Les 4 Flashcards
(116 cards)
zich verloven
se fiancer
de verloving
les fiançailles
de verloofden
les fiancés
iemand ten huwelijk vragen
demander quelqu’un en mariage
het verbreken van de verloving
la rupture des fiançailles
trouwen/huwen met iemand
se marier
het huwelijk
le mariage
de echtgenoten
les époux
de getuigen
les témoins
de echtelijk verblijfplaats
la résidence conjugale
de hoofdverblijfplaats
la résidence principale
de gezinswoning
le logement familial
de woonplaats
le domicile
getrouwd zijn
être marié
vrijgezel zijn
être célibataire
gescheiden zijn
être séparé/divorcé
uit het echt scheiden
divorcer
samenwonen
cohabiter
de samenwoners
les cohabitants
de feitelijke samenwoning
la cohabitation de fait
de verklaring van wettelijke
samenwoning
la déclaration de cohabitation légale
de feitelijke scheiding
la séparation de fait
de scheiding van goederen
la séparation des biens
de scheiding van tafel en bed
la séparation de corps