Module 1: intro Flashcards
(10 cards)
Economische groei (DEF)
Stijging van het BBP op lange termijn
Conjunctuur (DEF)
Het verschil van het BBP van het ene jaar tov het andere jaar op korte termijn. Op korte termijn zien we fluctuaties
Wat zegt de Oostenrijkse school?
= neoklassieke economen
Zij zeggen dat economie het beste functioneert wanneer ze vrij is: vrijmarkt werkt het beste
Wat zegt Keynes?
Markten die we volledig vrij laten zullen niet automatisch voor het optimale evenwicht zorgen. De OH heeft de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat er meer werkgelegenheid gecreëerd wordt door de vraag naar goederen en diensten aan te zwengelen.
Stagflatie (DEF)
Economische situatie waarin de economie tegelijkertijd te maken heeft met stagnatie en inflatie. Dit betekent dat de economische groei stagneert of zelfs krimpt, terwijl de prijzen blijven stijgen.
Zowel de werkloosheid als de inflatie stijgen op hetzelfde moment. Prijzen stijgen en het leven wordt duurder.
Monetarisme
Inflatie wordt niet bepaald door de wet van de vraag en het aanbod, maar ook door de geldhoeveelheid
Inflatie
= algemene stijging van het prijsniveau
Wat zegt de Chicago school over monetarisme?
De chicago school en de Nieuw Keynesiaanse school zijn het er allebei over eens dat inflatie veroorzaakt wordt door de hoeveelheid geld er in omloop is. Maar Chicago school zegt dat OH zich niet mag mengen. OH zorgt vooral voor verwarring en zeggen hetzelfde als de Oostenrijkse school: markten moeten vrij zijn en komen zo in het optimale evenwicht
Nieuw Keynesiaanse school
Hij vindt dat overheden moeten tussenkomen om de markt te corrigeren
Wat zegt Stephanie Kelton?
Zij heeft een moderne monetaire theorie bedacht. Landen met een sterke munt (bv: de euro) kunnen geld bijprinten zonder dat er altijd noodzakelijk inflatie zal volgen.