produits et services Flashcards

(102 cards)

1
Q

een bederfelijke voedingsmiddel

A

une denrée périssable

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

onderwijzen

A

enseigner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

laagste prijsklasse

A

bas de gamme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

een grootwarenhuis

A

une grande surface

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

consumeren

A

consommer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

leveren

A

fournir / livrer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ontginnen / exploiteren

A

exploiter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

een sector

A

un secteur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vissen

A

pêcher

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

een fabrikant

A

un fabricant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

een activiteit uitoefenen

A

excerpeer une activité

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

een industrie

A

une industriel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

een proces

A

un processus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoogste prijsklasse

A

haut de gamme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een keuze

A

un choix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

in elkaar zetten

A

assembler

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

een ambachtsman

A

un artisan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

bewerken

A

cultiver

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

een koopwaar

A

une marchandise

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

een bouwer

A

un bâtisseur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

een bedrijfstak

A

une branche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

een grondstof

A

une matière première

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

fabriceren

A

fabriquer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

een duurzaam goed
een niet-duurzaam goed
een consumptiegoed

A

un bien durable
un bien non-durable
un bien de consommation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
een verwerking
une transformation
26
de ambachtsnijverheid
l'artisanat
27
een maatschappij
une compagnie
28
uitrusten
équiper
29
een leverancier
un fournisseur / un livreur
30
de handel
le commerce
31
een stakeholder
un agence économique
32
een verzekeringsmaatschappij
une compagnie d'assurances
33
een voedingswaar / kruid
une denrée
34
produceren
produire
35
een A-merk
un produit phare / une marque phare
36
de visvangst
la pêche
37
een levering
une livraison
38
verdelen
distribuer
39
een reclamebureau
un agence de publicité
40
een classificatie
une classification
41
een mijnwerker
un mineur
42
een groot bedrijf
un géant
43
een databank
une banque de données
44
een bank
une banque
45
een onderwijzer
un enseignant
46
een monteur
un assembleur
47
een tekstverwerker
un logiciel de traitement de texte
48
bouwen
bâtir
49
een landbouwer
un agriculteur
50
verkopen
vendre / écouler
51
de profit sector de non-profit sector
le secteur marchand le secteur non-marchand
52
verbruiker / consument
un consommateur
53
een verpakking
un conditionnement
54
een visser
un pêcheur
55
een handelaar
un commerçant
56
een handelszaak
une entreprise commerciale
57
een groothandelaar
un grossiste
58
een gamma
une gamme / un assortiment / un éventail
59
een onderdeel
une pièce
60
een uitrusting
un équipement
61
een verzekering
une assurance
62
een bankier
un banquier
63
een verzekeringsmakelaar
un courtier d'assurances
64
een handelaar / verkoper
un marchand / un vendeur / un commerçant
65
een fabricatie
une fabrication
66
verzekeren
assurer
67
een reclameman
un publicitaire
68
verpakken
conditionner
69
een artikel
un article
70
de landbouw
l'agriculture
71
de chemie
la chimie
72
een half-afgewerkt product een huishoudapparaat een product met goede prestaties een basis product een dagelijks consumptiegoed een veelgevraagd product
un semi-fini produit un produit électroménager un produit performant un produit de base un produit de consommation courant un produit de grande consommation
73
een kleinhandelaar
un détaillant
74
de consumptie
la consommation
75
een agentschap
un agence
76
een bewerker
un cultivateur
77
het onderwijs
l'enseignement
78
een (ontginning)bedrijf
une exploitation
79
een luchtvaartmaatschappij
une compagnie aérienne
80
een activiteit
une activité
81
een product
un produit
82
de distributie
la distribution
83
een wisselstuk
une pièce de rechange
84
een chemicus
un chimiste
85
een software
un logiciel
86
een mijn
une mine
87
een informaticus
un informaticien
88
een agent
un agent
89
een goed
un bien
90
een ruim gamma een gevarieerd gamma een volledig gamma een beperkt gamma
une large gamme une gamma variée une gamme complète une gamme limitée
91
landbouw-
agricole
92
de afzet
l'écoulement
93
de reclame
la publicité
94
kiezen
choisir
95
een verzekeraar
un assureur
96
een levensmiddel
une denrée alimentaire
97
een producent
un producteur
98
de reclame
la publicité
99
een wegennetwerk
un réseau routier
100
100
het transport over water
le transport par voie fluviale
101
het transport per spoor
le transport ferroviaire