LES Vaatchirurgische patiënt Flashcards

1
Q

Anatomie - Arterieel systeem

A

O2 rijk
dikke wand (spierlaag)
Vasoconstrictie / dilatatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anatomie - Veneus systeem

A

> Van vingers/voeten -> terug naar hart via aderen.
Dit gaat tegen zwaartekracht in -> lichaamsbeweging nodig.
d.m.v. spierpomp, kleppen, ademhaling (beweegt middenrif -> bloed inwendig ook aangezogen).

De (grotere) arteriën en venen lopen parallel naast elkaar, tegenovergestelde stroomrichting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Arterieel - fysiologie

A
  • Volume flow door een been is 300-400 ml/min. Bij matige inspanning wordt deze 5-10x hoger.
  • Om O2 tekort te voorkomen:
    > Verhoging cardiac output (HMV)
    > openstaan vd arteriolen (weerstand omlaag)
  • Na stoppen vd inspanning -> flow na 1-5 min weer op rust niveau.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Richting bloedstroom

A

Bloedstroom = altijd voorwaarts gericht.

Toch is de stroomsnelheid in 1 punt tijdens hartcyclus eerst voorwaarts, dan achterwaarts en tenslotte weer voorwaarts.

Normale doorbloeding = 3-fasen signaal = 3 tonig.

Geluid = bloed dat tegen wand aanstroomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Perifeer arterieel vaatlijden (PAV)
‘rood’

A

Artherosclerose hoofdoorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Artherosclerose =

A

= slagaderverkalking.
Uitingen van PAV in de arteriën onder de aortabifurcatie.
Iedereen > 20 jaar enige mate hiervan door ouder worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Risicofactoren PAV (artherosclerose)

A

> Te hoog cholesterol -> stapelt op in vaatwand.
Te veel zout -> vocht vast => bloeddruk omhoog = risico factor
- Door hoge druk beschadigd vaatwand -> meer uitgerekt -> barstjes.
- In beschadiging gaan stollingsfactoren, eiwitten zitten => plak + vernauwing.

> roken: nicotine irriteert vaatwand -> ook barstjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Feitjes artherosclerose

A

Neemt toe als er niks aangedaan wordt => stolselvorming.
Bij 50% of meer vernauwing -> ontstaan van klachten:
- Etalage benen
- verzuring bij kleine afstanden (door vernauwing bloed niet op tijd bij spieren)
- slagaderverkalking in buikspier -> pijn na het eten.

Prevalentie:
55 jaar -> 7%
> 85 jaar -> 56%

Incidentie: 3 / 1000 personen per jaar
M = V; mannen melden zich eerder met klachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Klachten artherosclerose

A

Bij 50% of meer vernauwing -> ontstaan van klachten:
- Etalage benen
- verzuring bij kleine afstanden (door vernauwing bloed niet op tijd bij spieren)
- slagaderverkalking in buikspier -> pijn na het eten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Soorten vaatlijden

A

[] Obstructief = nog wel doorgang, maar verhinderd
- Claudicatio Intermittens, AP, TIA

[] Occlusief = slagader volledig dicht (stolsel) = acute variant (geen voorbode geweest)
- Bedreigde voet, hartinfarct, CVA, maagdarmischemie.

Acute of chronisch VS acuut-op-chronisch (in 1x omslag van chr. -> acuut)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Claudicatio Intermittens (CI)

A

= Etalagebenen = meest voorkomende klacht bij PAV.
Ziektebeeld = PAV

Symptomen:
kramp, pijn, steken, doofheid in been
afzakkend in RUST (!)

Prognose:
weinig progressief
- 15% kritische ischemie
- 2% amputatie < 10 jaar na diagnose
- Levensverwachting 10 jaar korten
- kwaliteit van leven omlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Klachten & vaten (Claudicatio Intermittens - Etalagebenen)

A
  • Bil/dij – stenose aorta iliacaal
  • Bovenbeen – stenose iliacaal (splitsing bekken)
  • Kuit – stenose popliteaal (knie)
  • Kuit / voet – stenose popliteaal of cruraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Fontaine Classificatie

A

Classificatie voor CI

I) Asymptomatisch
IIa) Claudicatie mild > 200 m
IIb) Claudicatie invaliderend < 200 m
III) Ischaemische rustpijn
IV) Ulcera of gangreen (kritieke ischemie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rutherford Classificatie

A

Classificatie voor CI

0) Asymptomatisch
1) Claudicatie (mild)
2) Claudicatie (matig)
3) Claudicatie ernstig)
4) Ischaemische rustpijn
5) minimaal weefselverlies
6) Ernstig weefselverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verschil Fontaine en Rutherford

A

Rutherford = o.b.v. wat patiënt aangeeft.
Fontaine => vastgelegd of ze wel/niet 200 meter kunnen lopen (duidelijker begrensd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Nachtpijn & rustpijn (CI)

A

Nachtpijn = 1e signaal dat slagaderverkalking aan het toenemen is.

Rustpijn = volgende stap in verergering van slagaderverkalking

17
Q

Lichamelijk onderzoek bij CI

A

(0. ‘wachtkameronderzoek’)
- Hoe staan ze op uit de stoel?
- Afstand volhouden zonder pauze?
- Hoe lopen ze, beide benen last?

  1. Pulsaties
    - in slagaders: lies, knieholte, voorvoet en binnenkant enkel
    - soms ook aorta
    - beide benen voelen om te vergelijken
  2. Klinisch beeld
    - bleke kleur
    - koeler aanvoelen
    - minder haargroei
    - wondjes
    - kalknagels
    - minder vitale huid
18
Q

Circulatie beoordeling bij CI

A

=> 5 P’s
Pijn
Pulsaties
Pallor (bleekheid)
Paresthesia (gevoel)
Paralysis

Kritische ischemie is niet alleen weefselverlies, ook bloedvoorziening is minder.

19
Q

Klinisch beeld bij CI

A
  1. Klinisch beeld
    - bleke kleur
    - koeler aanvoelen
    - minder haargroei
    - wondjes
    - kalknagels
    - minder vitale huid

en 5 P’s:
Pijn
Pulsaties
Pallor (bleekheid)
Paresthesia (gevoel)
Paralysis

20
Q

Diagnostiek bij PAV

A

Doppler effect:
- door de weerstand vd stenose -> deel vd drukgolf teruggekaatst => waardoor een gedempte golf verder gaat.
- pas bij stenose van 75-90% daalt de polsdruk significant.
- Bij stenose van 99% -> vrij veel continue flow zonder pulsatiliteit.

Normale bloedstroom = 3 fasen
Progressief = 2 fasen
Ernstige ziekte = mono-fase

Enkel-arm-index:
- bloeddrukmeting bij arm+enkel -> rustmeting
- geluidsgolven gemeten => plaats artherosclerose bepalen.
Indicatie:
- vermoeden atherosclerose
- moeizame wondgenezing

Looptest:
voor én na inspanning -> E/A index gemeten

21
Q

Medische beeldvorming bij PAV
(laag -> hoog complex)

A
  • Duplex onderzoek
  • MRA: anatomische info; meet doorstroming, geen/weinig info over de wand. (wel contrast)
  • CTA: anatomische & functionele info (jodium)
  • iaDSA : minder gedaan door opkomst MRA/CTA. Invasief-interventioneel (PTA, stent)
    => pas toegepast als men ook aan een operatie zit te denken.
22
Q

Chronisch veneuze insufficiëntie (CVI)

A

= een symptomencomplex aan de onderbenen; bestaande uit o.a.:
- varices
- oedeem
- pigmentaties = bruin verkleuring vd huid (oude cellen blijven staan)
- ulcus crusis venosum

Dus alleen aan ONDERBENEN

Oorzaak = kapotte klep, terugstroom bloed is verminderd.

23
Q

Vormen van veneuze insufficiëntie

A
  • oppervlakkig veneuze insufficiëntie (Varices)
  • Diep veneuze insufficiëntie (klepinsufficiëntie, bijv. na DVT)
  • Veneus ulcus, arterio-veneus ulcus
24
Q

Prevalentie & Incidentie CVI

A
  • Varices -> 25% vd mensen
  • neemt toe met leeftijd: 3/4 bevolking > 80 jaar
  • meer vrouwen dan mannen, maar ernstige varices is gelijk verdeeld.
  • veneus ulcus -> ca. 1%, maar mensen > 80 jaar 3-4%.
  • 50% vd ulcera aan onderbenen -> door CVI.
25
Q

Klachten CVI

A
  • moe, zwaar gevoel
  • steken
  • rusteloos gevoel
  • nachtelijke krampen
  • jeuk
  • eczeem onderbenen / enkels
  • oedeem

=> klachten nemen toe in de loop vd dag en bij zitten/staan.
Liggen, zitten met benen hoog of lopen => laten klachten afnemen.

26
Q

Verschil kenmerk klachten CVI en PAV

A

Bij PAV:
Juist last bij inspanning en moeten stilstaan om klachten af te laten nemen.

Bij CVI:
Klachten nemen toe bij zitten/staan.
Liggen, zitten met benen hoog of lopen => laten klachten afnemen.

PAV: Bij inspanning (lopen) klachten, afzakkend in rust.
CVI: Klachten vooral bij staan/zitten, afzakkend bij inspanning (lopen).

27
Q

Diagnostiek CVI

A
  • Klinisch beeld + patiënt laten staan (LO)
  • Duplex = Gouden standaard
    In kuit + binnenzijde been-lies -> 2 aderen die meest voorkomen bij spataderen.

Gezonde ader -> diameter 2-3 mm

Operatie voor spataderen -> niet noodzakelijk, maar kwaliteit van leven wel omhoog. Vergoeding zorgverzekering = lastig; strenge eisen.

28
Q

Behandelmogelijkheden - PAV

A

Afhankelijk van anamnese -> wat je gaat doen als behandeling.
En afhankelijk van welk Fontaine stadia iemand zit.

29
Q

Behandeling Fontaine 1 (PAV)

A

CVRM
- tensiecontrole
- leefstijl
- alcohol / roken
- BMI
- lichamelijke activiteit

Medicatie
- trombocytenaggregatieremmer (Clopidogrel)
- Bloeddrukverlager
- cholesterol verlager (Simvastine)

30
Q

Behandeling Fontaine 2 (PAV)

A
  • CVRM
  • Conservatief: Gesuperviseerde looptraining;
    Follow up 3/6mnd:
    > Effectieve looptraining? -> continueren en retour HA.
    > niet-effectieve looptraining? -> duplex -> endovasculaire en/of chirurgische behandeling?
31
Q

Gesuperviseerde looptraining bij PAV

A
  • Collateraal vorming
  • Na 6mnd verbetering? -> doorblijven zetten, lopen = nieuwe manier van leven.
  • Dus zeker 6 mnd toepassen
  • niet-operatief

Patiënt laten lopen door de pijn -> mogelijk dat collateraal vorming ontstaat.

32
Q

Behandeling Fontaine 3/4 (PAV)

A

Operatieve behandeling bij 3/4
- PTA / stent (dotteren)
Interventie radioloog, bekken/lies/boven-onderbeen, platte bedrust 6-8uur, opname 2 dagen.
Stent geeft ook plek om weer slagaderverkalking te geven.

  • Desobstructie
    Sluiten met patch of vene
    Liesniveau, wond ca. 10 cm. 2-3 dagen zkh
    Dit wordt gedaan als traject met slagaderverkalking te groot is voor dotteren.
  • Bypass
    niks gedaan met verkalking -> omheen gewerkt.
    Opname 4-7 dagen
    End-to-side hechten, arterie blijft open
33
Q

Behandeling Fontaine 5 (PAV)

A

Witheid, motoriek, sensibiliteit, polsloosheid, (geen) pijn.
=> Acute interventie nodig:
- Revascularisatie
- (amputatie)
- CVRM + medicatie
- Looptraining

34
Q

Behandelmogelijkheden CVI

A

(Recidief kans) van zwaar naar licht:
- Conservatief:
beweging, elastische kous/zwachtel

Interventie:
- Crossectomie / strip
klassieke methode, pijn

  • VNUS / EVLT
    ‘laseren’, vervanger strip, geen wond
  • Convolutectomie
    poli, enkele kleine wondjes
  • (foam) sclerotherapie
    poli, geen wondjes, recidief kans
35
Q

Verschil behandeling PAV & CVI

A

PAV:
Conservatieve en operatieve behandeling gaan hand in hand.
Voorkeur = alleen conservatief.

CVI:
Operatieve behandeling hoeft niet, maar wordt wel aangeraden (kwaliteit van leven omhoog).