voc. p. 58-61 Flashcards

(116 cards)

1
Q

een blindengeleidehond

A

a guide dog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

slechtzienden (3)

A

-visually impaired people
-partially sighted people
-people with vision impairment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

obstakels omzeilen

A

to navigate around obstacles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

een botsing vermijden

A

to avoid a collision

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

een ingang of een uitgang vinden

A

to find an entrance or an exit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

een lege stoel

A

an empty seat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een vrije plaats

A

an unoccupied area

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

stoppen

A

to halt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

stoepranden, tredes of trappen aangeven

A

to indicate curbs, steps or stairs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

een signaalhond

A

a hearing dog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

slechthorende (3)

A

-people with hearing impairment
-hard of hearing people
-people with hearing impairment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

(iemand) voor bepaalde geluiden waarschuwen

A

to alert (someone) to specific sounds

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

in aanmerking komen als assistentiedier

A

to qualify as an assistance animal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

een geleidehond

A

a service dog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

mensen met een handicap

A

people with disabilities

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

mensen in een rolstoel

A

people in a wheelchair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

mensen met mobiliteitsproblemen

A

people with mobility issues

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

zakken dragen

A

to carry bags

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

voorwerpen halen

A

to retrieve objects

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

buiten iemands bereik

A

out of someone’s reach

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

lades openen en sluiten

A

to open or shut drawers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

een drankje halen

A

to fetch a beverage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

sleuren

A

to lug something (heavy)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

een zware mand

A

a heavy basket

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
gefocused<->verstrooid
focused<->distracted
26
focus<->verstrooiing, afleiding
focus<->distraction
27
onbewust, niets vermoedend
unaware
28
zonder besef
unawareness
29
gemakkelijk (af te richten)
easy (to train)
30
gemak (om af te richten)
ease (of training)
31
ongehoorzaam
disobedient
32
ongehoorzaamheid
disobedience
33
zelfverzekerd
confident
34
vertrouwen
confidence
35
bezorgd, ongerust
anxious
36
angst, ongerustheid
anxiety
37
angstig
fearful/ frightened
38
angst
fear, fright
39
onoverwinnelijk
invincible
40
onwetend
ignorant
41
onwetendheid
ignorance
42
lief
affectionate
43
genegenheid
affection
44
trouw
loyal
45
loyaliteit, trouw
loyalty
46
tot mensen aangetrokken
drawn to humans
47
het graag naar de zin maken
eager to please
48
het verlangen om te behagen
eagerness to please
49
gewelddadig
aggressive
50
agressie
aggression
51
een piepkleine kooi
a tiny cage
52
een betonnen vloer
concrete floors
53
een kale, dorre kuil
a sterile barren pit
54
een overvolle kuil
an overcrowded pit
55
vreselijke omstandigheden
atrocious conditions
56
met wilde dieren aan de leiband gaan wandelen
to walk wild animals on a lead
57
dieren onophoudelijk door de handen laten gaan
to handle animals on end
58
wilde dieren knuffelen
to hug wild animals
59
dieren als fotorekwisiet gebruiken
to use animals as photo props
60
stropen
to poach
61
een stroper
a poacher
62
stropersvallen opsporen
to track poaching snares
63
een trofeejager
a trophy hunter
64
stedelijke uitbreiding
urban encroachment
65
bewust maken, sensibiliseren
to raise awareness (of)
66
onverantwoord gedrag
irresponsible behaviour
67
wrede praktijken
cruel practices
68
ritten op de rug laten
to give rides
69
circuskunsten uitvoeren
to perform circus tricks
70
toeristen vermaken
to entertein tourists
71
door een afschuwelijk africhtingsproces dwingen
to force through a horrific training process
72
in bedwang houden, bedwingen
to restain
73
vastbinden in touwen of kettingen
to tie in ropes or chains
74
ketenen
to chain
75
opsluiten
to cage
76
beweging beperken
to restrict movement
77
jongen van hun moeder scheiden
to separate cubs from their mother
78
ze slaan als ze ongewenst gedrag vertonen
to hit when they exhibit unwelcome behaviour
79
dieren onderwerpen
to submit animals
80
(veel stress) lijden
to suffer (a great deal of stress)
81
verhoogd vatbaar zijn voor ziekte
to have increased susceptibility to disease
82
aantasten
to affect
83
aangetast
affected
84
kwetsbaar
vulnerable
85
met uitsterven bedreigd zijn
to face extinction
86
een zachtaardig dier
a gentle animal
87
een prachtige soort
an amazing species
88
toekomstbestendig maken
to future-proof
89
de nieuwste technologie gebruiken
to use the latest technologies
90
ultramodern, hypermodern
state-of-the-art
91
geavanceerd
cutting-edge
92
een probleem aanpakken
to address a problem
93
laten zien, onder de aandacht brengen
to feature
94
aan de eisen voldoen
to meet the needs
95
strikt, streng
stringent
96
een norm, een maatstaf
a standard
97
een bepaling, een reglementering
a regulation
98
ethisch, moreel verantwoord
ethical
99
het 3V principe toepassen (Vervanging, Vermindering en Verfijning)
to apply the principles of the 3Rs (Replacement, Reduction and Refinement)
100
de zorg optimaliseren
to optimise care
101
een essentieel onderdeel zijn
to be a vital component
102
tot vooruitgang leiden
to lead to advances
103
kennis uit onderzoek verkrijgen
to gain knowledge from research
104
(het welzijn) verhogen
to enhance (welfare)
105
het onderzoek onderbouwen
to underpin reserach
106
betrokken zijn bij, toegewijd zijn aan
to be committed to
107
(financiële) middelen verspillen
to waste resources
108
een haalbaar alternatief
a viable alternative
109
mislukken in proeven op mensen
to fail human trials
110
de functie van menselijke organen nabootsen
to mimic the function of human organs
111
een achterhaald vertrouwen in
an outdated reliance on
112
een allergeen, een stof die een allergische reactie kan veroorzaken
an allergen
113
onvoldoende
insufficiently
114
zeer, heel erg
highly
115
uiterst, buitengewoon
exceedingly
116
te, overdreven
overly