voc. p.26-28 Flashcards

(95 cards)

1
Q

aanstellen

A

to appoint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

evalueren, beoordelen

A

to assess

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een solicitatiegesprek houden

A

to interview

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aanwerven

A

to recruit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

aanwerving

A

recruitment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ermee aan de slag gaan

A

to run with something

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een strikte aanwervingsprocedure

A

a rigorous hiring process

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

soliciteren

A

to apply

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een solicitant

A

an applicant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

een solicitatie(gesprek)

A

an application (interview)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

een kandidaat-leraar

A

a prospective teacher

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bijdragen

A

to contribute

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

inspraak hebben in

A

to have a voice in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

betrokken zijn bij

A

to be involved

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

in de jury zitten

A

to be on a (selection) panel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

variëren in leeftijd

A

to range in ages

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

een (assisent) schoolhoofd

A

a(n) (assistant) principal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

een schooldirecteur

A

a headmaster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

het ondersteunend personeel

A

the support staff

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

het lerarenkorps

A

the teaching staff

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

werkzaam zijn

A

to be employed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

tewerkstelling

A

employment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

een werknemer

A

an employee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

een werkgever

A

an employer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
wederzijds respect mogelijk maken
to allow for mutual respect
26
een (goede) verstandhouding krijgen
to develop a (good) rapport
27
(eigenschappen) aftasten
to explore (attributes)
28
(ideeën) weerspiegelen
to mirror (ideas)
29
bekommernissen oproepen
to raise concerns
30
toegankelijke
approachable
31
(weinig) begripvol
(un)sympathetic
32
streng, strikt
severe
33
deskundig, goed op de hoogte, inhoudelijk sterk
knowledgeable
34
goed zijn in (heel enthousiast lesgeven)
to be great at (teaching enthusiastically)
35
iets grondig beheersen
to have a thorough command of something
36
bekwaam (om), competent
capable (of)
37
storend gedrag weten aan te pakken
to manage disruptive behaviour
38
goed omgaan met
to deal well with
39
vindingrijk
resourceful
40
vernieuwende lesmethode
innovative teaching methods
41
tot leven brengen
to bring to life
42
krachtig, levendig
vivid
43
zich betrokken voelen bij
to engage with
44
inspirerend
inspiring
45
aanmoedigend
encouraging
46
geestig --> humor
wit --> humour
47
boos reageren
to react angrily
48
doelen stellen
to set goals
49
horizonten verbreden
to expand horizons
50
verbazen (grote ogen doen openzetten en de mond laten openvallen)
to make eyes widen and mouths drop
51
de kijk veranderen, het anders benaderen
to change perspective
52
iemand zich op het gemak doen voelen
to make somebody feel comfortable
53
op noden reageren
to respond to needs
54
oefenen
to practise
55
kennis verwerven
to acquire knowledge
56
vaardigheden
skills
57
samenwerken
to cooperate
58
de regels gehoorzamen
to obey the rules
59
oefeningen maken
to do excercises
60
opdrachten afwerken
to complete tasks
61
plichsbewust
dutiful
62
informatie verwerken
to process information
63
opnieuw bekijken
to review
64
verhogen, verbeteren
to enchance
65
motivatie
motivation
66
gemotiveerd
motivated
67
instructies negeren
to ignore instructions
68
instructies opvolgen
to follow instructions
69
respectloos zijn
to be disrespectful
70
beledigende taal gebruiken
to use offensive language
71
kleuterschool
nursery school
72
lagere school
primary school
73
middelbaar onderwijs
secondary school
74
onafhankelijk (van de overheid)
independent
75
gemend, voor jongens en meisjes
co-educational
76
een kostschool, internaat
a boarding school
77
een middelbare school die alle leerlingen toelaat
a comprehensive school
78
een school die leerlingen selecteert via toetsen
a selective school
79
buitenschools
extra-curricular
80
inclusief, open
inclusive
81
een privéschool
a public school
82
exclusief
exclusive
83
inschrijvingsgeld
a fee
84
onderwijs(geld)
tuition
85
kost en inwoon
board
86
een studieprogramma, leerplan
a curriculum
87
een beleid
a policy
88
gedragsregels
rules of conduct
89
nablijven
detention
90
niet slagen
to fail
91
slagen
to pass
92
een studiebegeleider
a tutor
93
herhalen, opnieuw studeren
to revise
94
een leraarskamer
a staffroom
95
een speelplaats
a playground