Module 4: Réseaux sociaux et campagnes d'influence Flashcards
(148 cards)
een bedrog, oplichterij
une arnaque
een geloofwaardigheid
une crédibilité
een uitdaging, een inzet
un enjeu
een vermoeidheid
une fatigue
een bewustwording
une prise de conscience
een trend
une tendance
een view (ici)
une vue
iemand meesleuren
entraîner quelqu’un
iets missen, iets mislopen
rater quelque chose
proberen om
renter de
zich verwonderen (op een positieve manier)
s’émerveiller
zich verspreiden
se répandre
beogen, streven naar
viser à
negatieve gevolgen hebben
avoir des retombées négatives
geneigd zijn om
avoir tendance à
achtergelaten worden
être laissé derrière
lof uitspreken, complimenten geven
faire des louanges
zijn eigen weg gaan, zijn eigen pas bewandelen
faire son petit bonhomme de chemin
zich laten verbinden
se laisser aveugler
meesurfen op de golf van, profiteren van de trend
surfer sur la vague de
daarentegen
tandis que
een nevel
une brume
een vriend
un pote
een doelpubliek
un public cible