probleem 2: onderzoek naar aandacht bias en theorieën hierbij Flashcards

1
Q

Aandachtsbias en de ontwikkeling en behoud van anxiety stoornissen

A

Aandachtsbias en de ontwikkeling en behoud van anxiety stoornissen
-> Er is twijfel of er bidirectionaliteit is tussen anxiety en aandachtsbias. Er worden onderzoeken benoemd die kijken of aandachtsbias een oorzakelijke rol speelt bij anxiety stoornissen.
-> Spoiler: er zijn wel tekens van een oorzakelijk verband, maar er moeten nieuwere methodologieën komen om die associatie te bevestigen.
-> 3 verschillende soorten studies worden gebruikt om te onderzoeken of aandachtsbias en causale rol heeft in het ontstaan en in stand houden van angststoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ontwikkelingsonderzoeken

A
  • Anxiety stoornissen beginnen in de kindertijd en soms is aandachtsbias dan ook al aanwezig. Er zijn verschillende redenen voor de variabiliteit in onderzoeken hiernaar:
    o 1. Vergeleken volwassenen is er meer variabiliteit in reactietijden bij kinderen, dus reactietijd als uitkomstvariabele is lastig.
    o 2. Volwassenwording kan de uiting van aandachtsbias beïnvloeden waardoor het lastig is om veel leeftijdsranges in één onderzoek te bestuderen.
    o 3. Onderzoeken gebruiken andere taakparameters waardoor vergelijking lastig is.
  • Abend et al. (2018) onderzochten 1291 mensen van 6-18 jaar met variërende angstsymptomen met de dot probe task met emotionele en neutrale gezichten (i.p.v. woorden). Er was een kleine, significante correlatie gevonden tussen aandachtsbias en de sterkte van anxiety-symptomen, vooral sociale en schoolfobie-symptomen.
    -> Geen bewijs sterke invloeden van leeftijd in de expressie van aandachtsbias.
  • Er is ook gekeken naar bekende temperamentvolle factoren die geassocieerd zijn met anxiety stoornissen en aandachtsbias. Gedragsinhibitie kan soms anxiety stoornissen voorspellen.
  • Er werd ook gekeken naar effortful control dat het vermogen is om gedrag te activeren of inhiberen en vrijwillig aandacht te (her)focussen om beter aan te passen aan de context. Kinderen met effortful control kunnen hun aandacht beter terugtrekken van bedreiging en dus aandachtsbias tegengaan of overschrijden.
  • Flexibility shift: kinderen die betere flexibility shift in hun aandacht hadden, meer de aandacht van een bedreiging af konden halen. (Zelfde als effortful control).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Prospectieve onderzoeken

A
  • Er wordt onderzocht of de mate van angstbias kan worden gebruikt om de emotionele reactiviteit of angst op een later stadium te voorspellen.
    o MacLeod en Hagan (1992) onderzochten gestreste vrouwen met de emotionele Stroop taak. Er was selectieve aandacht voor bedreiging en de Stroop interferentie voorspelde de intensiteit van emotionele distress.
    o Een negatieve verwerkingsbias voor het bewustzijn voorspelde cortisol die op stressvolle situaties reageert.
    o Conclusie: prestaties op bepaalde aandachtstaken bleken idd een goede voorspeller te zijn voor de emotionele reactie. Deze bevinding is in overeenstemming met het idee dat aandachtbias de gevoeligheid voor of het risico op het ontwikkelen van een angststoornis vergroot.
     Er moeten meer grotere onderzoeken gedaan worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Experimentele manipulatie

A

Experimentele ontwerpen zijn cruciaal bij het vaststellen van causale invloed van de ene (aandachtsbias) variabele op de andere variabele (angststoornis).
- MacLeod et al. (2001) vonden dat 600 trials van de dot probe task voldoende was om emotionele reactiviteit in een daaropvolgende stressvolle taak, te voorspellen. De groep die getraind werd richting de bedreigende informatie vertoonde meer distress dan de groep die weg van de bedreigende informatie ging.
- De procedure om aandachtsbias te trainen heet aandachtsbias modificatie (ABM). ABM heeft interessante effecten op anxiety-symptomen en aandachtsbias, maar er zijn wel limitaties. De dot probe task heeft variërende effectiviteit, dus zijn er nieuwe trainingsprocedures gemaakt die emotionele reactiviteit beïnvloeden:
o In de Attention Feedback and Awareness Training (A-FACT) krijgen de mensen te weten als hun aandacht biased is en moeten ze de aandacht toewijzen op een gebalanceerde manier voor bedreigende en neutrale informatie.
o In de Eye-gaze Contingent Attentional Training (ECAT) wordt het leesgedrag van mensen beoordeeld en krijgen ze feedback over hun aandacht verdeling bij negatieve en positieve informatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

model 1: biased attentional direction account (Williams)

A

. Williams et al. (1988) kwamen met de biased attentional direction account waarbij stimulusinput automatisch/voorbewust als bedreigend of niet-bedreigend wordt beoordeeld door een affectief keuzemechanisme (ADM). De ADM zorgt voor een resource allocation mechanism (RAM) waar de richting van de bedreiging bepaald wordt. De RAM wordt beïnvloed door anxiety, mensen met veel anxiety aandacht besteden aan de bedreiging en mensen met weinig anxiety de bedreiging vermijden. Zie het plaatje hieronder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

model 2: cognitieve-motiverende model (Mogg en Bradley)

A
  1. Volgens het cognitieve-motiverende model van Mogg en Bradley (1998) wordt inkomende informatie beoordeeld met een valentie-evaluatiesysteem waarbij er een ruwe evaluatie wordt gemaakt of stimuli niet erg (laag) of erg (hoog) bedreigend zijn. Dit hangt af van verschillende factoren, zoals emotie die je op dat moment hebt. Na die beoordeling gaat informatie naar de goal engagement system waarbij de aandacht en het gedrag gericht blijven op de huidige taak bij niet erg bedreigende stimuli, en bij erg bedreigende stimuli gaat de aandacht en het gedrag daarnaartoe. De gevoeligheid van het valentie-evaluatiesysteem is afhankelijk van individuele verschillen in anxiety. Mensen met anxiety hebben een lagere drempelwaarde voordat stimuli beoordeeld worden als erg bedreigend.
    -> Meer betrekking op de context en op iedereen die geëvolueerd is op bepaalde angsten (zien van een leeuw).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

model 3: zelfregulerend executieve functiemodel

A

In het zelfregulerend executieve functiemodel (S-REF) van Wells en Matthews (1994) wordt gezegd dat aandachtsbias gelinkt is aan top-down processen i.p.v. automatische processen. Ze beweren dat er niet genoeg bewijs is voor de onbewuste, automatische aandachtsbias. Anxiety is gelinkt aan negatieve overtuigingen en problemen op het niveau van executieve controle (zoals zelfkennis).
-> Verschil met andere: bewuste verwerking, vergeleken met de andere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

model 4: aandacht controletheorie

A

In de aandacht controletheorie van Eysenck et al. (2007) wordt er onderscheid gemaakt tussen stimulus-gedreven (bottom-up) en doel-gedreven (top-down) processen om te stellen dat anxiety deze balans verandert in het voordeel van stimulus-gedreven verwerking als bedreiging aanwezig is. Het belemmert top-down functies van executieve controle. Er wordt ook onderscheid gemaakt tussen het verwerken van efficiëntie en effectiviteit; bij lage stress kunnen de effecten van aandachtsbias tegen worden gegaan op prestatie-effectiviteit, dit vereist wel compenserende effecten waardoor efficiëntieverwerking verminderd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly