Les 10 - Hoogbegaafdheid Flashcards
(48 cards)
CHC-model
= Cattell-Horn-Carroll
Hiërarchische opbouw drie niveaus:
1. g factor
2. brede cognitieve vaardigheden
3. nauwe cognitieve vaardigheden
Gf
vloeiende intelligentie
Gq
Kwantitatieve kennis
Gc
gekristalliseerde intelligentie
Grw
lees- en schrijfvaardigheden
Gsm
kortetermijngeheugen
Gv
Visuele informatieverwerking
Ga
auditieve informatieverwerking
Glr
langetermijngeheugen
Gs
Verwerkingssnelheid
Gt
reactiesnelheid
persoonskenmerken van HB
- De lat hoog leggen
- Groot rechtvaardigheidsgevoel
- Kritische instelling
- Gevoeligheid
subtypes
- succesvol
- autonome hoogbegaafde individuen
- uitdagend
- onderduikend
- risicogroep
- dubbel bijzonder
Dubbel bijzonder - ADHD - gedeelde kenmerken
- Beperkte aandacht
- Met meerdere dingen tegelijk bezig zijn
- Suboptimale werkstrategieën
- Vermijden van taken die inspanning vragen
- Storend, regelovertredend gedrag
Dubbel bijzonder - ASS - gedeelde kenmerken
- Asynchrone ontwikkeling
- Sensorisch gevoelig
- Emotieregulatie problemen
- Sociale moeilijkheden
- Bijzondere interessepatronen
Leerstoornis - Niet-cognitieve factoren
- Laag zelfvertrouwen
- Slechte relatie met school
- Sociale problemen
- Frustraties niet benutten potentieel
Monks en Mason
3 capaciteiten:
- Hoog IQ
- Creativiteit
- Motivatie
3 omgevingsfactoren:
- vrienden
- school
- gezin
Conclusie: persoonsgebonden factoren zijn ONvoldoende om het HB-potentieel tot ontwikkeling te laten komen
Multifactorenmodel
- onderscheid 8 vormen van intelligentie
- Niet-cognitieve persoonlijkheidskenmerken (moderatoren)
- begaafdheidsfactoren (predictoren)
- Omgevingskenmerken (moderatoren)
- prestatie-domeinen (criteria)
Volgens Heller bestaat er een dynamiek tussen deze 8 begaafdheidsfactoren enerzijds en niet-cognitieve persoonlijkheidskenmerken (bv. prestatiemotivatie) en omgevingskenmerken (bv. gezinsklimaat) anderzijd
Delphi-model
Hoogbegaafde omschreven als:
hoogbegaafd vs maatschappij
= Hij denkt hoogintelligent,
is autonoom en hoogsensitief waarnemend. Hij is gedreven, nieuwsgierig en is scheppingsgericht.
En daarnaast snel, creatief, intens en complex.
hoogbegaafd:
- Denken
- zijn
- voelen
- willen
- doen
- waarnemen
het groeimodel combineert:
- omgevingsfactoren
- niet-cognitieve factoren
- intrapersoonlijke factoren
het groeimodel kijkt naar:
- prestaties
- levenskwaliteit
Groeimodel maakt onderscheid in
- niet persoonsgebonden
- persoonsgebonden
- persoon specifiek
specifieke valkuilen volgens het groeimodel
= embodio’s
- Zichzelf als norm zien
- Iets bereiken kost tijd
- Moeite met falen
- Sociale omgang
problemen op meerdere domeinen:
- sociaal emotionele ontwikkeling
- gedrag
- opvoeding
- school