(Modellen voor) interventies in de fysieke omgeving Flashcards
(32 cards)
Welke classificatie kan je gebruiken voor interventies in de fysiek omgeving?
ICF = International Classification of Functioning, Disability and Health
Welke taxonomie kan je gebruiken voor interventies in de fysiek omgeving?
TCOP = Taxonomic Code of Occupational Performance
Welke inhoudsmodellen kan je gebruiken voor interventies in de fysiek omgeving?
CMO = Comprehensief Model van Occupatie
CMOP-E = Canadian Model of Occupational Performance and Engagement
Kawa
PEO = Person- Environment- Occupation
MOHO = Model of Human Occupation
Welke procesmodellen kan je gebruiken voor interventies in de fysiek omgeving?
Methodisch handelen
MOR = Model van het Occupationeel Redeneren
CPPF = Canadian Practice Proces Framework
kawa: application to practice
Professioneel redeneren (MOHO)
Adviesmodel
welke componenten van de inhoudsmodellen kan je linken en zijn belangrijk bij interventies in de fysieke omgeving?
Omgeving; Persoon; Handelen
Wat is Assistive Technology (AT)?
= om het even welk voorwerp of systeem dat wordt gebruikt
om functionele mogelijkheden van de persoon met zijn
beperking te verhogen, te handhaven of te verbeteren.
Hoe is AT geëvolueerd doorheen de tijd?
90’s: evolutie onder invloed van elektronica en pc gebruik; Wordt vooral gebruikt om personen met een beperking te helpen om positief te evolueren in hun
communicatie, mobiliteit en cognitie
Cook en Polgar: bedenking dat AT niet gebruikt wordt om de probleemvaardigheden te remediëren,
maar aanwezige vaardigheden te benutten, om functionele verbetering in het handelen te bekomen.
Waarom is AT belangrijk en waar word het voornamelijk gebruikt?
Door de grote impact wordt het steeds vaken gebruikt binnen de gezondheidszorg; De dalende kostprijs van technologie zorgt ervoor dat steeds meer mensen (met en zonder
beperking) toegang krijgen tot hoogtechnologische consumentenproducten.
Het wordt vooral gebruikt bij active aging of aging at home.
Wat is de rol van de ET bij AT?
We gaan AT/ apparaten gaan gebruiken die het handelen en de zelfredzaamheid van mensen ondersteunen
Hoe gaat de ergo keuze maken uit de mogelijke AT en deze gaan adviseren?
We kunnen via procesmatige ondersteuning door een procesmodel of via inhoudelijke ondersteuning vanuit het HAAT-model gaan kieze welk AT we zouden adviseren.
De keuze zal ook afhangen van de hulpvraag; Elk probleem, elk adviesvraag is
uniek en zal een flexibele houding vereisen van de ergotherapeut.
Wat is het HAAT- model?
Het HAAT-model biedt ondersteuning bij het kiezen van de meest geschikt AT. Het is gebasseerd op het ICF en CMOP-E omdat deze aandacht hebben voor de persoon, de omgeving en activiteit.
Hoe ondersteunt het HAAT-model bij het kiezen van de geschikte AT?
Het model kan gebruiikt worden voor de slectie, implementatie en evaluatie van AT-systemen in het adviesmodel
Wat is occupationele deprivatie?
Dit onstaat wanneer mensen niet meer instaat zijn om te handelen als gevolg van externe invloeden waar
zij zelf geen vat op hebben. De omgeving belemmert het dagelijks handelen dermate, dat het kan leiden tot
gezondheidsproblemen omdat hun mogelijkheden niet meer benut kunnen worden.
Wat is de rol van de ET binnen de fysiek omgeving op macro-niveau?
Bij de fysieke omgeving op macro-niveau gaan we kijken naar de integrale toegankelijkheid van de fysieke omgeving. Dit doen de aan de hand van de 5B’s (van de overheid) en universal design.
Wat is (integrale) toegankelijkheid in de fysieke omgeving?
een leefomgeving waarbij iedereen vlot, gebruiksvriendijk en veilig kan handelen. Om toegankelijk te zijn, moet een omgeving/ gebouw en de info voor iedereen voldoen aan belangrijke voorwaarden; hiervoor kijken we naar de 5B’s. Ook publieke ruimten moeten bij wet voldeon aan een aantal voorwaarden
Wat zijn de voorwaarden van toegankelijkheid?
1) Bereikbaar
2) Betreedbaar
3) Bruikbaar
4) Begrijpbaar
5) Betaalbaar
(= De 5B’s)
Wat is toegankelijkheid volgens inter vzw?
als we over toegankelijkheid spreken, we denken aan gebouwen met bijvoorbeeld
hellingen, liften en aangepaste toiletten. Maar het is meer dan dat. Toegankelijkheid omvat naast
fysieke aspecten ook psychocosiale, informatieve en communicatieve aspecten. Het gaat over
gebruik van communicatie, duidelijke informatieverstrekking, klantvriendelijkheid, dienstverlening…
Wat is universal design?
Dit is een ontwerpsbenadering die wereldwijd gekend is met de bedoeling om bij elk ontwerp rekening te houden met de grote diversiteit van de gebruikers. Bij aanvang van het ontwerpproces stellen we deze centrale vraag:
‘Hoe kan een product, een
grafische boodschap, website, gebouw of publieke ruimte zowel functioneel als aantrekkelijk
zijn voor een zo groot mogelijk en divers mogelijke groep van gebruikers?’
Daarna gaat met gebruik maken van de 7 basisprincipes:
- bruikbaar voor iederen
- Flexibel in gebruik: ontwerp geschikt voor allerlei voorkeuren en mogelijkheden
- eenvoudig en intuïtief gebruik
- begrijpelijke info
- marge voor vergissingen: de gevaren en ongewenste resultaten van verkeerde
handelingen en onbewuste aties zijn beperkt vb. ‘bent u zeker dat u dit wil verwijderen’ - beperkte inspanning
7 geschikte afmetingen en gebruiksruimten vb. verschillende hoogtes van kapstokken
Wat is de rol van de ET binnen de fysieke omgeving op mesoniveau?
Bij de fysieke omgeving op mesoniveau gaan we kijken naar de brede leefomgeving van de cliënt.
Wat is de rol van de ET binnen de fysieke omgeving op microniveau?
Bij de fysieke omgeving op microniveau gaan we kijken naar de woonomgeving van de cliënt zelf.
Wat zijn de 5B’s (van de overheid)?
1) Bereikbaar
2) Betreedbaar
3) Bruikbaar
4) Begrijpbaar
5) Betaalbaar
Waaruit bestaat de fysieke omgeving op mesoniveau?
De breder leefomgeving van de Cliënt, dit bestaat uit;
- De woon-omgeving
- De schoolomgeving
- De werkomgeving
- De sportomgeving
- De ontspanningsomgeving
- De buurt
Waaruit bestaat de fysieke omgeving op macroniveau?
De integrale toegankelijkheid met de 5B’s en universal design
Waaruit bestaat de fysieke omgeving op microniveau?
De woonomgeving van de cliënt.