Module 3: economische groei Flashcards

(35 cards)

1
Q

Wat is de easterlin paradox?

A

De Easterlin-paradox stelt dat rijkere mensen binnen een land gelukkiger zijn dan armere,
maar dat economische groei op lange termijn niet leidt tot meer geluk op bevolkingsniveau. Omdat mensen hun welzijn vooral vergelijken met anderen en gewend raken aan een hoger inkomen (adaptatie-effect).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat verklaart op lange termijn het meeste verschil in economische ontwikkeling tussen landen?

A

Een tragere maar gestage groei over een lange periode verklaart meer verschil dan één jaar van hoge groei.
→ Kleine groeiverschillen hebben grote effecten op lange termijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Productiviteit (DEF)

A

De hoeveelheid goederen en diensten die iemand kan produceren in een bepaalde periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat bepaalt iemand zijn productiviteit? (4)

A

1- Fysiek kapitaal
→ machines die iemand ter beschikking heeft (bv: betere traktor)
2- Menselijk kapitaal
→ Kennis, gezondheid
3- Natuurlijk kapitaal
→ Kwaliteit van grond, het weer, bossen
4- Technologische vooruitgang
→ meer of betere output kunnen produceren met dezelfde hoeveelheid input.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is oprenten?

A

Berekenen hoeveel een bepaalde hoeveelheid geld in de toekomst waard zal zijn (van nu naar de toekomst)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de formule voor oprenten?

A

M = P*(1+i)^n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is verdisconteren?

A

De huidige waarde van een toekomstige som berekenen (van toekomst naar nu)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de formule voor verdisconteren?

A

P = M/(1+i)^n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat probeert het Solow-Swan model te verklaren?

A

Hoe landen economisch groeien op lange termijn en waarom sommige landen rijker zijn dan andere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de basisvorm van de productiefunctie per arbeider in het Solow-model?

A

y = A × f(k)

y = output per arbeider
k = kapitaal per arbeider
A = technologische efficiëntie
f(k) = manier waarop kapitaal wordt omgezet in output

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke assumpties maakt het Solow Swan model? (3)

A

1- Constante schaalvoordelen
2- Y = C + S
3- Afnemend marginaal product van arbeid en kapitaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is afnemend marginaal product van kapitaal?

A

Elke extra eenheid kapitaal levert steeds minder extra output op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er met het BBP in het Solow Swan model?

A

Het wordt óf geconsumeerd óf gespaard (geen overheid, geen handel). (Y = C + S)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er met spaargeld volgens het Solow Swan model?

A

Het wordt omgezet in investeringen, zoals machines of infrastructuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is kapitaal-depreciatie?

A

Kapitaal (bv. machines) verliest elk jaar een beetje waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er als investeringen > depreciatie?

A

De kapitaalvoorraad groeit.

17
Q

Wat gebeurt er als investeringen < depreciatie?

A

De kapitaalvoorraad daalt.

18
Q

Wat is het steady state punt (K*)?

A

Punt waar investeringen gelijk zijn aan depreciatie en de kapitaalvoorraad per persoon constant blijft.

19
Q

Hoe groeit een economie nog in de steady state?

A

Alleen via technologische vooruitgang (A stijgt).

20
Q

Waarom verschillen landen in welvaart volgens Solow?

A

Door verschillen in kapitaal, arbeid en technologie, en omdat sommige landen hun steady state nog niet bereikt hebben.

21
Q

Wat voorspelt het Solow Swan model over arme landen?

A

Ze groeien sneller (inhaalgroei) om hun steady state te bereiken.

22
Q

Welke 3 oorzaken zijn er om te verklaren waarom er verschillen in groeivoeten zijn tussen landen?

A

1- Kapitaalaccumulatie door een stijging van sparen
2- Een toename van de bevolking
3- Een toename in de technologische vooruitgang

23
Q

Wat gebeurt er met investeringen als een land meer gaat sparen volgens het Solow-model?

A

De investeringscurve verschuift omhoog (bv. van I1 naar I2), wat leidt tot een hogere kapitaalvoorraad en tijdelijk snellere economische groei.
De groei keert terug naar de oude groeivoet zodra het nieuwe steady state punt is bereikt; de groei is dus tijdelijk.

24
Q

Wat is het dubbele effect van een toename van de bevolking volgens het Solow-model?

A
  1. Meer menselijk kapitaal
  2. Minder fysiek kapitaal per eenheid arbeid (K/L daalt)
    Conclusie: de investeringen moeten toenemen om K/L constant te houden
25
Wat is de enige oorzaak van constante economische groei volgens het Solow-model?
Technologische vooruitgang
26
Waarom zorgt technologische vooruitgang voor constante economische groei?
Omdat het de productiviteit verhoogt, waardoor output per capita kan blijven stijgen.
27
Waarom heeft bevolkingsgroei een dubieus effect op economische groei?
Omdat het zowel positief (meer arbeid) als negatief (lagere K/L) kan uitpakken, afhankelijk van investeringen.
28
Welk model stelt het Solow model in vraag?
Het endogene groeimodel
29
Wat is het basisidee van het endogene groei model?
Economische groei beïnvloedt zelf ook bevolkingsgroei, sparen en technologische vooruitgang – het is een wisselwerking.
30
Hoe beïnvloedt economische groei de bevolkingsgroei volgens het endogene groeimodel?
In rijkere landen daalt het geboortecijfer per vrouw, terwijl armere landen hogere geboortecijfers kennen.
31
Wat is het verband tussen economische groei en het spaarpercentage volgens het endogene model?
Economische groei leidt tot meer welvaart, waardoor er meer gespaard en geïnvesteerd kan worden.
32
Hoe beïnvloedt economische groei technologische vooruitgang volgens het endogene groeimodel?
Rijkere landen kunnen meer investeren in R&D, onderwijs en innovatie, wat technologische vooruitgang stimuleert.
33
Waarom zijn endogene groeimodellen complexer dan het Solow-model?
Omdat ze de interactie tussen economische groei en haar determinanten meenemen, in plaats van deze als gegeven te beschouwen.
34
Hoe kan beleid groei beïnvloeden? (4)
* Investeringen Als mensen eigendomsrechten hebben, er politieke stabiliteit is, weinig corruptie is dan zijn mensen geneigd om te investeren. Als het land stabiel is worden ook buitenlandse investeringen aangetrokken * Menselijk kapitaal OH kan zorgen voor scholing en gezondheidszorg waardoor er meer menselijk kapitaal is * Technologische vooruitgang OH kan zorgen voor snellere technologische vooruitgang, R&D beleid, patenten * Buitenlandse handel Landen kunnen zich specialiseren en productiever worden
35