nederlans woorden Flashcards
(12 cards)
1
Q
auto-immuunaandoening
A
ziekte die het afweersysteem van het lichaam aantast
2
Q
dwars
A
onvriendelijk, onhandelbaar
3
Q
een stap verwijderd zijn van
A
bijna op het punt zijn dat
4
Q
een toespeling maken op
A
een indirecte opmerking maken over iets of ieman
5
Q
obees
A
lijdend aan ernstig overwicht
6
Q
obees
A
lijdend aan ernstig overwicht
7
Q
perspectief
A
punt van waaruit je iets bekijkt
8
Q
perspectief
A
punt van waaruit je iets bekijkt
9
Q
promoten
A
ergens reclame voor maken
10
Q
semi-
A
half
11
Q
stigmatiseren
A
brandmerken, ten onrechte een slechte reputatie bezorgen
12
Q
verweesd
A
zonder ouders