Pesten voorkomen en aanpakken Flashcards

1
Q

Geef een omschrijving van pesten

A
  • Herhaaldelijk en opzettelijk iemand pesten
  • Als er een machtsongelijk is
  • Je voelt je onveilig bij de andere persoon
  • Bewust iemand raken of kwetsen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het verschil tussen pesten en plagen uitleggen

A

Plagen= Onbewust, mensen die je kent, waar je het gevoel hebt dat die op hetzelfde niveau staan (je voelt je er veilig bij), je durft stop te zeggen, rollen liggen niet vast, geen sporen van psychische of fysieke schade, achteraf kan je er wel eens om lachen

Pesten= herhaaldelijk op dezelfde persoon, iemand die pest durft niet eerlijk uitkomen voor zijn kwade bedoelingen, men kan elkaar niet uitstaan, stopt niet vanzelf, meestal een groep tegen 1 persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De verschillende betrokkenen opsommen bij een pestsituatie

A
  • Het kind dat pest
  • Assistent
  • Versterker
  • Het kind dat gepest wordt
  • Verdedigers (bondgenoot)
  • Buitenstaanders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vormen van pesten

A

Zichtbare vormen:
- Verbaal pesten: uitschelden, belachelijk maken, uitlachen, bedreigen
- fysiek pesten: spugen, schoppen, slaan of knijpen
- materieel pesten: spullen kapot maken, afpakken of verstoppen

Onzichtbare vormen:
- Relationeel pesten: iemand buitensluiten, over iemand roddelen of geruchten verspreiden
- digitaal pesten: cyberpesten –> belastend materiaal via het internet of sociale media verspreiden, iemand via sociale media lastig vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de rol van de assistent bij het pesten?

A

Zijn de kinderen die de pester helpen, pester zet de aanzet en het zijn de anderen die uitvoeren –> assistenten krijgen de straf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de rol van de versterks bij een pestsituatie?

A

Zijn de omstaanders die ermee lachen
- gooien niets, slaan niet maar zien het wel gebeuren en grijpen niet in
- geven de pester aanzien en macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de rol van de bondgenoten bij een pestsituatie?

A

Helpen het kind dat wordt gepest
- actieve bondgenoten: komen echt tussen en zijn heel beperkt of niet aanwezig
- passieve bondgenoten: uit angst om zelf gepest te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de rol van de buitenstaanders bij pestsituaties?

A

weten wel dat er gepest wordt maar houden zich er zoveel mogelijk buiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de gevolgen van pesten voor het kind dat gepest wordt?

A
  • angstig, eenzaam, sneller last van depressies
  • op latere leeftijd hebben zij veelal een lager zelfbeeld en vinden zij het soms moeilijker om anderen te vertrouwen
  • hebben een trauma op hetzelfde niveau als kinderen uit oorlogsgebied
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de gevolgen voor kinderen die pesten?

A
  • Hebben een grotere kans om problemen agressief of geweldadig op te lossen
  • Niet straffen want
    –> pester gaat dit uitwerken op de gepeste lln
    –> eerder de oorzaak aanpakken, moeten leren dat hun gedrag niet oké is, moeten empathie ontwikkelen om dit te realiseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de gevolgen voor klasgenoten/buitenstaanders van pesten?

A

voelen zich minder veilig in de klas, lager welbevinden en minder zelfvertrouwen, kunnen zich schuldig voelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de visie van het anti-pestprogramma KiVa?

A
  • Betekent leuk, fijn, tof
  • Het systeem brengt pesten in kaart en voorziet lespakketten voor het lager onderwijs
  • Instrument om de brede zorg voor welbevinden op school te evalueren, preventief, schoolbreed programma gericht op het versterken van de sociale veiligheid en het tegengaan van pesten op basisscholen
  • Bestaat uit een set van digitale vragenlijsten
  • Zet in op positieve groepsvorming zodat ieder kind met plezier naar school gaat
  • Leert kinderen hoe ze moeten omgaan met pesten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar gaat KiVa in de eerste plaats naar op zoek?

A

Naar de kracht in de groep én
- Stimuleert kinderen tot het ontwikkelen van een gevoelenstaal
- Het weerstaan aan groepsdruk
- Het opkomen voor zichzelf en anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waaruit bestaat het preventieve luik van KiVa?

A
  • Vormingen: voor het hele team en een doorgedreven vorming voor het KiVa-kernteam
  • KiVa-lessen: 10 thema’s in elke klas
  • Actief inspelen op de speelplaatswerking
  • Aandacht voor de zichtbaarheid van KiVa in de scholen
  • Ouderbertrokkenheid
  • Monitoring van de KiVa-werking in de eigen school
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een niet-confronterende aanpak?

A
  • Pestprobleem zo snel mogelijk te laten stoppen
  • Lrk doet beriep op de verantwoordelijkheid van de lln waarmee ze in gesprek gaan: wat zullen zij heel concreet doen om ervoor te zorgen dat het pesten of uitsluiten stopt?

deze gebruik je als het nog niet zoveel impact heeft op het slachtoffer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een confronterende aanpak?

A
  • de confronterende aanpak richt zich tot wie actief betrokken is bij het pestgebeuren
  • pestende lln worden aangesproken op hun gedrag en krijgen te horen waarom dit gedrag niet toelaatbaar is en moet stoppen
  • wie pest zal zich moeten verontschuldigen

deze zal je gebruiken als het slachtoffer er echt vanaf ziet

17
Q

Welke werkvormen heb je bij de niet-confronterende aanpak?

A
  1. Individueel niet confronterend gesprek
    - gesprekken kort na elkaar zodat lln elkaar tussentijds niet kunnen spreken
    - Inspelen op de empathie van de lln
  2. No blame of steungroepaanpak
    - gesprek met slachtoffer
    - groep wordt samen geroepen
    - leg het probleem uit
    - deel de verantwoordelijkheid
    - vraag de groep naar hun voorstellen
    - laat het aan hetn over
    - individuele korte gesprekken met alle betrokkenen
    –> 6-8 kinderen en elk lid doet een voorstel
    –> Na 1-2 weken reflecteren (laatste stap)
  3. klasthermometer
18
Q

Confronterende aanpak

A

1.Confronterend gesprek

19
Q

aandachtspunten voor het gesprek met iemand die gepest wordt

A
  • Erkenning geven aan de beleving van de lln die gepest wordt
  • beluisteren wat er is gebeurd, hoe lang het pesten zich al voordoet, wie erbij betrokken is
  • beluisteren wat de lln al heeft gedaan om pesten te stoppen
  • samen nadenken over wat er kan gedaan worden: interventiemogelijkheden uitleggen
  • samen nagaan bij welke kinderen de lln steun zou kunnen zoeken
  • een opvolggesprek vastleggen met de lln (1-2 weken na de interventie)
  • ouders informeren over de situatie en de aanpak verduidelijken
20
Q

Klasthermometer

A
  • bij een groep met een negatieve sfeer en omgang
  • negatief gedrag: gaat uit van meerdere lln of zit breed vertakt in de groep

altijd op initiatief van de lrk
- anonieme klasbevraging adhv vragenlijst
- verwerking van de gegevens
- nabespreking met de klas
- nazorg: gemaakte afspraken (in)formeel opvolgen

21
Q

Wat zijn de belangrijkste criteria om in te grijpen?

A
  • de duur en de frequentie van het pesten
  • de negatieve effecten die het pesten heeft op het welbevinden en het gedrag van de lln die gepest wordt
  • de intensiteit van het kwetsende gedrag