Oog Flashcards
(454 cards)
Wat is het netvlies (retina)?
Onderdeel van het centraal zenuwstelsel (diencephalon), bestaande uit meerdere lagen die licht verwerken. Het is geen simpele lichtsensor zoals een camera, maar een actief verwerkingssysteem.
Uit welke 5 lagen bestaat de retina?
3 nucleaire lagen (fotoreceptoren, bipolaire en ganglioncellen) en 2 plexiforme lagen (synapsen tussen de cellen).
Waar bevinden zich de staafjes en kegeltjes in de retina?
Staafjes bevinden zich perifeer en zijn gevoelig voor zwak licht; kegeltjes bevinden zich centraal (vooral in de fovea) en zijn verantwoordelijk voor kleur- en detailwaarneming.
Wat zijn de twee hoofdsystemen in de retina?
Het directe signaalsysteem (rechtstreeks signaal via fotoreceptoren → bipolaire cellen → ganglioncellen) en het laterale integratiesysteem (horizontale en amacriene cellen die signalen moduleren).
Welke onderdelen vormen een visueel pigment?
Opsine (bepaalt golflengtegevoeligheid) en retinal (zorgt voor fotochemische reactie bij lichtinval).
Wat is rodopsine?
Het fotopigment van staafjes, maximaal gevoelig bij 496 nm (blauw licht), geen kleurperceptie mogelijk.
Welke types kegeltjes bestaan er en waarvoor zijn ze gevoelig?
S-kegels (426 nm, blauw), M-kegels (530 nm, groen), L-kegels (557 nm, rood). Samen dekken ze het zichtbare kleurenspectrum.
Wat gebeurt er met de fotoreceptor bij lichtinval?
De cel hyperpolariseert (Na⁺ en Ca²⁺ kanalen sluiten), glutamaat-afgifte daalt, wat leidt tot signaalverwerking.
Wat is dark current in fotoreceptoren?
In het donker blijven Na⁺ en Ca²⁺ kanalen open, wat leidt tot depolarisatie en continue afgifte van glutamaat.
Wat is de functie van horizontale cellen?
Ze integreren signalen van meerdere fotoreceptoren en creëren ‘surround’-effecten in receptieve velden van bipolaire cellen.
Wat zijn de functies van bipolaire cellen?
Ze verbinden fotoreceptoren met ganglioncellen, hebben center-surround receptieve velden en werken met graduele potentialen.
Wat is het verschil tussen midget en diffuse bipolaire cellen?
Midget: hoge spatiële resolutie, kleurwaarneming; Diffuse: lage resolutie, geen kleurwaarneming.
Wat doen ON- en OFF-bipolaire cellen?
ON-cellen reageren op licht in het centrum; OFF-cellen op donkerte. Ze vormen de basis voor contrastdetectie.
Hoe zijn staafjes verbonden in het retinale circuit?
Alleen via ON-bipolaire cellen en amacriene cellen naar ganglioncellen, zonder directe verbinding.
Wat is de functie van amacriene cellen?
Ze schakelen tussen bipolaire cellen (met staafjes) en ganglioncellen. Reageren bij verandering (licht aan/uit).
Wat is de rol van ganglioncellen?
Zij zetten de verzamelde informatie om in actiepotentialen en sturen die via de nervus opticus naar de hersenen.
Wat zijn melanopsine-ganglioncellen?
Fotosensitieve ganglioncellen die direct op licht reageren. Betrokken bij fysiologische functies zoals pupilreflex en dag-nachtritme.
Wat is de functie van het retinale pigmentepitheel (RPE)?
Fagocytose van gebruikte fotoreceptorschijven, aanvoer vitamine A en absorptie van ongebruikt licht.
Wat is een ERG (Electroretinogram)?
Een klinische techniek die elektrische activiteit van retina meet om functiestoornissen te detecteren.
Wat is kleur in visuele perceptie?
Een combinatie van golflengte (hue), saturatie (kleurzuiverheid) en helderheid (luminantie).
Wat zijn de drie soorten dichromatie?
Protanopie (rood), deuteranopie (groen), tritanopie (blauw): elk ontbreekt één fotopigment.
Bij protanopen is de luminantiefunctie verschoven naar kortere golflengtes. Hierdoor zien zij bepaalde golflengtes niet (bijv. rode laserpunt van 660 nm, remlichten). Protanopen lijkt alles donkerder door verschuiving van de luminantie curve
Wat is het verschil tussen dichromaten en anomale trichromaten?
Dichromaten missen een fotopigment; anomale trichromaten hebben verschoven absorptiecurves van een pigment.
Wat toont de Ishihara-test aan?
Kleurenzienstoornissen door het gebruik van cijfers op een confusielijn, die onzichtbaar zijn voor dichromaten.
Wat is contrastgevoeligheid?
Het vermogen om verschillen in luminantie (lichtintensiteit) waar te nemen – essentieel voor vormwaarneming.