Persoonlijkheid

Question 1

Persoonlijkheid

Answer 1

Het relatief duurzame patroon van interpersoonlijke situaties die een menselijk leven kenmerken
- de specifieke combinatie van emotionele, attitude- en gedragsreactiepatronen van een individu

Question 2

Type A persoonlijkheid

Answer 2

• vijandig
• competitief
• tijd-dringend

Question 3

Big Five

Answer 3

Neuroticisme
extraversie
conscientieusheid
vriendelijkheid
openheid

Question 4

Type D persoonlijkheid

Answer 4

• negatieve gevoeligheid
• sociale inhibitie

Question 5

Vijandigheid

Answer 5

De neiging om woede te ervaren, cynisch te zijn of verdachte overtuigingen te hebben
- atherosclerose, CHD en mortaliteit

Question 6

Persoonlijkheid en gezondheid

Answer 6

• hoge neuroticisme is hogere mortaliteit
• hoge neuroticisme is gerelateerd aan hart problemen
• hoge neuroticisme is gerelateerd aan somatische symptomen

Question 7

Optimisme

Answer 7

de neiging om optimistische verwachtingen te koesteren over de toekomst
- betere gezondheid en minder atherosclerose

Question 8

Prevalentie

Answer 8

Hoe vaak komt iets voor

Question 9

Incidentie

Answer 9

Hoe vaak gaat iets in de toekomst voorkomen

Question 10

Negative affectivitiy (negatieve gevoeligheid?)

Answer 10

de neiging om negatieve emoties te ervaren over tijd en inverschillende situaties

Question 11

Sociale inhibitie

Answer 11

De neiging om expressie van emoties en gedrag te inhiberen in sociale interacties

Question 12

Prevalentie Type D

Answer 12

algemeen: 13-25%
cardiac: 25-35%
andere patienten: 20%

Question 13

Type D erfelijkheid

Answer 13

Type D is genetisch bepaald en stabiel over tijd
Verschillende unieke omgevings invloeding hebben effect op Type D

Question 14

Big Five Type D

Answer 14

Neg. Aff. correleert positief met neuroticisme
SOc. Inhib. correleert negatief met extraversie

Question 15

zelfwaardering en gehechtheid bij Type D

Answer 15

• lage zelfwaarde
• laag lichaamsbeeld
• laag gevoel van prestatie
  vaker gepreoccupeerd of angstige hechting

Question 16

Type D en CVD

Answer 16

Clustering van metabolische risicofactoren voor CVD
- overgewicht
- hoge triglyceriden en lage cholesterol
- hoge bloeddruk
- hoge vaste glucose levels

Question 17

Metabolisch syndroom

Answer 17

Type D individuele zijn twee keer meer geneigd om metabolisch syndroom te hebben

Question 18

Gedrags mechanisme type D

Answer 18

• geassocieerd met toekomstige hartziekte
• metabolisch syndroom kan dit medieren
• ????

Question 19

HPA-axis

Answer 19

Hypothalamus Pituitary Adrenal axis
- geactiveerd in stress situaties

Question 20

Cortisol

Answer 20

Hyperactiviteit: meer awakening response en hogere levels
Hypoactiviteit: lagere awakening response

Question 21

Inflammation (ontsteking)

Answer 21

• cells: leukocyten= witte bloedcellen
  (niet-specifiek = macrofagen, dendritische celen en monocyten)-(specifiek = T-cellen en B-cellen)
• substanties: messenger moleculen
  (niet-specifiek = C-reactive protein = marker van ontsteking)-(specifiek = cytokinen)

Question 22

Hartslag controle

Answer 22

• intrinsieke pacemaker capaciteit van het hart
• sympathetisch: activatie van sympathetische zenuw verhoogt de hartslag (adrenaline en noradrenaline)
• parasympathisch: inhibitie, activatie van vagus zenuw verlaagt de hartslag (acetylcholine)

Question 23

Heart rate variability (HRV)

Answer 23

• HRV is meting voor cardiac autonomic activity
• meten de tijd tussen hartslagen = interbeat interval
• HRV is de variatie tussen deze intervallen

Question 24

Autonomic dysfunction in heart disease

Answer 24

• Veranderde cardiale autonome activiteit, vooral een lagere parasympathische activiteit, wordt in verband gebracht met het risico op het ontwikkelen van coronaire hartziekten
• Een lagere hartslagvariabiliteit (maatstaf voor de cardiale autonome activiteit) na een hartinfarct voorspelt zowel fatale als niet-fatale cardiovasculaire gebeurtenissen

Question 25

Type D en autonomisch functioneren

Answer 25

Type D persoonlijkheid lijkt geassocieerd te zijn met een disbalans in de cardiac autonomic regulation
- balans gaat richting hoger sympathetische activiteit
- lagere parasympathetische controle

Question 26

Oxidatieve stress

Answer 26

• rust process
• teveel oxidanten of te weinig antioxidanten
• beschadiging in cellwand, DNA en cellinhoud
• betrokken bij ader en hartspier beschadiging
• ongezonde leeftstijl voegt toe aan oxidatieve stress