p.78-82 Flashcards
(157 cards)
1
Q
mannelijk (biologisch)
A
male
2
Q
mannelijk (cultureel)
A
masculine
3
Q
vrouwelijk (biologisch)
A
female
4
Q
vrouwelijk (cultureel)
A
feminine
5
Q
biologisch geslacht
A
sex
6
Q
cultureel geslacht
A
gender
7
Q
transseksueel
A
transsexual/ transgender
8
Q
interseksueel
A
intersex
9
Q
non-binair
A
non-binary
10
Q
heteroseksueel
A
heterosexual/ straight
11
Q
homoseksueel
A
homosexual/ gay
12
Q
lesbisch
A
lesbian
13
Q
biseksueel
A
bisexual
14
Q
aseksueel
A
asexual
15
Q
etnische achtergrond, etnische groep
A
ethnicity
16
Q
van gemengde afkomst
A
multiracial, mixed race, biracial
17
Q
afkomst (genetisch)
A
ancestry
18
Q
voorouders
A
ancestors
19
Q
een achtergrond
A
a background
20
Q
cultuur
A
culture
21
Q
cultureel
A
cultural
22
Q
subcultuur
A
subculture
23
Q
een minderheid
A
a minority
24
Q
een meerderheid
A
a majority
25
fit, gezond
able-bodied
26
een beperking, handicap
a disability
27
met een beperking
disabled
28
een (mentale) stoornis
a (mental) disorder
29
met overgewicht
overweight
30
met ondergewicht
underweight
31
ondervoed
malnourished
32
hongersnood
famine
33
de arbeidsklasse
the working class
34
de middenklasse
the middle class
35
de hogere middenklasse
the upper middle class
36
de lagere middenklasse
the lowr middle class
37
een hogere klasse
the upper class
38
(een) inkomen
(an) income
39
armoede
poverty
40
geletterdheid
literacy
41
geletterd
literate
42
analfabetisme
illiteracy
43
analfabeet/ongeletterd
illiterate
44
het opleidingsniveau
the level of education
45
geschoold
educaed
46
ongeschoold
uneducated
47
christelijk
Christian
48
een christen
a Christian
49
het christendom
Christianity
50
joods
Jewish
51
een jood
a Jew
52
het jodendom
Judaism
53
islamitisch
Muslim
54
een moslim
a Muslim
55
de islam
Islam
56
atheïstisch
atheist
57
een atheïst
an atheist
58
het atheïsme
atheism
59
agnostisch
agnostic
60
spiritueel
spiritual
61
de spiritualtiteit
spirituality
62
theologie
theology
63
een gemeenschap
a community
64
de comfortzone
the comfort zone
65
vervreemding
alienation
66
vervreemd
alienated
67
een verhalenverteller
a storyteller
68
een discours
discourse
69
verhaal
a narrative
70
een stereotypering
a stereotype
71
de afschildering, de manier waarop iets of iemand wordt voorgesteld
a portrayal
72
propaganda
propoganda
73
een misvatting
a misperception
74
een voorstander
an advocate
75
pleiten voor
to advocate (for something)
76
verdraaien, verkeerd voorstellen
to distort
77
wederzijds
mutual
78
iets gemeenschappelijks, een punt van overeenkomst
a commonality
79
aanvaarding
acceptance
80
aanvaarden
to accept
81
vertrouwd, gebruikelijk
familiar
82
een vluchteling
a refugee
83
een vluchtelingenkamp
a refugee camp
84
een asielzoeker
an asylum seeker
85
migratie
migration
86
massamigratie
mass-migration
87
een migrant
a migrant
88
een immigrant
an immigrant
89
een emigrant
an emigrant
90
door de paspoortcontrole geraken
to clear/pass immigration
91
immigratiebeleid
immigration policy
92
een visum
visa
93
94
naturalisatie aanvragen
to apply for citizenship
95
(ont)vluchten
to flee
96
verlaten, achterlaten
to leave
97
verhuizen
to move (house)
98
rondtrekken
to move around
99
een vlot
a raft
100
een rubberbootje
a dinghy
101
een grens
a border
102
grensbewaking
border control
103
een kosmospoliet, een wereldburger
a cosmopolitan
104
kosmopolitisch
cosmopolitan
105
mensenrechten
human rights
106
107
een mensenrechtenactivist
a human rights activist
108
een interview afnemen
to conduct an interview
109
een interviewer
an interviewer
110
een geïnterviewde
an interviewee
111
hoffelijk, beleefd
courteous
112
hoffelijkheid
courtesy
113
lichaamstaal
body language
114
oogcontact maken
to make eyecontact
115
oogcontact aanhouden
to maintain eye contact
116
naar voor leunen
to lean forward
117
aandachtig luisteren
to listen attentively
118
aanmoedigen
to encourage
119
achtergrondinformatie verstrekken
to provide background information
120
intonatie
intonation
121
monotoon
monotonous
122
een journalist
a journalist
123
journalistiek
journalism
124
iets fraaier voorstellen
to emblish something
125
met/zonder franje
(un)embelished
126
onderzoek
research
127
onderzoeken
to research
128
onderzoek doen
to do research
129
een onderzoek
a study
130
zwaarder doorwegen dan
to outweigh
131
koesteren, bevorderen
to foster
132
een opdracht
an assignment
133
menselijkheid
humanity
134
het lachen
laughter
135
twintig, tal van
a score
136
buitenlands
foreign
137
een buitenlander
a foreigner
138
een landgenoot
a fellow countryman/ -woman
139
taal
tongue
140
een oplichter
a swindler
141
mensensmokkel
human trafficking
142
een mensensmokkelaar
a human trafficker
143
fatsoenlijk
upright
144
kwetsbaar
vulnerable
145
onderhandelen
to negotiate
146
niet op zijn/haar gemak, ondersteboven
unsettled
147
uitgeput
exhausted
148
een bloedblad
carnage
149
ongewapend
unarmed
150
gewapend
armed
151
een verraad
a betrayal
152
bitterheid, rancune
rancour
153
vijandigheid
hostility
154
een menigte, bende
a mob
155
een rel
a riot
156
een menselijke ketting
a human cordon
157
het agnosticisme
agnosticism
