Verbs Flashcards
(710 cards)
To wake up
Wakker worden
Wakker worden
To wake up
Aanzetten
To turn on
To turn on
Aanzetten
Uitgeven
To spend
To spend
Uitgeven
Op iemand afstappen
To start a conversation with somebody
To start a conversation with somebody
Op iemand afstappen
To move house
Verhuizen
Verhuizen
To move house
Called out
Riep
Riep
Called out
Splitsen (zich)
To split
To split
Splitsen (zich)
To row
(Up the river)
(Down the river)
Roeien
Roeien de rivier op
Roeien de rivier af
Roeien
To row
Verkennen
To explore
To explore
Verkennen
To leave
Vertrekken
Verlaten
Verlaten
To leave
Finally
Ten slotte
Eindelijk
Ten slotte
Finally
Inbeelden (zich)
To imagine
To imagine
Inbeelden
Voorstellen (zich)
Verbeelden (zich)
Indenken
Denken more thinking of events or interactions
Beelden more visual