PSYCHODRAMA Flashcards

1
Q

Wanneer kan een tweestoelendialoog worden toegepast?

A

Bij intrapsychische conflicten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt een tweestoelendialoog in?

A

De cliënt gaat met de verschillende delen van zichzelf communiceren en met de gehele ‘ik’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voor wat wordt een lege stoelendialoog ingezet

A

1) Unfinished business met significante ander
VEILIGE RUIMTE
GEVOELENS UITEN
ZONDER IMPLICATIES OP GEDRAG

2) Het verwerken + exploreren gevoelens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

WAT?

A

(1) Actiegerichte techniek
(2) Jacob Levy Moreno
(3) Cliënt is protagonist
(4) Therapeut is director

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

WIE?

A
  • individueel/groep
  • kinderen/jongeren/volwassenen
  • objecten, puppets kit, stoelen
  • begeleiding, therapie of diagnostiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

CLIËNTGERICHTHEID

A

(1) alles kan en mag in de ‘as-if ruimte’
(2) Protagonist vertelt zoveel zo weinig als hij zelf wilt
(3) steun en vertrouwen van groepsleden/director
(4) uitgangspunt: subjectieve constructies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef de 6 subjectieve constructies

A
  1. WIE BEN IK = ZELFBEELD
  2. WIE ZOU IK WILLEN ZIJN = IDEAAL-ZELF
  3. HOE ZIJN DE ANDEREN = ALTER-BEELD
  4. HOE ZOU IK WILLEN DAT DE ANDEREN ZIJN = IDEAAL-ALTER
  5. HOE ZIEN DE ANDEREN MIJ = META-ZELF
  6. HOE ZOU IK WILLEN DAT DE ANDEREN MIJ ZIEN = IDEAAL-META-ZELF
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

DOEL?

A

(1) doorbreken van verstarde percepties over zichzelf en significante anderen als start van persoonsontwikkeling
(2) in therapeutisch veilig klimaat, adequate constructies gaan ontdekken en ontwikkelen over zichzelf en anderen
(3) positieve zelfwaardering
komen tot maximale zelfacutalisering door het ontdekken van eigen kracht/mogelijkheden:
- stimuleren structurering
- stimuleren mentalisatieprocessen
- uiten van onderdrukte emoties
(4) crisis- en probleemsituaties als drijvende kracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

KRACHT

A

(1) emotioneel-affectief, relationeel-cognitief, motorisch
(2) humor- en speelsheid
(3) structurering
(4) dramatisering
(5) fysieke acties + concreet doorleefde situaties
zelfexploratie + zelfreflectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

WANNEER PSYCHODRAMA?

A

(1) Actie bij kinderen/jongeren
(2) wanneer begeleiding stagneert
(3) Cliënt die zich moeilijk verbaal uitdrukt
(4) rationaliseren
(5) zwakke interne en externe structurering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

STRUCTUUR

A

opwarming
actie
sharing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het doel van de opwarmingsfase

A

Veiligheid
Groepscohesie
Openheid groepsleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tussen wat moet er een balans zijn in de opwarmingsfase?

A

Veiligheid
Uitdaging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke waarden zijn belangrijk tijdens de opwarmingsfase?

A

Respect
Aanvaarding
Geheimhouding
Vrijheid
Vertrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Via wat kan de opwarmingsfase in realisatie komen?

A

Toekomen, landen, parkeren
Uitwisselen ervaring
Oefeningen die lichaam en geest in beweging zetten:
- relaxatieoefening
- imaginatieoefening
- geleide fantasieoefening
- concrete situatie
- familiestamboom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef voorbeelden van opwarmingsoefeningen

A

(1) de regenbui
(2) de sleutelbos
(3) imaginatie-oefening (de wijze man, magic shop)
(4) de tuin
(5) sociaal atoom tekenen (familiestamboom, wie zijn je belangrijke anderen?)

17
Q

Wat doet de protagonist in de actiefase

A

Stelt zijn situatie levendig voor in het hier- en nu, en gaat er dus niet alleen over praten
Wikkelt associaties, emoties en cognities los in een veilige omgeving
Beter inzicht in zichzelf en anderen

18
Q

Wat doet de director in de actiefase

A

Op de gepaste momenten de gepaste technieken introduceren
Werkt via vignetten

19
Q

Wat kan de groep betekenen in de actiefase

A
  • antagonis zijn
  • dubbelen
  • steun bieden
20
Q

Wat kan de director betekenen in de actiefase?

A

Vaste dubbel
Steun
Spiegelen
Rolwissel

21
Q

FASEN IN ACTIE

A
  1. Rondje (‘5)
    cliënt bespreekt specifieke situatie
  2. Inspreken en plaatsen
    Subjectieve beleving cliënt
    hulp-ego’s: personen, materiële zaken (monodrama), plaatsen in ruimte en inspreken
  3. Actiefase
  4. Afronden (ontrollen!!)
22
Q

Sociaal atoom

A

Kleinste netwerk van alle subjecten waarmee persoon zich op een intensieve manier emotioneel verbonden voelt

23
Q

Wanneer wordt het intern atoom ingezet?

A

Intrapsychische conflicten
Verschillende delen van het zelf in relatie tot elkaar, met het zelf en de wereld

Interne delen, eigenschappen en stemmen

24
Q

wat kan de actievorm intern atoom teweegbrengen

A

groter inzicht in zelfcontructies via ik-mij reflectie

25
Q

welke verschillende actietechnieken kunnen worden gehanteerd bij het intern atoom

A

rollen inspreken
rolwissel
spiegelen
dubbelen
ontrollen

26
Q

Levende kamer heeft betrekking tot?

A

Verleden, heden, toekomst + alle ik/mij dimensies

Veilige lievelingsruimte

Levensloze objecten komen tot leven