Brainscape's Knowledge GenomeTM


Top Flashcards (Certified)
All Flashcards

Dutch > Phrases > Flashcards

Phrases Flashcards

(96 cards)

Start Studying
1
Q

Ik weet dat ik me nergens zorgen om hoef te maken

A

I know I have nothing to worry about

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

I know I have nothing to worry about

A

Ik weet dat ik me nergens zorgen om hoef te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Neem me niet kwalijk

A

Excuse me

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Excuse me

A

Neem me niet kwalijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

I need to reach her

A

Ik moet haar zien te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ik moet haar zien te bereiken

A

I need to reach her

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pas kort

A

Only recently

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Only recently

A

Pas kort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het kan me niet schelen

A

I don’t care (strong)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

I don’t care

A

Het kan me niet schelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Plotseling

A

Suddenly

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Suddenly

A

Plotseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ik snap het

A

I get it

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

I get it

A

Ik snap het

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

What’s happening?

A

Wat is er aan de hand?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is er aan de hand?

A

What’s happening?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Ik neem een beslissing

A

I make a decision

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

I make a decision

A

Ik neem een beslissing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Zacht weer

A

Mild weather

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Mild weather

A

Zacht weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Last weekend

A

Afgelopen weekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Afgelopen weekend

A

Last weekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Rustig aan

A

Take is easy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Take it easy

A

Rustig aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Ik denk het wel
I think so
26
I think so
Ik denk het wel
27
Alsof
As if
28
As if
Alsof
29
Kijk om zich heen
Look around
30
Look around
Kijk om zich heen
31
Ik haal … tevoorschijn
I get out the…
32
I get out the…
Ik haal … tevoorschijn
33
Voetje voor voetje
Step by step
34
Step-by-step
Voetje voor voetje
35
Ik ga niet akkoord
I do not agree
36
I do not agree
Ik ga niet akkoord
37
Het warm/koud hebben
To feel warm/cold
38
To feel warm/cold
Het warm/koud hebben
39
De telefoon staat uit
The telephone is off
40
The telephone is off
De telefoon staat uit
41
Ik heb behoefte aan...
I am in need of...
42
I am in need of...
Ik heb behoefte aan...
43
ik ben van gedachten veranderd
I have changed my mind
44
I have changed my mind
ik ben van gedachten veranderd
45
Tegen die tijd...
By that time...
46
By that time...
Tegen die tijd...
47
Net zo (...) als (...)
Just as (...) as (...)
48
Just as (...) as (...)
Net zo (...) als (...)
49
Even (...) als (...)
As (...) as (...)
50
As (...) as (...)
Even (...) als (...)
51
I am sure / certain
Ik weet het zeker
52
Ik weet het zeker
I am sure / certain
53
Vooruitgang boeken
To make progress
54
To make progress
Vooruitgang boeken
55
Hoe staat het met...
How is...
56
How is...
Hoe staat het met
57
You are right
Je hebt gelijk
58
Je hebt gelijk
You are right
59
Al gauw
Soon
60
Mijn dag zit erop
My day is over
61
My day is over
Mijn dag zit erop
62
In beweging
In motion
63
In motion
In beweging
64
Op de één of andere manier
One way or another
65
One way or another
Op de één of andere manier
66
Hij was van plan…
He intended…
67
He intended…
Hij was van plan
68
Ga je gang
Go ahead
69
Go ahead
Ga je gang
70
Ik weet niet waar je het over hebt
I don’t know what you’re talking about
71
I don’t know what you’re talking about
Ik weet niet waar je het over hebt
72
In mijn eentje
On my own
73
On my own
In mijn eentje
74
Hoe dan ook…
In any case…
75
In any case…
Hoe dan ook…
76
Steek een hand op
Raise a hand
77
Raise a hand
Steek een hand op
78
Kortom
In short…
79
In short…
Kortom
80
Ik ben zo terug
I’ll be right back
81
I’ll be right back
Ik ben zo terug
82
Door middel van…
By means of…
83
By means of…
Door middel van…
84
Je bent gewond geraakt
You are hurt
85
You are hurt
Je bent gewond geraakt
86
Van pas komen
To come in handy
87
To come in handy
Van pas komen
88
He is used to it
Hij is er aan gewend
89
Hij is er aan gewend
He is used to it
90
Zo te zien
It seems like
91
It seems like
Zo te zien
92
Tegen de tijd…
By that time…
93
By that time…
Tegen de tijd
94
Het was niet te harden
It was unbearabke
95
In de loop van…
In the course of…
96
In the course of…
In de loop van…

Dutch (7 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions