Module 6.1- Referentiekader GBOR Flashcards

1
Q

Geef de stappen van de operationele activiteitencyclus

A
  1. Informatievergaring en verwerking
  2. Analyse en beoordeling
  3. Planning en orders
  4. Implementatie en uitvoering
  5. Evaluatie en bijsturing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Informatievergaring en verwerking:
Geef de 4 fasen van de Bestuurlijke informatiecyclus

A
  1. Leiding (verzamelen EEI’s, BEpad, opsporingsprogramma opstellen) -> KC, Dirco
  2. Opsporing vd informatie (info vergaren inzake entiteiten via OSINT, Organisatie, …) BIC - AIK
  3. Verwerking (evaluatie info, verkregen informatie wordt geverifieerd en indien correct wordt deze een inlichting, Bepad,…)
  4. Exploitatie vd inlichtingen (bewaren, verspreiden, ventileren) AIK
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welke niveau’s wordt de bestuurlijke informatiecyclus toegepast?

A

Strategisch = info inwinnen op lange termijn
Operationeel = Info over komende gebeurtenis
Tactisch = info tijdens gebeurtenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe verloopt de analyse en beoordeling binnen de operationele informatiecyclus?

A

Er gebeurt een risicoanalyse (4 M’s)
- Opdracht (Mission): Verwachtingen, doel, tolerantiedrempels, richtlijnen, …
- Dreiging (Menace): EEI, Aantal manifestanten, intenties, antecedenten
- Omgeving, terrein (Milieu): Reisweg, hindernissen, kritieke punten, maneuverruimte personeel en middelen
- Middelen: Samenstelling machten, actimodi, gebruikte middelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen een operatieorder en een maneuverplan?

A

Operatieorder = draaiboek waarin het volledige beheer van de gebeurtenis wordt weergegeven
Maneuverplan = verkorte versie van Operatieorder, gebruikt voor korte briefings op het terrein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke zijn de soorten orders?

A

Waarschuwingsorder
Integratieorder
Bewegingsorder
Particulier order
Staand order
Administratief order

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het doel van een waarschuwingsorder?

A

peleton zich laten klaar maken voor een opdracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het doel van een integratieorder?

A

Beweging onder de machten (bv sectie van peloton A naar B)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het doel van een bewegingsorder?

A

Briefing om een verplaatsing te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een particulier order?

A

Opdracht aan één specifieke sectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een maneuverplan?

A

Dit is een stramien/kader om briefings aan secties te geven (onder vorm TOUAC)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een staand order?

A

Een order dat vaak terugkomt (bv risicomatch KRC genk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke zijn de actoren bij implementatie en uitvoering?

A
  • Infoploegen (in burger, inzamelen info, anticiperen)
  • Onthaalpolitie (zichtbaar, aanspreekbaar, informeren, facitliteren, conflichtbeheersing)
  • Preventieve dispositieven (beschermende maatregelen om kritieke punten te beveiligen. bv verkeersploegen)
  • Interventiereserve (uit het zicht, evt met bijz middelen, korte kordate actie bij incidenten)
  • Commando (coördinatie van acties op het terrein, alg overzicht)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke zijn de preventieve actiemodi?

A
  • Kanaliseren
  • Escorteren
  • Patrouilleren
  • Afzonderen
  • Controleren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke zijn de reactieve actimodi?

A
  • Uiteendrijven
  • Terugdrijven
  • Omsluiten
  • Ontruimen
  • Doorzoeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Leg het ‘theoretisch referentiekader’ uit

A

= Driehoek FINALITEIT-REFERENTIEPUNTEN-POLITIEFUNCTIE

  • Finaliteit= Mensenrechten en grondrechten
  • Referentiepunten=Grondwet, EVRM, KB’s, MO, voetbalwet, Beleid, afspraken, …
  • Politiefunctie= hoe optreden als politiedienst volgens WGP, WPA, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef de verschillende te doorlopen stappen bij de activiteitencyclus met het oog op een ordedienst

A
  1. Starten met info (infogaring / infoverwerking)
  2. Analyse en beoordeling
  3. operatieorder (Planning /orders)
  4. wijze tussenkomen (implementatie / uitvoering)
  5. evaluatie (Bijsturing)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Leg uit het model van Waddington

A

Er zijn verschillende contexten waarin ordeverstoring kan voorkomen:
(SPCCSI)
- Structureel (lang aanslepend probleem)
- Politiek (verschil links-rechts)
- Cultureel
- Contextueel (nalv feiten uit het verleden, bv mijnwerkers die opnieuw staken)
- Situationeel (bv te weinig bussen)
- Interactioneel (bv middelvinger van een supporter naar de andere

Bij de voorbereiding van een orderdienst is het belangrijk de context van het conflict te kennen en uitlokkende factoren weg te nemen, zijnde de vlampunten of flaspoints. Een flashpoint is een actie die rechtstreeks tot geweld leidt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke zijn de soorten volkstoelopen en geef een voorbeeld

A
  • Toevallige Volkstoeloop
  • Recreatieve volkstoeloop
  • Protesterende volkstoeloop
  • Opstandige volkstoeloop
  • Rampen/onheil
19
Q

Wat is een volkstoeloop?

A

Een evenement waarbij een groot aantal personen op één plaats en tijdstip aanwezig zijn.

20
Q

Wat zijn de taken van de politie bij een toevallige en recreatie volkstoeloop?

A

Het handhaven van de OO

21
Q

Wat zijn de taken van de politie bij een protesterende volkstoeloop?

A

Voorwaarden scheppen waarin het protest kan plaatsvinden

22
Q

Wat is de taak van de politie in een opstandige volkstoeloop?

A

Het herstellen van de OO

23
Q

Waarom moet de politie voorbereid zijn op verschillende soorten volkstoelopen?

A

Omdat ze van de ene naar de andere soort kunnen overgaan (bv pukkelpopramp, betoging die uit de hand loopt, …)

24
Q

Welke zijn de operationele concepten?

A
  • Crowd repression
  • Crowd control
  • Crowd hospitality
25
Q

Wat is Crowd Repression of het offensief concept?

A

o Manifestant = vijand

o Isoleren van bepaalde zones op grote afstand van kritieke punten

o Vooral uitgaand van reactieve operaties

o Geen dialoog mogelijk

o Heden niet meer aanvaardbaar

o wordt hedendaags toegepast door het reservepeleton

26
Q

Wat is crowd control of het Defensief Concept?

A

o Institutionalisering: opgelegd vanuit de overheid

o Veel controles, veel versperringen, alles wordt afgelsoten. Men wil alles gaan beheersen

o Worst case: Uitgaan van het slechts mogelijke scenario – immense inzet politiemacht.

27
Q

Wat is crowd hospitality of gastheerschap?

A

o Heden = startconcept - kan evolueren naar overige concepten

o Gastheerschap / dienstverlening

o Partnership

o Aanspreekbaarheid

o Verantwoordelijkheid deels bij organisator leggen

o Er kan offensief opgetreden worden voor een deel (Neutrale zone ergens, of bepaalde doelroep aanpakken)

o Vb. betoging Brussel: start vanuit hospitality, kritieke punten : crowd control, terugdrijven: repression!

28
Q

Hoe wordt GGPZ in HO toegepast?

A

Gemeenschapsgerichte politie / Gastheerschap:

kleinere conflicten: opgelost door onthaalpolitie.

Indien iets grotere conflicten: meerdere ploegen onthaalpolitie.

Indien zij het probleem niet kunnen beheersen: interventiepolitie, na tussenkomst terugschalen naar onthaal politie

29
Q

Wie heeft de leiding of coördinatie over een ordedienst?

A

o Grondgebied één zone: leiding is voor KC, Dirco kan coördineren (steun ter plaatse te krijgen)

§ KC kan wel vragen dat leiding naar Dirco gaat.

o Grondgebied meerdere zones:

§ Bij incident meerdere zones kan de Dirco of HCP de leiding en coördinatie op zich nemen

30
Q

Wat is het verschil tussen leiding en coördinatie?

A

Leiding is de persoon die eindverantwoordelijke is voor de operaties/machten op terrein. Coördinatie is het samenbrengen van korpsen en/of capaciteit zoeken.

31
Q

Kan een Dirco de leiding nemen bij een activiteit in 1 zone?

A

Neen, De korpschef heeft de leiding maar de Dirco kan wel coördineren.

32
Q

Hoe verloopt de informatiestroom via BePAd?

A

Info uit PZ -> CSD -> AIK -> DAO

33
Q

Welke 2 soorten groeperingen ken je in GBOR?

A
  1. Drukkingsgroepen: groeperingen actief op politiek – socio-economisch vlak
    o Beperken tot strik noodzakelijke
    o Vb. Voetbalclub, kaartclub, fietsclub, …
    o Enkel info bij organisatie evenementen
  2. Groeperingen met bijzonder belang voor openbare orde

o Lijst door Min BinZa = geheim
o = Subversieve (staat willen ondermijnen), schadelijke sektarische, terroristische groeperingen, extreme/radicale groeperingen
o Opvolging is toegestaan

34
Q

Welke personen kunnen in het kader van GBOR gevolgd worden?

A
  • Leden van te volgen groeperingen
  • Personen betrokken bij evenementen van OO
  • Personen waarbij een onderzoek lopende is
  • min 16j oud
35
Q

Welke plaatsen kunnen in het kader van de bestuurlijke informatiecyclus opgeslagen worden?

A
  • Plaatsen waar een te volgen groepering actief is
  • Plaatsen waar er een dreiging voor de OO is.
36
Q

Welke bijzondere groepen bestaan er binnen de ‘te volgen groeperingen’?

A
  • PLAN R: opvolging van radicale groeperingen
    -> binnen Plan R : Te volgen FTF
37
Q

Wat is de NTF?

A

De Nationale Taskforce fungeert als overlegplatform voor de opvolging van Foreign Terrorist Fighters, Homegrown Terrorist Fighters en Haatpropagandisten en is voorgezeten door het OCAD.

(leden:
het Openbaar Ministerie
de inlichtingendiensten: de Veiligheid van de Staat en de militaire inlichtingendienst ADIV;
de politiediensten (federaal en lokaal)
de FOD Buitenlandse Zaken
de FOD Binnenlandse Zaken met de Algemene Directie Veiligheid en Preventie; de Algemene Directie van de Dienst Vreemdelingenzaken; de Algemene Directie van het Nationaal Crisiscentrum
de FOD Justitie met het Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen; de Dienst Erediensten en Vrijzinnigheid en de Cel Terrorisme en Gewelddadige Radicalisering;
de FOD Financiën met de Cel voor Financiële Informatieverwerking
de Vlaamse Overheid
de Federatie van Wallonië-Brussel
het Waalse Gewest
de Duitstalige Gemeenschap
het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest)

38
Q

Wat is de LTF?

A

De lokale taskforce doet aan opvolging van Foreign Terrorist Fighters, Homegrown Terrorist Fighters en Haatpropagandisten met nationale en lokale veiligheidspartners. Staatsveiligheid neemt tevens deel, net als de IO

39
Q

Wat is de LIVC?

A

Lokale Integrale Veiligheidscel. Terwijl een LTF de nadruk legt op het uitwisselen van informatie in een veiligheidscontext, hanteren LIVC’s een sociaal-preventieve aanpak. Sociale lokale partners werken er samen met de lokale politie die zowel in de LTF als de LIVC een vertegenwoordiger afvaardigt, een zogenaamde information officer. Hij verbindt als het ware beide lokale overlegplatformen.

40
Q

Wat is TAFORALIM?

A

= TASKFORCE RADICALISME LIMBURG

41
Q

Wat is het verschil tussen OCAD en ADCC?

A

OCAD = Het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse : bepaalt dreigingsniveau
o Krijgen informatie vanuit de LTF
o Bij een evenement kan je OCAD verzoeken een dreigingsniveau te bepalen

ADCC = Algemene Directie Crisiscentrum
Koppelt maatregelen aan de dreigingsanalyse

42
Q

Uit welke soorten dispositieven/eenheden is een operatie opgesteld / noem de type-eenheden die in plaats gesteld worden bij een OD?

A
  • Infoploegen:
    inzamelen informatie
    maakt anticipatie op incidenten mogelijk
  • Onthaalpolitie
    zichtbaar, aanspreekbaar, in kleine groepen
    informeren, faciliteren, conflictbeheersing
  • Preventieve (defensieve) dispositieven
    beschermende maatregelen om kritieke punten of zones te beveiligen, toegangen controleren (isolatieperimeter)
  • Interventiereserve
    uit het zicht opgesteld, evt versterkt met bijzondere middelen
    korte kordate actie bij incidenten
  • Commando
    coördinatie en leiding van de acties op het terrein
    algemeen overzicht
    verbindingsofficieren op het terrein (LO’s)
  • Logisitieke ploegen
    radiotechniekers, mobiele kantine, sanitaire voertuigen,…
  • Verkeersdispositieven
    vooral om niet-betrokkenen en deelnemers van elkaar te scheiden
43
Q

Wat is de taak van Sunray (Pltcommandant)

A

verloop OD: volgen en aanduiden op de kaart

opdracht: 5’ beoordelen, 5’ briefing, 2’ IPS

onderhandelen met Man

44
Q

Wat is de taak van de Adjunct PLtcdt (Minor)

A

verzamelen Pl, inspectie Mat en Pers

Mov naar VwVzZ

Informeert Sunray over oriëntatie en positie

Ontplooit dispositief