen
47
Gerichte onderwijsaanpassingen
- Taakspanning: leren inspannen, omgaan met fouten - Werkhouding - Andere opdrachten met hogere moeilijkheidsgraad
48
Perceptie vaak beïnvloed door
- SES achtergrond - Opleiding ouders