Module 1: Produits Flashcards
(189 cards)
een machine
une machine
een apparaat
un appareil
een werktuig
un outil
een huishoudelijk artikel
un ustensile
een systeem
un système
een nieuwigheid, iets nieuws
une nouveauté
een artikel
un article
een ding
une chose
een object
un objet
een uitvinding
une invention
een machine
une machine
Een gadget
Un gadget
Een accessoire
Un accessoire
toelaten/mogelijk maken om+ infinitief
permettre de + infinitif
iets toelaten/ mogelijk maken om + infinitief
permettre + article + substantif
dienen voor + infinitief
servir à + infinitif
iets toelaten/ mogelijk maken
servir à + article + substantif
nuttig zijn om
être pratique pour
met behulp van/ aan de hand van
à l’aide de
Dankzij
Grâce à
een functie
une fonction
gebruiken
utiliser
een gebruik
une utilisation
een gebruiker
un utilisateur/une utilisatrice