PD.8.1 - Ziekte van Parkinson (inclusief weekinleiding) Flashcards

(15 cards)

1
Q

Hoe deel je bewegingsstoornissen in?

A
  • Piramidaal:
    o Corticaal
    o Myelum
  • Niet-piramidaal
    o cerebellair: o.a. spinocerebellaire ataxie
    o extrapiramidaal: basale kernen
     hypokinesie : ziekte v. Parkinson
     hyperkinesie : ziekte van Huntington, tics
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de oorzaken van parkinsonisme?

A

Parkinsonisme = hypokinetisch-rigide syndroom
- Ziekte van Parkinson
- Atypische parkinsonismen
o Dementie met Lewy Bodies (DLB)
o Corticobasaal syndroom (CBS)
o Progressieve supranucleaire paralyse (PSP)
o Multi-systeem atrofie (MSA)
- Medicamenteus/metabool parkinsonisme
- Vasuclair parkinsonisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de vereiste voor parkinsonisme?

A

Bradykinesie met rusttremor (ledemaat is volledig ondersteund tegen de zwaartekracht, wordt vaak erger bij een cognitieve taak) en/of rigiditeit (verhoogde tonus: als je andere arm ook meebeweegt wordt de tonus hoger).
- Hypokinesie = weinig bewegen
- Bradykinesie = traag bewegen (naarmate de beweging langer duurt hoe kleiner de beweging wordt of trager)
- Geen bradykinesie = geen parkinsonisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke medicijnen kunnen parkinsonisme geven?

A
  • alle typische antipsychotica: o.a. haloperidol (>10%)
  • bepaalde atypische antipsychotica: o.a. risperidon (>10%), olanzapine (>10%)
  • dopaminedepleterende medicamenten: tetrabenazine (>10%)
  • anti-epileptica: valproïnezuur (1-10%)
  • anti-emetica: metoclopramide (1-10%, vaker bij kinderen/jongvolwassenen en hoge dosering)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de motorische kenmerken van de ziekte van parkinson?

A

Geleidelijke progressief asymmetrisch parkinsonisme:
- Mimiekarm gelaat (je ziet dat mensen minder gaan knipperen en uiteindelijk kan de mond een beetje open blijven staan)
- Voorovergebogen lopen, kleine schuifelende, passen, minder pendelen (verminderde armswing), freezing, gestoorde houdingsreflexen
- Micrografie: klein schrift
- Zachte, monotone spraak (hypofoon)
- Rigiditeit: omdraaien in bed, opstaan uit stoel
- Rusttremor 4-6Hz
Freezing en gestoorde houdingsreflexen komen pas later in de ziekte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de niet-motore verschijnselen die voorkomen bij ZvP?

A

Kunnen al jaren spelen voordat de ziekte wordt vastgesteld.
- Verlies van reuk (anosmie)
- Autonome functiestoornissen: obstipatie, orthostatische hypotensie
- Cognitieve stoornissen: geheugenverlies, planningstaakjes, aandacht
- Slaapstoornissen
- Psychiatrische symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe zit het met de erfelijkheid van Parkinson?

A

Er zijn een aantal mutaties die direct voor Parkinson zorgen maar deze zijn zeldzaam, het meest voorkomende is dat er een groep genen betrokken zijn bij het ontstaan van de ziekte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat voor diagnostiek doe je voor de Ziekte van Parkinson?

A
  • Klinische diagnose
  • Lab tuv metabole oorzaak: TSH, nierfunctie en leverenzymen, <50 jaar ook koper en ceruloplasmine.
  • Je moet ook naar het gebruik van medicatie kijken.
  • MRI-cerebrum tuv overige oorzaken (niet noodzakelijk)
  • DAT-scan alleen bij klinische twijfel over neurodegeneratieve origine. Bij een DAT-scan kijk je naar de dopamine-opname.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de behandeling van de ziekte van Parkinson?

A

De behandeling is puur symptomatisch.
- Niet medicamenteus: paramedische zorg is het meest van belang.
- Medicamenteus:
o Dopamine-agonisten: impuls control stoornissen
o Levodopa
- 3e lijns therapie, gevorderde PD: pompsystemen, doe je pas als je met de medicijnen niet uitkomt –> stabieler functioneren over de dag.
o Apomorfine (subcutaan)
o Duodopa (intraduodenaal)
o Diepe hersenstimulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de exclusiecriteria bij de ziekte van Parkinson?

A
  • Cerebellaire verschijnselen (MSA)
  • Verticale blikparese (PSP)
  • Parkinsonverschijnselen beperkt tot de onderste extremiteiten >3 jaar (vasculair)
  • Corticale sensibele stoornissen, een progressieve afasie of ideomotore apraxie van een ledemaat (CBS)
  • Gebruik van dopamine-depleterende/blokkerende medicatie
  • Afwezigheid van een duidelijke respons op hoge doseringen levodopa (minimaal 600 mg/dag) bij reeds matig ernstige ziekte (beperkingen in het dagelijks leven)
  • Normale FP-CIT (DaT) scan
  • Alternatieve diagnose die verklarend is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de rode vlaggen bij de ziekte van Parkinson (wanneer moet je dus aan iets anders denken)?

A
  • Snelle progressie of rolstoelgebonden <5 jaar (MSA, PSP, CBS)
  • Vroegtijdige bulbaire verschijnselen: ernstige dysfonie, dysartrie of dysfagie (MSA, PSP, CBS)
  • Inspiratoire respiratoire dysfunctie: inspiratoire stridor, of frequent inspiratoir zuchten (MSA)
  • Ernstig autonoom falen <5 jaar (MSA)
  • Recidiverend vallen (>1/jaar) of een gestoorde balans <3 jaar (PSP)
  • Disproportionele antecollis of contracturen van handen of voeten <10 jaar (MSA)
  • Piramidale verschijnselen (MSA, CBS, vasculair parkinsonisme)
  • Bilateraal en symmetrisch parkinsonisme (MSA, vasculair parkinsonisme)
  • Ontbreken minimaal 1 van de non-motor verschijnselen (slaapstoornissen, autonome dysfunctie, psychiatrische verschijnselen)
  • Afwezigheid van progressie van motorische verschijnselen >5 jaar niet gerelateerd aan behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de kenmerken van het Corticobasaal syndroom?

A

Asymmetrische presentatie van een combinatie van:
A. Minimaal twee van:
1. Rigiditeit of akinesie van een ledemaat
2. Dystonie van een ledemaat: leidt tot een afwijkende stand van het ledemaat.
3. Myoclonus van een ledemaat
B. Minimaal twee van:
1. Orobuccale apraxie: mond en tong niet goed kunnen aansturen
2. Apraxie ledemaat
3. Corticale sensibele stoornis: niet goed kunnen verwerken wat je voelt.
4. Alien limb fenomeen: ledemaat leidt een eigen leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de kenmerken van MSA?

A

A. Essentieel kenmerk: sporadische progressieve ziekte onsetleeftijd >30 jaar (symmetrisch en snel progressief)
B. Kernkenmerken:
- Autonome dysfunctie (staat op de voorgrond met of parkinsonisme of cerebellair syndroom)
- Parkinsonisme
- Cerebellair syndroom
C. Ondersteunende klinische kenmerken
- Motoor: snelle progressie <3 jaar, matig-ernstige houdingsinstabiliteit <3 jaar, craniocervicale dystonie na levodopa, ernstige spraakstoornissen <3 jaar, ernstige dysfagie <3jaar, onverklaarde pathologische VZR, jerky myoclonus tremor, houdingsafwijking
- Non-motoor: stridor, inspiratoir zuchten, koude/verkleurde handen en voeten, erectiele dysfunctie (<60jr), pathologisch lachen of huilen
D. MRI kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de klachten waarmee mensen zich met PSP presenteren?

A

Progressieve Supranucleaire Parese (PSP) is een langzaam progressieve ziekte die typisch begint na de leeftijd van 40 jaar. De kernsymptomen zijn onderverdeeld in vier domeinen. Oculomotorische disfunctie omvat verticale blikparese, trage verticale saccades en oculomotorische apraxie. Houdingsinstabiliteit kenmerkt zich door spontaan vallen, vallen bij pull-test en verstoorde houdingsreflexen. Akinetische symptomen zijn ‘freezing’ binnen drie jaar, rigide parkinsonisme, parkinsonisme met tremor, en resistentie voor levodopa. Cognitieve stoornissen omvatten spraak/taalstoornissen, frontaal syndroom en corticobasaal syndroom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly