Practicum 1 A Flashcards Preview

Practica IA in kleine stukjes > Practicum 1 A > Flashcards

Flashcards in Practicum 1 A Deck (30)
Loading flashcards...
1
Q

Waar in het lichaam komen bacteriën voor?

A

Huid, maag, darm.

Als een individu ziek is ook inwendig (overal mogelijk)

2
Q

Indien je alle bacteriën die je bij je draagt zou kunnen verwijderen, wat zou je dan aan gewicht kwijt zijn?

A

1 tot 1,5 kilo

3
Q

Kan een bacterie uit de diepzee een infectie bij de mens veroorzaken? Verklaar.

A

In principe kan dit niet omdat het menselijk lichaam teveel afwijkt van zijn niche. Temperatuur, druk, zuurstof, nutriënten en andere omgevingsfactoren zijn compleet anders. Heel soms is het wel mogelijk.

4
Q

Waarom hebben wij bacteriën in onze darmen?

A

onze darmen?
Wij hebben ze nodig voor het verteren van voedsel (vooral cellulose), voor het opwekken van de immuunreactie, voor het maken van nutriënten en vitamines (bijvoorbeeld vitamine K) en voor bescherming tegen andere bacteriën door het innemen van de niche.

De bacteriën in onze darm heten samen microbiota.

5
Q

Zegt de vorm van de bacterie iets over de plaats van voorkomen en de wijze van verspreiding van de bacterie?

A

Nee, de enige uitzondering hierop is de spiraalvormige bacterie omdat deze zich makkelijker dan anderen kan nestelen in de mucus van bijvoorbeeld de darm.

Hoe bacteriën eruit zien heeft meestal te maken met de groeisnelheid, nutriënten en de omgeving.

6
Q

Hoe heet het als een bacterie bloed afbreekt?

A

Hemolysis.

7
Q

Waaruit bestaat het kapsel en wat doet dit?

A

Het kapsel bestaat uit suiker wat water aantrekt. Dit zorgt voor bescherming.

8
Q

Hoe zou het komen dat bacterie kolonies er zo verschillend uit kunnen zien?

A

Andere omgeving, andere structuur van de bacterie, andere nutriënten, sommige bacteriën maken pigmenten of groeien heel snel.

9
Q

Zou je als dierenarts bacteriën kunnen identificeren op grond van hun geur.

A

Niet echt, dat is niet een methode van diagnostiek waar je op kunt vertrouwen. Toch kun je Pseudomonas Aeruginosa redelijk herkennen omdat het een hele specifieke geur heeft en meestal een groene (ijzer) kleurige afscheiding.

10
Q

Waarom gaan bacteriën over tot de vorming van een biofilm?

A

Omdat de omgevingsfactoren niet ideaal zijn. De bacteriën willen dan een situatie ontwikkelen waardoor zij zich beter kunnen vermeerderen en waardoor ze beschermd zijn tegen toxische stoffen.

11
Q

Waarom is het voor en dierenarts belangrijk te weten wat een biofilm is?

A

Je kan het overal tegenkomen (tanden, darm, uier, catheters) en het is een bron van vele soorten bacteriën. Antibiotica kan er dan vaak niet goed meer bij komen.

12
Q

Als bacteriën een optimale groeitemperatuur hebben tussen de 50 graden Celsius en de 60 graden Celsius noemen we ze…

A

Thermofiel

13
Q

Dicht op elkaar aangehechte levende bacteriën die omgeven zijn door een zelf geproduceerde slijmlagen noemen we…

A

Biofilm

14
Q

Eencellige organismen zonder kern

A

Prokaryoten

15
Q

Het steriel overbrengen van bacteriën op een voedingsbodem

A

Enten

16
Q

Kleuring om zuurvaste bacteriën aan te tonen

A

Ziel-Neelsen

17
Q

Dubbelstrengs circulair extra chromosomaal DNA dat in een bacterie voor kan komen

A

Plasmide

18
Q

Zuurgraad

A

pH

19
Q

Groeifase waarin bacteriën zich niet meer vermenigvuldigen maar ook nog niet afsterven

A

Stationaire fase

20
Q

Structuur die zorgt voor de vorm en stevigheid van een bacterie

A

Peptidoglycaan

21
Q

Bacterie organel dat voor aanhechting aan eukaryote cellen zorgt

A

Fimbriae

22
Q

Bacterie organel dat dient voor beweging

A

Flagel (flagelline)

23
Q

Klering waarmee bacteriën op basis van de structuur van hun celwand kunnen worden onderscheiden

A

Gram

24
Q

Overlevingsvorm van een bacterie on onder ongunstige omstandigheden te kunnen overleven

A

Endosporen

25
Q

Polysaccharide omhulsel van een bacterie

A

Kapsel

26
Q

Wat zit er in een agar plaat?

A

Spore-elementen, mineralen, glucose, water, aminozuren, lipiden, agar, speciale toevoegingen.

27
Q

Hoelang kunnen bacteriën blijven leven?

A

Heel erg lang.

28
Q

Welke onderdelen van een bacterie zijn niet noodzakelijk om op een voedingsbodem te kunnen groeien?

A

Fimbriae, flagel, toxines, virulentiefactoren

29
Q

Welke organellen van eukaryoten zijn geëvolueerd uit bacteriën?

A

Chloroplast (cianobacterie) en mitochondriën (rickettsia)

30
Q

Kan een bacterie zich aanpassen aan zijn omgeving?

A

Ja, kan hij doen door middel van mutaties, maar ook door bepaalde transcriptiefactoren aan en uit te zetten.