Oefentherapie Flashcards
(91 cards)
Verloop weerstandscurve w bepaald door
- grootte W
- moment W = momentarm, Fr, FF
- snelheid beweging
- absolute grootte W bepaald door type trainingsmateriaal
- 1kg blijft zelfde bij halter, manchet, TA
- 1kg verandert bij elstisch materiaal => exponentiele stijging W
- isokinetisch toestel: W aangepast aan kracht (meer F = meer W)
moment v W
- effect v W niet alleen afhankelijk v absolute grootte
- ook afh v moment dat uitoefent op gewricht
- moment bepaald door d (momentarm = loodrechte afstand as v rotatie tot werklijn W)
- bij gebruik van variabele W is moment ook bepaald door type materiaal
- moment W = W * d
- maximaal bij hoek tss segment en werklijn = 90° , 0 bij 0°/180° (bij segmentair gewicht = halter, manchet)
- bij TA / touw / TB: moment max bij 90° tss touw en segment => d maximaal.
Ontbinding F van de W
- d maximaal: Fr grootst
- d = 0: FFc maximaal, Fr = 0
- Fr = loodrecht op segment (max bij a=90°, 0 bij a=0°/180°), component v W die overwonnen moet worden om beweging te initiëren
- Ff = component volgens richting v bewegend segment (max bij a=0°/180°), approximatie/compressie (als component naar egwricht is gericht) of tractie (weggericht)
- tractie of compressie kunnen afhankelijk zijn van gebruikte trainingsmateriaal bij zelfde soort oefening.
- tractie: bij hoge pijnintensiteit, zwelling, activiteitsgericht soms (bv dragen tas)
- compressie: bij initiële fase instabiliteit, KB revalidatie, activiteitsgericht (bv gangrevalidatie)
Invloed snelheid op weerstandscurve
- verwaarloosbaar bij trage bewegingen (bv ademhaling)
- snelle beweging: inertie/traagheid => beïnloedt W bij start en einde
- start: traagheid geeft extra W
- einde: traagheid geeft lichter gevoel
- bv. werpen, schoppen
- tijdig afremmen = extra inspanning (bij krachtige worp)
- ZIE ILLUSTRATIE P146
Spierkrachtcurve
- bepaald door:
1. lengte spier (spanningsdiagram)
2. invalshoek spier
3. antagonisten
4. snelheid beweging
Lengte-spanningsdiagram spier
- capaciteit om F te ontwikkelen is afh v lengte waarop spier moet werken
- # sarcomeren in serie bepaalt tot afstand v verkorting/verlengen en lengte v hoogste F ontwikkeling
- meeste F in iets uitgerokken toestand, neemt af bij verkorten => positie met hoogste F = rustlengte
Invalshoek
- anatomich bepaalt, varieert ifv beweging
- analoog aan momentrm/lastarm heeft spier: machtsarm = m (bepaalt door invalshoek)
- hoe kleiner hoek van insertie, hoe groter Fc
- 90° => grootste m
- groter dan 90° => Ftractie
Hierdoor geen algemene spierkrachtcurve tekenen.
- Lokale spieren: scherpe invalshoek want liggen dicht tegen gewricht aan => stabiliserend
- Globale spieren: andersom
- stabiliserende spieren: F vooral bepaald door lengte v spier
- globale spieren: F vooral bepaald door invalshoek
Antagonisten
- spier werkt nooit in isolatie
- anatgonisten licht mee actief => co-contractie ter stabilisatie
- zo snel van richting veranderen en stabiel bewegen
- meer uitgesproken tijdens grote, snellere, preciese bewegingen
- afremmen = 10-20%1RM
Kracht-snelheidsdiagram = force-velocity curve
- spier matcht absolute kracht met opgelegde belasting
- deze actieve kracht past snelheid v contractiele systeem aan
- externe belasting klein => actieve kracht klein
- hoog => actieve kracht hoog door snelheid te vertragen
- door vertragen: meer tijd om spanning te ontwikkelen tijdens concentrische contractie
- excentrisch: verhogen snelheid = toename kracht
- Dus: snelle concentrische contr = lage F
- Dus: snelle exc contr = hoge F
- Dus: spier conc aan hoge snelheid kan minder W verplaatsen dan trage
- Dus: spier snel exc kan meer W verplaatsen dan trage
Trainingsmateriaal 1
Los trainingsmateriaal
1. halters
1. manchet: kan je verzwaren door meer zakjes te gebruiken
1. TB:
- individuele kracht-elongatiecurve => geeft weer hoe snel W stijgt, zware zal bv snel toenemen in W tov lichte
- hieruit voorspellen welke F zal ervaren worden op specifieke lengte
- bv. blauw: 0.5m => +200% = 1,5m 5kg, + 300% = 2m 7kg…
- bij dubbel gebruik: dubbele kracht
- absolute W blijft stijgen, ook wnr d terug daalt en dus moment daalt => stijgend dalende weerstandscurve
Trainingsmateriaal 2
Trekapparaten
- vertikaal, horizontaal, explosief (snelkracht) TA
- in station
- of gecombineerd
- TA met pneumatische W en veel vrijheidsgraden => keiser
- iso-inertiële vliegwieltraining desmotec => geeft zelfde W terug als heen => concentrisch en excentrisch
Krachttrainingstoestellen:
- isokinetische dynamometer: op voorhand in te stellen constante snelheid
- krachttrainingstoestellen: leg extension, leg press, pussy machine…
Apparaten voor suspensietraining:
- kooi van rocher: bij P met spierkrachtwaarde 2-3 => Fz gedeeltelijk uitschakelen door LM in suspensie te brengen
- TRX-aerosling
- redcord
Dosering
belastbaarheid:
- afh v genetice en biologie
- voor alle weefsels
- belasting < belastbaarheid => functie normaal
- overschreden = inflammatie-, overbelastingsreactie of falen
- belasting-belastbaarheidsmodel, belangrijk bij primaire, secundaire, tertiaire… blessurepreventie
1e behandeling van onevenwicht belasting-belastbaarheid:
- symptomatisch + vermindering belasting => geen lange termijn oplossing
Lange termijn!:
- verhoging belastbaarheid
- wet van wolff => bindweefsel heeft het vermogen zich aan te passen aan opgelegde functie en eisen
- BW aanpassingen bij immobilisatie en training (atrofie, behoud, hypertrofie, letsel, dood…
- niet bij passiever therapieën => oefentherapie! => verbetering belastbaarheid & functie
- verhogen van belastbaarheid op verschillende manieren definiëren, afh v weefsel
- pezen & ligamenten: verhogen trekkracht
- gewrichten: grotere belasting ondergaan/meer stress weerstaan
- ADL belasting overschreid belastbaarheid bij patiënten
=> belasting ADL verlagen (bv. relatieve rust, taping, …)
=> beperking later afbouwen & functieherstel & hogere belastbaarheid via oefentherapie
Lange termijn doelstellingen
- belastbaarheid verhogen => grotere belasting opvangen
- niet overdoseren (belastbaarheid overschreden), en onderdoseren (geen juiste adaptatie) => balans!
3 principes als basis voor voor dosering:
1. belastbaarheid weefsel, pathologie, fase van weefselherstel, postop beschermen
2. pijn
3. algemene conditie
=> Bij deze 3 stilstaan bij aanleren van elke nieuwe oefening obv beoogde doel. Daarna speceficiëren (dosage, modaliteiten…)
1RM
- rep maximum dat 1 x overwonnen kan worden in een beweging.
- Afleidingen: zie tabel.
Belastbaarheid weefsel
- moeilijk in te schatten => laag gedoseerd ebginnen en kijken naar respons
- dan pas opbouwen naar ivereenkomst belasting x belastbaarheid
Actualiteit klacht:
- hoge irriteerbaarheid: pijn ‘s nachts, in rust, wijd verspreid, hoge intsensiteit VAS => LAAG doseren
- lage irriteerbaarheid: lokale pijn, lage I VAS, geen pijn ‘s nachts, in rust => hoger doseren
- 1e fase weefselherstel = inflammatie => laag, lage belastbaarheid
- activiteitenniveau ADL bevragen & provocatie =>inschatting reactie van letsel op belasting
- operatie: afh van chriurgie => postoperatieve protocols raadplegen bij arts. Pijn is geen indicatie, indien geen pijn, toch opletten want postop beschermen!
=> Allemaal uit anamnese halen
Pijn monitoren en bepalen of dit toegestaan is tijdens oefentherapie
basisregel: pijn max 3/10 tijdens oefening (lage intensiteit)
- geen hoge pijn => doseren met lager gewicht, minder reps/sets…
- evolutie pijn tijdens en na oefening evalueren
- afname tijdens oef is goed
- toename met meer reps => oef aanpassen & dosering verlagen
- na oef pijn ook evalueren => max 3/10 (licht) en na max 24u verdwenen!
- indien langer dan 24u / hoger dan 3/10 => oefendosering aanpassen
- GELDT NIET POSTOP! => voorschrift heeft voorrang op pijn
- chronische pijn: specifieke voorschriften mbt pijncontrole bij oefentherapie
Algemene conditie patiënt
- motorische vaardigheden
- aerobe conditie
- spierkracht
=> oudje niet zelfde oef als Manu het beest geven
kinetische keten
- definitie
- aaneenschakeling van
- scharnieren = gewrichten
- segmenten = beenderen
- geheel van individuele gewrichten
- bv. scharnier knie, segment tibia + fibula, scharnier enkel - functie
- geisoleerde bewegingen komen bijna nooit voor
- funcitonele ADL bewegingen = allemaal in ketens
- pathologie in 1 scharnier van schakel gaat doorgeven naar andere = afhankelijk-compensatoir
=> andere schakel kan het eerst begeven
=> omdat overige schakels beperking opvangen
eigenschappen/voorwaarden van kinetische keten
1 proximale stabiliteit voor distale mobiliteit
- rompstabiliteit
- proximaal = alles weg van bepaald gewricht vb: heup proximaal van elleboog bij werpen
2 stabiel steunvlak
3 energie transfer
- grondreactie krachten worden doorgeven naar distaal
- tijdens doorgave = versterking door lokale spieractivatie
- summatie doorheen gehele keten = zweepslag effect (kracht, precisie snelheid)
–> bijdragend deel wordt progressief minder
altijd nood aan 6vrijheidsgraden: 3 translaties & 3 rotaties
bv. arm: 3 schouder + 1 elleboog + 1 onderarm + 1 pols =7 (1 reserve) => liefst distaal amputeren
open & gesloten kinetische keten
- gesloten
- proximale en eindsegment kan niet bewegen, gesteund op bewegend of niet bewegend opp
- meerdere gewrichten worden tegelijk bewogen = segment-overschrijdende spieractivatie
- schakels & segmenten kunnen niet onafhankelijk van elkaar bewegen
- houden elkaar immobiel => economisch E verbruik, nooit in menselijk lichaam
- totale ROM is kleiner als sommen van gewrichten appart
- steeds axiale belasting = approximaite = gewrichtsvlakken naar elkaar toe
- functionele belasting van OL - open
- eindsegment kan vrij bewegen
- 1 segment kan tegelijk bewegen en geïsoleerde spieractiviteit is mogelijk, bv. werpen met enkel beweging in schouder, wel inefficiënt
- schakels & segmenten kunnen onafhankelijk van elkaar bewegen
- totale ROM = sommen van gewrichten appart
- eerder trek & afschuif krachten in gewricht
- functionele belasting van BL
approximatie
- gesloten keten
- altijd enige vorm van steunname
- zorgt voor compressie van gewricht
- voordeel = meer stabiliteit in gewricht, veiligheidsgevoel
- nadeel = mogelijks pijn bij te grote steunname & weinig variatie
–> meer variatie door gesloten keten met beweegbaar opp. - open keten
- geen approximatie
- enkele trek- & afschuifkrachts = rol-glij - Therapie
- vaak starten in gesloten keten, afh v omstandigheden - GKK met beweegbaar opp
- combinatie v voorgaande eigenschappen
- approximatie
- schakels en segmenten afhankelijk v elkaar tijdens beweging
- eindsegment bewegen => functioneler voor OL en BL
- grotere beweegbaarheid dan GKK, kleiner dan OKK
kinetische ketens sport
- duidelijk onderscheid
- gewichtheffen = OL gesloten
- handbal = BL open - verschillende
- lopen = open zwaaifase & gesloten steunfase
- springen
- zwemmen = bewegen door water = OKK, afstoot op water = GKK
- gymnastiek = handensteun = GKK, armbeweging = OKK - vereenvoudiging
- meeste sporten die gemengd zijn worden toch gesloten genoemd
- door veel hogere belasting tijdens gesloten keten (bv. lopen, springen…)
co-contractie in kinetische ketens
- verschillen
- gesloten keten = meer co-contractie van stabiliserende spieren
- snellere bewegingen = meer co-contractie
–> bij gesloten keten van stabiliserende spieren
–> bij open keten van antagonisten voor afremming = deceleratoren - studie hamstrings knie bij squat
- hogere hamstringsactiviteit dan in open keten
- knie stabiliteit bewaren
- vooral bij 30° flexie = LPP met minste stabiliteit van kapsel
- hulp voor ACL = afglijden van femurcondylen naar anterior - studie schouder bij push-up
- co-contractie van rotator cuff zpieren
- als op 1 hand staan = meer activatie van m. infraspinatus
krachtontwikkeling in kinetische ketens
- moment ontwikkeling
- studie van knie: open keten leg-extension vs gesloten keten leg press
- leg-extension = 90° -> maximale extensie stijgend moment
- leg-press = 90° -> maximale dalend stijgend moment
- leg-press is functioneler
- leg-extension is beter voor geïsoleerde krachttraining - spieractiviteit
- elevatie van arm
- gesloten keten vs openketen
–> gesloten keten minder activatie van m. supraspinatus, maar co-contractie komt ten goede
- gesloten keten oefening kan gebruikt worden in protectieve fase - proprioceptie
- gesloten keten stimuleert intra- & peri-articulaire mechoreceptoren & proprioreceptoren
- gesloten keten oefeningen beter voor proprioceptie oefeningen
neuromusculaire coördinatie in functionele revalidatie
- specificiteit van training
- krachtwinst van een oefenprogramma = specifiek uitgevoerde bewegingen
- gedaalde transfer naar andere maar verwante oefeningen - mechanisme = neuromusculaire coördinatie
- vermogen van zenuwstelsel om:- correcte & gecoördineerde manier
- verschillende spieren laten samenwerken
=> optimalisatie van intra- & intermusculaire coördinatie