Positief klasklimaat en werken aan de socio-emotionele ontwikkeling Flashcards

1
Q

Wat zijn de 7 condities voor een positief klasklimaat?

A
  1. Zicht krijgen op de beleving van de kinderen, op het welbevinden in de klas
  2. Een gezellige sfeer d.m.v de klasinrichting
  3. De nodige duidelijkheid en structuur bieden met behulp van klasregels en -afspraken
  4. Mogelijkheden tot open communicatie creëren
  5. Kansen creëren tot samenwerken, leren samenwerken
  6. Werken aan een sfeer van verbondenheid met de klasgroep door samen dingen te doen, te beleven, gebeurtenissen te vieren
  7. Houding en stijl van de lrk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Licht voorwaarde 1: Zicht krijgen op de beleving van de kinderen, op het welbevinden in de klas toe en illustreer met een concreet voorbeeld

A
  • Gevoelsbarometer –> focus op welbevinden
  • Belevingsbord waarbij ze kunnen reflecteren op ‘dit heb ik geleerd’ en ‘betrokkenheid of beleving’
  • leerlingencontact voor of na een rapport om te zien hoe lln zich voelen in de klas
  • week afsluiten met een kringgesprek
  • postbus: briefjes voor anderen of naar de lrk sturen –> zeer laagdrempelig bereikbaar zijn
  • lln begroeten aan de deur: even een korte check-in met elke lln –> hoe komen de lln de klas binnen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Licht voorwaarde 2: Een gezellige sfeer dmv de klasinrichting toe en illustreer met een concreet voorbeeld

A
  • klasopstelling en looproutes
  • instructietafel en bureau lrk
  • leeshoek en een hoek voor kringgesprekken
  • materialen georganiseerd weergeven
  • didactische posters en samenvattingen van het thema
  • klasregels, verjaardagen en dagindeling
  • poetsmateriaal zodat de lln mee zorg kunnen dragen van een net klaslokaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Licht voorwaarde 3: de nodige duidelijkheid en structuur bieden met behulp van klasregels en -afspraken toe en illustreer met een concreet voorbeeld

A
  • klasafspraken maken
  • gevoelsthermometer en ‘wat kun je doen als je je … voelt?’
  • geluidsmeter en complimenteren als ze het juist doen
  • klastaken
  • handvaten voorzien om ruzies op te lossen zodat ze dit zelfstandig leren
  • reflecteren over de gemaakte afspraken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Licht voorwaarde 4: de mogelijkheden tot open communicatie creëren toe en illustreer met een concreet voorbeeld

A
  • gevoelsmeter en hierop inspelen en gesprek opentrekken
  • blobtree: vertellen hoe je je voelt
  • evalueren hoe de speeltijd is verlopen door een duim omhoog of een duim omlaag op te steken
  • brievendoos om het communiceren te vergemakkelijken en de drempels weg te nemen
  • wandel-wissel uit –> praten over het weekend bv
  • heen en weer schriftje
  • leerlingenraad
  • kindcontact
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Licht voorwaarde 5: Kansen creëren tot samenwerken en leren samenwerken toe en illustreer met een concreet voorbeeld

A
  • lln kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, etniciteit, …
  • belangrijk om dit stap voor stap aan te leren
  • spontaan dingen doen voor elkaar (bv schriften bijhouden voor als een lln ziek is)
  • coöperatief samenwerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Licht voorwaarde 6: Werken aan een sfeer van verbondenheid met de klasgroep door samen dingen te doen, te beleven, gebeurtenissen te vieren toe en illustreer met een concreet voorbeeld

A
  • Verjaardagen echt vieren
  • er samen op uit trekken
  • samen gezelschapsspelletjes spelen
  • een eigen talententheater creëren
  • projectwerk (gevoel van samen iets bereikt te hebben)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Licht voorwaarde 7: houding en stijl van de lrk toe en illustreer met een voorbeeld

A

3 dimensies:
- Gevoeligheid voor de beleving
- stimulerend tussenkomen
- autonomie geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Licht de vakoverschrijdende eindtermen sociale vaardigheden toe

A
  • De 10 relatiewijzen:
    Om je als sociaal vaardig persoon te gedragen, moet je een voldoende ruim gamma van relatiewijzen kennen en hierover kunnen beschikken. Dit betekent dat je op een bepaalde manier reageert op iets dat gebeurt.
  • gespreksconventies: in functionele situaties een aantal verbale en niet verbale gespreksconventies naleven
    Kinderen moeten in gesprek kunnen treden met anderen en dit gesprek op een bevredigende wijze onderhouden en afsluiten.
  • samenwerken met anderen, zonder onderscheid te maken van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 10 relatiewijzen?

A

Zijn de 10 axen. Zij roepen telkens het eigene en de kracht van een ax op. Axen zijn dus de mogelijkheden die een kind in zich heeft om met anderen om te gaan.
- Zich presenteren (de pauw): persoon en bijzijn aanbieden.
- Opkijken, waarderen (de wasbeer): persoon en bijzijn aannemen of vragen.
- Zorgen (de bever): diensten en goederen aanbieden.
- Genieten (de poes): diensten en goederen aannemen of vragen.
- Leiden (de leeuw): richtlijnen en informatie aanbieden.
- Volgen (de kameel): richtlijnen en informatie aannemen of vragen.
- Houden (de uil): bijzijn, persoon, diensten, goederen, richtlijnen en/of informatie houden.
- Lossen (de schildpad): bijzijn, persoon, diensten, goederen, richtlijnen en/of informatie lossen.
- Aanvechten (de havik): bijzijn, persoon, diensten, goederen, richtlijnen en/of informatie aanvechten.
- Weerstaan (de steenbok): bijzijn, persoon, diensten, goederen, richtlijnen en/of informatie weerstaan (zich verdedigen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kan je differentiëren op vlak van relatiewijzen en sociale rollen?

A
  • Bijsturen indien een relatiewijze slecht, kampachtig en overdreven wordt ingezet waardoor de relatie verstoord en soms verbroken wordt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het balansmodel?
Wat is de rol van de lrk daarbij?

A

ontwikkelen= draaglast
- naar de crèche gaan voelt onwennig aan
- leren lezen en schrijven
- gebrek aan sociale inzichten
- pesten
- specifieke problematiek
= allemaal draaglast

We moeten leren omgaan met de draaglast, en verbondenheid ervaren (thuiskomen en tot rust komen bij ouders), een positief klasklimaat, positieve groep, sociaal netwerk
-> draagkracht is het tegengewicht van de draaglast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly