nederlandse woorden 5 Flashcards
(9 cards)
1
Q
brainstormen
A
spontaan op ideeën laten opkomen
2
Q
crowdfunding
A
een project waarbij een grote groep mensen samen een bedrag investeert in een nieuw bedrijf discrepantie verschil, een situatie waarbij 2 dingen niet overeenkomen
3
Q
dispenser
A
een houder of bus waaruit je de inhoud kan halen door bijvoorbeeld op een knop te drukken
4
Q
elkaar bijten
A
elkaar in de weg zitten
5
Q
inboedel
A
alle spullen in en om een huis, die niet vast zitten
6
Q
marketing
A
alles wat een bedrijf doet om spullen en diensten te verkopen
7
Q
niche
A
kliene sector waarin producten of diensten worden aangeboden waar maar beperkt vraag naar is
8
Q
regulier
A
gewoon, normaal
9
Q
vitrine
A
vitrine