POSITIEVE PSYCHOLOGIE Flashcards

(51 cards)

1
Q

Op wat focust positieve psychologie

A

Welbevinden
Draagkracht
Coping

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat verstaan we onder het sociale domein van positieve psychologie

A

Functioneren in de maatschappij + positieve mensvisie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat verstaan we onder het emotionele domein van positieve psychologie

A

Aanwezigheid positieve emoties
Afwezigheid negatieve emoties
Mate van tevredenheid met het eigen leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat verstaan we onder het psychologische domein van positieve psychologie

A

Zelfontplooiing:

Zelfacceptatie
Autonomie
Persoonlijke groei
Positieve relaties
Competentie
Doelen in je leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Met wat moeten we opletten bij positieve psychologie?

A
  • individuele/interculturele verschillen
  • we mogen niet voorbij het lastige gaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke zaken maken je gelukkiger?

A
  1. Gezond eten
  2. Zelfvertrouwen
  3. Mindfulness
  4. Bewegen
  5. Tijd in de natuur
  6. Zingeving
  7. Geven
  8. Doelen in je leven
  9. Fijne relaties met anderen
  10. Dankbaarheid
  11. Flow ervaren
  12. Optimisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is HYGGE

A

Gezelligheid in Denemarken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

HEANGBOG

A

Korea
Natuur opzoeken
Goed eten
Hond nemen
Thee drinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

LAGOM

A

Zweden
‘precies goed’
Geluk verkrijgen door dingen te doen die je gelukkig maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

IKIGAI

A

Japan
De schoonheid zien in het onvolmaakte
Actief blijven
Stress vermijden
Niet te veel eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het doel van het leven?

A

Niet gelukkig zijn, maar een zinvol bestaan leiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom kunnen we de lastigheid geen plaats geven?

A

Door de waan van ‘leukigheid’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is nog een probleem inzake lastigheid (Dirk de Wachter)

A

We geloven dat we geluk zelf maken, en mensen die worden getroffen door het noodlot, worden met de vinger gewezen of zelfs gestigmatiseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is flow? (mihaly)

A
  1. Toestand van optimaal psychologisch functioneren
  2. Verlies van zelfbewustzijn
  3. Intrinsiek lonend
  4. Gevoel dat tijd vliegt
  5. Gevoel van concentratie
  6. Gevoel volledig uitgedaagd te zijn
  7. Doelen bereiken, vaardigheden bereiken
  8. Verlaagde activiteit in prefrontale cortex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Nikki-principe

A

Sterke kanten zouden het vertrekpunt moeten zijn van opvoeding en verandering.

Positieve emoties, positieve eigenschappen, positieve relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef de afkortingen van het PERMA-model van Seligman

A

Positive emotions
Engagement (flow)
Relationships (nood aan liefde, nabijheid, verbinding)
Meaning (voldaan gevoel door bij te dragen aan groter geheel)
Accomplishments (betrokkenheid op persoonlijke doelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

BROADEN-AND-BUILT THEORY

A

Goede eigenschappen, kwaliteiten, mogelijkheden, sterke kanten uitbouwen, leren, oefenen, ontdekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

ZELFDETERMINATIE THEORY (DECI&RYAN)

A
  1. Autonomie
  2. Competentie
  3. Betrokkenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke vijf kwaliteiten geven voldoening in het leven?

A
  1. Hoop
  2. Vitaliteit
  3. Liefde
  4. Dankbaarheid
  5. Nieuwsgierigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Op wat heeft lachen/humor positief effect? Waar situeren we dit in het PERMA-model?

A

Bij de Positive emotions

Beter immuunsysteem
Minder stress
Lichamelijke processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

MINDFULNESS

A

Bewust richten van aandacht op ervaring:
FYSIEKE SENSATIE
GEDACHTEN
GEVOELENS

22
Q

Bij wat moeten we opletten bij mindfulness?

A

Acute suïcide, we kunnen iemand geen zwemslagen leren, wanneer hij aan het verdrinken is.

23
Q

Negatieve effecten mindfulness?

A

Angst
Paniekaanvallen
Herbeleving trauma
Zich afgestompt voelen

24
Q

Welke toepassing kunnen we inzetten bij de P van het permamodel?

25
Wat vinden we bij 7.1 bij de E van het Permamodel
7.1 HET GOEDE LEVEN 1. Betrokkenheid in hobby's, werk, relatie 2. Weten waar je goed in bent en je leven zo inrichten 3. Doelgerichtheid en persoonlijke groei PLANNEN TOEKOMST OPENSTAAN VOOR NIEUWE DINGEN 4. Positieve toekomstige imaginatie
26
Leg uit: toepassing het dier en situeer in cursus
Bij de E van engagement 1. Kind tekent het dier dat hij ZOU WILLEN zijn in plaatje 6 2. Kind tekent het dier dat hij NU is (veelal angstig) 3. Daarna de tussentekeningen maken 4. Je maakt de vertaling naar het echte leven 5. Je vraagt ook welke positieve eigenschappen/sterke kanten het kind van dier 1 wil meenemen in zijn transformatie naar het dier dat hij wil zijn.
27
Leg uit: me-time/flow/fun-to-do
1. Top 3 van me-time 2. Lijstje van allemaal dingen die je leuk vind 3. Een pot met fun-to-do activiteiten, plan ze ook in
28
Situeer in cursus: VEERKRACHT Welke toepassingen vinden we hieronder?
Veerkrachttest NOKNOK Balkmetafoor Omgaan met spanning Rustbox = rusthoteek met inspiratie om rustig te blijven
29
Wat is optimisme
Het leven van de positieve kant bekijken Rekenen op een gunstige afloop
30
GELEERD OPTIMISME
Het idee dat je het talent voor vreugde kan kweken; positieve imaginatie
31
Wat is het omgekeerde van geleerd optimisme?
Aangeleerde hulpeloosheid
32
Situeer toepassing DE ROZE BRIL in de cursus + uitleg
Engagement (aangeleerd optimisme) Wat lukt nu? Wat is leuk? Focus op je do's? Focus op hier en nu
33
Situeer toepassing OPWAARTSE PIJLTECHNIEK in cursus + uitleg
Engagement (aangleerd optimisme) Wat is het beste wat ons kan overkomen? Stel dat het gebeurt, welk verschil zal dit maken, welk verschil nog meer? Wat zal er anders zijn?
34
Leg uit 'we leven in een vrolijkheidsillussie'
Wanneer het minder gaat worden we uitgestoten door de maatschappij
35
Van wat is eenzaamheid het bijproduct?
Van het collectieve idee dat het altijd goed moet gaan
36
Welke 5 elementen vinden we terug onder Positieve relaties WAAR SITUEER JE DIT IN DE CURSUS (permamodel + tussentitel)
R van PERMAMODEL (8.2 Positieve relaties) Positieve relaties met vrienden, familie, collega's Betekenisvol, warm en vertrouwensvol Garantie in de pieken, tegengif in de dalen Liefde (oxytocine > goede band, vertrouwen intimiteit) Vriendschap
37
Geef 8 toepassingen bij de E van het PERMAMODEL
1. Sociaal netwerk 2. Random acts of kindness 3. Verras de ander 4. Verras een teamlid 5. Positief roddelen 6. Verbind jong en oud 7. Complimenten 8. Vijf talen van de liefde
38
Wat is de essentie van de zin (dirk de wachter)
Zorgvraag van de ander beantwoorden
39
Wat heeft geen plaats in de nieuwe media
verdriet en tekort
40
Wat is zingeving
Interne gedachten en reflecties Externe verbondenheid met anderen Goede doelen en spiritualiteit Van betekenis zijn voor een ander Altruïsme
41
Wat is zingeving NIET
Succes Genieten van de 'leukigheid'
42
Welke toepassingen vinden we onder 'zingeving' Bij welke letter van het PERMA model bevinden we ons?
Meaning 1. Inspiratie (wie inspireert er jou' 2. Give a day 3. Zoek betekenis in je leven WAT GEEFT JE LEVEN BETEKENIS WAAR STA JE VOOR HOE KIJK JE NAAR DE WERELD RONDOM JE HOE KIJK JE NAAR JEZELF EN NAAR ANDEREN
43
Wat verstaan we onder TRANSCENDENTIE, waar bevinden we ons bij het PERMAMODEL
1. Waardering voor de mooie dingen in leven 2. Dankbaarheid 3. Hoop 4. Humor en speelsheid 5. Spiritualiteit (compassion, contribution, connection)
44
LEG UIT: Silver Lining Waar situeren we dit in de cursus?
Een negatieve situatie of probleem voor het oog nemen en kijken of er toch iets positiefs is/iets waar je dankbaar voor bent. Meaning (transcendentie)
45
MENS SANA IN CORPORE SANO
Romeinen: een gezonde geest in een gezond lichaam
46
Wat activeert dankbaarheid?
Het parasympatisch ZS
47
Leg uit: virtuose cirkel van dankbaarheid
Wie meer oog heeft voor de positieve zaken is dankbaarder en wie dankbaarder is heeft meer oog voor de positieve zaken.
48
Welke toepassingen vinden we onder DANKBAARHEID
1. Dankbaarheidsdagboek 2. Dankbaarheid uiten 3. Doe eens zot
49
Geef mij de groeimindset
Veel zelfvertrouwen Geloof in ontwikkeling en groei Veel oefenen Hoge inzet/uitdagingen aangaan Hoge vaardigheid
50
Geef mij de statische mindset
Weinig zelfvertrouwen Geen geloof in ontwikkeling en groei Geen zin om te proberen Geen risico's/weinig inzet Lage vaardigheid
51
Toepassingen bij de A van het PERMAMODEL
1. Throw a faalfeestje 2. Superman pose 3. Speech 100ste verjaardag WIE AANWEZIG WAT ZOU JE WILLEN DAT ZE ZEGGEN 4. Plan voor moeilijk moment STRESS AFREAGEREN RELAXEN VOOR MEZELF ZORGEN MEZELF AFLEIDEN 5. Self-efficacy (vertrouwen in een ervaring) 6. GELOOF IN JEZELF 7. HAPPY MUSIC