partim Lenoir leren Flashcards
(36 cards)
motorisch leren
leren vastleggen = objectieve meting vooraf & achteraf
presteren vs leren
- waarneembaar vs afgeleid uit prestatie
- tijd & situatie gebonden vs permanent
- los van oefenen vs oefening & ervaring gebonden
- beinvloed door prestatie variabelen vs niet
effectief leren
- vaardig gedrag
- doelgericht
- efficient
- conistent & flexibel
- temporeel optimaal - leercurves
- lineair
- negatief versnellend
- positief versnellend
- S-vormig - praktijk
- gemiddelde = bodem & plafond door gemiddeldes van goede & slechte
- individueel = iedereen eigen curve
- plateau’s op elk niveau zijn mogelijk
fasen van leren
experiment = bimanueel maken van perfecte elipsen
- fase 1
- stabiel = weinig variabiliteit
- fout patroon - fase 2 = transitie fase
- veel variabiliteit
- exploreren = zien wat niet & wel werkt
- verschillende technieken uitproberen - fase 3
- stabiel
- juist patroon - fase 4
- stoppen & terugkomen
- in begin = oud slecht patroon
- zelfde fases doorlopen maar sneller
- uiteindelijk permanent effect
hoeveleheid leren = score retentie test - pretest
transfer
= vooruitgang op vaardigheid x wordt op gelijkaaridge vaardigheid Y overgedragen
–> flexibiliteit van vaardige uitvoeringen
- soorten
- Y deel van X
- Y variant van X
- taak in nieuwe context vb: van binnen praktijk naar buiten
- taak met minder feedback - bilaterale transfer
- nut voor revalidatie & training tijdens unilaterale blessure
- cognitieve verklaring
- morotische verklaring = interhemische transfer van GMP’s
–> kleine EMG signalen naar heterolaterale kant
- gelijkenissen van informatie verwerken
etappes in motorisch leren
- algemene kemerken
- geleidelijk
- geen zwart/wit onderscheid tussen kunnen & niet kunnen
- daling van cognietieve belasting - kenmerken van Fitts & posner
- verbaal-cognitief stadium = idee krijgen welke beweging & verwerken van instructie & feedback
- motorisch = associatief stadium = integratie van kennis
- autonoom stiadium = controle schuift van bewust naar automatisch
specifieke kenmerken fitts & posner
- verbaal-cognitief
- zeer hoge cognitieve belasting & veel aandacht
- bewust maar niet echt weten wat doen
- snelle vooruitgang
- essentie van taak
- veel fouten
- exploratie met verschillende bewegingsstrategiën - motorisch = associatief
- ontwikkelen van programma
- optimaal maken = meer detail, consistentie & nauwkeurigheid
- daling van energie & cognitieve belasting - autonoom
- automatisch
- info van omgeving & proprioceptoren gebruiken
- zelfcorrectie van fouten
- afvlakken leercurve
- tijdens andere taken uitvoeren
de 2 stadia van gentile
- bewegingsidee
- regulerende - & niet- regulerende condities = selectie van info die nodig is
- exploratie, trail & error = veel cognitieve aandacht
- geen consistentie of efficiëntie - fixatie of diversicatie
- afh van open/gesloten taak
fixatie = verfijnen van patroon
- consistentie & efficientie
- adaptatie van opp. kenmerken
diversicatie = in verschillende omstandigheden
- adaptatie van basisstructuur
- mogelijk ook extra adaptatie van opp. kenmerken
veranderingen tijdens leerprocess
- mate van vooruitgang
- stabiliteit - instabiliteit - stabiliteit
- daling van cognitieve belasting
- kennis en kennisstructuur
- snellere fouten detectie & zelfcorrectie
- manier van doel bereiken
- vrijheidsgraden = bernstein
- meest efficiente beweging
- functioneel eenheden van spieren
veranderingen tijdens leerprocess deel 1
- mate van veruitgang = verminderde meeropbrengst
- experiment = expertise in sigaren fabriek
- blijvende vooruitgang maar negatief versnellend & expertise wordt nooit bereikt - stabiliteit - instabiliteit = exploratie - stabiliteit
- instabiliteit bekomen door extern referentiekader
- instabiliteit = matching uitvoering doel & lichaamseigenfeedback
- moeilijk ervaren mensen bijsturen = stap terug - daling cognitieve belasting
- aandacht vrijkomen voor uitvoeren van andere acties
- veel snellere & betere beslissingen door meer inzicht
veranderingen tijdens leerprocess deel 2
- kennis & kennisstructuur
- experiment: kijken naar voetbal situatie & kiezen uit pas, trap of dribbel
–> voebtallers altijd sneller & betere keuze
- zelfde met verkeerstesten
- meer gestructureerde opslag
- meer kennis over regels - foutdetectie & verbetering
- experiment: overbalk stappen normaal & geblinddoekt
–> getrainden gaan bij beide minder fouten maken - manier van doel bereiken
- beginfase = vooruitgang ruimtelijk
- later = vooruitgang patroon = temporeel
- finaal = vooruitgang versnelling
veranderingen tijdens leerprocess deel 3
- bernstein = vrijheidsgraden
- experiment = skibaan afgaan
- eerst bevriezen = minder gewrichten moeten controleren
–> hoek-hoek curve bal trappen = horizontale lijn gevolgd door verticale
- gradueel lossen - meest efficiënte beweging
- experiment wandelen op handen & voeten
- snel daling in O2, HF & Kcal
- maximaal gbruik van externe krachten = min mogelijk energie - spiergebruik = enkel functionele eenheden met perfecte timing
verandering visuele aandachtspunten
- beginner v. expert
- beginner = naar alles kijken
- expert = selectief
- weet naar waar moeten kijken = informatie verwerking - kijkpatronen bij experts
- experiment = skibaan afgaan
- beginners = vaak naar paal of grond voorzich
- experts = 2e volgede paal
feedback
- effect = optimaliseren van leerprocess
- stimulatie van motovatie & aandacht
- bekrachtigen van goed gedrag
- meer informatie over gedrag
- teveel = ontwikkelen van afhankelijkheid - in/ex
- intrinsiek = zelf verkregen door visus of proprioceptie
- extrinsiek = supplementair - KR/KP
- KR knowledge of result = 1 parameter
- KP knowledge of performance = meerdere
selectieve feedback
- aandacht
- 1-3 aandachtspunten maximaal
- kiezen van belangerijkste
- vaak transfer mogelijk naar andere deelpunten
–> experiment ski-simulator: focus op amplitude = ook verbetring frequentie & vloeibaarheid - gebruik
- feedback wanneer intrinsieke feedback niet bruikbaar is
–> slechte sensorische informatie of nog niet mogelijkheid tot interpretatie
timing van feedback
- overbodig
- voldoende intrinsieke FB
- waarneembare referentie
- kans tot observationeel leren - nuttig
- sneller leren door FB
–> zou ook gelukt zijn zonder
- duidelijke stijging van leerprocess in onderzoek - schadelijk
- aandachtsproblemen bij beginner
- afhankelijkheid van FB
- foutieve FB = inhoudelijke conflict met intrinsieke FB - experiment = mixed feedback
- knop drukken wanneer bal over lijn gaat
- toch dalen van succes ondanks dat hij het ervoor al goed deed
kwalitatieve vs kwantitatieve FB
- kwalitatieve feedback
- informatie over actie zelf
- bij beginners
- algemene verbeting - kwantitatieve feedback
- cijfermatige informatie
- bij gevorderden
–> weten zelf interpretatie van dit cijfer & kunnen nauwkeurige aanpassing doen
knowledge of result v. of performance
- KR
- bevesting van intrinsieke feedback
- enkel indien noodzakelijk
- discovery learing = tonen dat slecht was maar zeggen waarom
- motivationeel - KP
- meer in praktijk
- betere leerresultaten
- als techniek priomordiaal is
GMP & parameter FB
- GMP
- informatie over basisstructuur van beweging
- moeilijk te begrijpen
- goed voor lange termijn vooruitgang - parameter feedback
- opp. details
- makkelijk & snel te verbeteren
- goed voor korte termijn vooruitgang
prescriptieve v. descriptieve FB
- prescriptief
- voorschrijvend
- effectief zeggen wat te doen
- bij beginners - descriptief
- beschrijvend over voorgaande poging
- experts = weten wat fout is & hoe te veranderen
FB tijdens of na beweging
- tijdens = concurrente FB
- enkel als intrinsieke FB moeilijk te gebruiken is
- moeilijk beschikbaar
- specifieke medische condities
- beginners
–> taakspecifiek
nadelen = negeren intrinsieke FB - finale FB
frequentie van FB
- continue
- information overload = maar op 1 ding focussen
- geen tijd
- afhankelijkheid = stoppen met zelf na te denken - optimale hoeveelheid
- taakspecifiek
- niet 1 optimale hoeveelheid
- op lange termijn vaak betere resultaten - toepassen
- faded FB = langzaam afname doorheen leerprocess
- bandwith FB = enkel als buiten bepaalde foute marge
- self-selected FB = enkel als ze er zelf om vragen = grote bevordering leerprocess
- summary FB = na een aantal pogingen, elke poging appart
- average FB = na aantal pogingen, een algemene feedback
mentaal oefenen
experiment = pin-in-board oefening & draaitafel
- algemeen
- leren van vaardigheden & prestaties
- intrinsiek = first person POV <=> extrinsiek = 3th person
–> duidelijke vooruitgang op geen training - toepassingen
- leren coördinatie patronen
- bevorderen fysiologische prestaties
- rehabilitatie - verklaring
- verbaal-cognitieg = cognitieve activiteit van leerprocess oefenen
- mentale evalutie bij gevorderden
- EMG = activatie in hersenen & spiergroepen
- psychologisch = pepmiddel & aandachtrichtend
8 basis concepten van oefensessie
- kwaliteit vs kwaniteit
- leren vs presteren
- guidance
- mentaal oefenen
- variabel vs constant oefenen
- gerandomiseerd vs in blok oefenen
- global vs part practice
- activiteit vs rust
basisconcepten oefensessie deel 1
- kwaliteit vs kwantiteit
- eerste kwaliteit dan pas kwantiteit
- zekerheid van juiste patron over groot volume oefeningen - leren vs presteren
- leren = langetermijn
- persteren = hier & nu - guidance
- = alle vormen van begeleiding tijdens leerprocess
- efficiënt & veilig opbouwen bewegingsidee
- verwachting van transfer naar effectieve situaties
–> beperking specifiteit & afhankelijkheid